Lezersrecensie
Je kunt nooit terugvliegen naar wat je bent verloren.
Philippe Claudel - Het kleine meisje van meneer Linh.
Je kunt nooit terugvliegen naar wat je bent verloren.
De naam van meneer Linh klinkt heel exotisch. Hij woonde dan ook in een paradijs, dat zo filmisch wordt beschreven dat , wanneer je je ogen sluit, je er aanwezig bent…
Helaas in dat paradijs woedt nu een oorlog. Er vallen bommen, er vallen doden.
Meneer Linh is zijn zoon en schoondochter verloren, gedood bij een bombardement. Hij heeft alleen zijn kleindochtertje nog. Voor haar is hij gevlucht, hij gunt haar een betere toekomst. Een boot met talrijke andere mensen, die allemaal in dezelfde situatie zitten, brengt hen naar een veilig land. Meneer Linh voelt zich verlaten. Gelukkig heeft hij zijn kleindochtertje Sang diû nog. Voor haar zal hij vechten, zij verdient een mooi leven.
Claudel is een poëtisch schrijver. Veel van de tafrelen uit het verhaal ontroeren door de beschrijving.
“… de dood put hem uit… de dood heeft alles van hem afgepakt… hij heeft niets meer.
Hij is op duizenden kilometers van zijn dorp, dat niet meer bestaat…
Op duizenden kilometers afstand van verweesde graven met lichamen die een paar passen daarvan zijn gedood.
Hij is op duizenden dagen afstand van een leven dat ooit vredig, mooi en heerlijk was…” (p.35)
Linh en Sang diû komen in een opvanghuis op een slaapzaal met twee andere families, die ook uit zijn land gevlucht zijn. Zij delen dezelfde cultuur, dat betekent dat de vrouwen elke dag voor hem (als ouder persoon) zijn eten verzorgen. Hij heeft geen band met deze families, hij buigt als dank voor het eten, maar ze zien het amper.
Wel bouwt meneer Linh een band op met ‘de dikke man’ Bark die hij op het bankje in het park ontmoet. Deze noemt het kleindochtertje Sans Dieu, een toepasselijke naam, als je je van god-en-alleman verlaten voelt. Linh stelt zichzelf voor met de beleefdheidsformule ‘Tao-laï’, Bark interpreteert dit als zijn naam.
Meneer Linh krijgt in dit geurloze, kleurloze, smaakloze land een gezicht te zien: Bark en een geur te herkennen: sigarettenrook!
“… de zon breekt door de wolken … het grijs wijkt uiteen voor witachtige blauwe plekken op duizelingwekkende hoogte…”(p.23)
De twee mannen verstaan elkaar niet, maar voelen elkaar prima aan, zitten op hetzelfde emotionele en spirituele niveau. Meneer Linh kan scherp luisteren naar datgene wat er achter de woorden, achter de taal wordt gezegd:
“… hij loopt over een lastig pad…” denkt Linh, als Bark maar praat en praat en naar woorden moet zoeken (p.79)
“… het bankje is voor Linh een stuk drijfhout waaraan hij zich vast
klampt in een brede kolkende bizarre bergstroom… “(p.37)
Het is een herkenningsteken dat Linh op zijn pad vindt.
De vriendschap tussen beide mannen wordt respectvol beschreven. Voor Linh is Bark zijn vriend, zijn enige vriend in dit vreemde koude land. Bark is voor Linh het gezicht van echte vriendschap. Deze vriendschap wordt bezegeld door kleine cadeautjes. Linh kan sigaretten krijgen voor Bark en Bark geeft een prinsessenjurkje voor ‘Sans dieu ‘!
Voor Bark vormt Linh een luisterend oor, geen oordelen, geen vragen, wel altijd aandacht voor hem.
Meneer Linh wordt overgeplaatst naar een majestueus gebouw (?), maar hij voelt zich daar niet thuis, tussen die mannen.
“… hun ogen lijken dood… ze schuifelen met doffe ogen in blauwe kamerjassen…” (p.94)
Linh vindt zichzelf net een marionet. Hij lijkt verloren in dit kledingstuk.
“… de tijd holt de ziel van de oude man uit, knaagt aan zijn hart en beneemt hem de adem…”
Meneer Linh mag niet buiten de muren. Wat mist hij Bark. Hij gaat Bark zoeken.
Dan neemt het verhaal een bizarre wending, het plot ontwikkelt zich tot een ontroerend slot. Alle vraagtekens, alle puzzelstukjes vallen op zijn plaats.
Een echt einde …. Dat mag de lezer zelf aan het verhaal geven.
Wat een prachtig beeldend verhaal is het. Taal zo poëtisch, kleine juweeltjes:
“… voordat de avond zijn roestige stempel op de aarde drukt, neemt meneer Linh meneer Bark mee naar een bron die vergetelheid kan schenken, vergetelheid van slechte dingen … alleen mooie momenten blijven bestaan…”
Het ontheemd zijn van vluchtelingen, de rouwgevoelens huis en haard te moeten verlaten, het oude verwerken, het nieuwe verwerven… een loodzware opgave. In deze novelle wordt het luchtig en poëtisch verwoord, zeer respectvol, zeer indrukwekkend.
Een absolute aanrader voor iedereen
Je kunt nooit terugvliegen naar wat je bent verloren.
De naam van meneer Linh klinkt heel exotisch. Hij woonde dan ook in een paradijs, dat zo filmisch wordt beschreven dat , wanneer je je ogen sluit, je er aanwezig bent…
Helaas in dat paradijs woedt nu een oorlog. Er vallen bommen, er vallen doden.
Meneer Linh is zijn zoon en schoondochter verloren, gedood bij een bombardement. Hij heeft alleen zijn kleindochtertje nog. Voor haar is hij gevlucht, hij gunt haar een betere toekomst. Een boot met talrijke andere mensen, die allemaal in dezelfde situatie zitten, brengt hen naar een veilig land. Meneer Linh voelt zich verlaten. Gelukkig heeft hij zijn kleindochtertje Sang diû nog. Voor haar zal hij vechten, zij verdient een mooi leven.
Claudel is een poëtisch schrijver. Veel van de tafrelen uit het verhaal ontroeren door de beschrijving.
“… de dood put hem uit… de dood heeft alles van hem afgepakt… hij heeft niets meer.
Hij is op duizenden kilometers van zijn dorp, dat niet meer bestaat…
Op duizenden kilometers afstand van verweesde graven met lichamen die een paar passen daarvan zijn gedood.
Hij is op duizenden dagen afstand van een leven dat ooit vredig, mooi en heerlijk was…” (p.35)
Linh en Sang diû komen in een opvanghuis op een slaapzaal met twee andere families, die ook uit zijn land gevlucht zijn. Zij delen dezelfde cultuur, dat betekent dat de vrouwen elke dag voor hem (als ouder persoon) zijn eten verzorgen. Hij heeft geen band met deze families, hij buigt als dank voor het eten, maar ze zien het amper.
Wel bouwt meneer Linh een band op met ‘de dikke man’ Bark die hij op het bankje in het park ontmoet. Deze noemt het kleindochtertje Sans Dieu, een toepasselijke naam, als je je van god-en-alleman verlaten voelt. Linh stelt zichzelf voor met de beleefdheidsformule ‘Tao-laï’, Bark interpreteert dit als zijn naam.
Meneer Linh krijgt in dit geurloze, kleurloze, smaakloze land een gezicht te zien: Bark en een geur te herkennen: sigarettenrook!
“… de zon breekt door de wolken … het grijs wijkt uiteen voor witachtige blauwe plekken op duizelingwekkende hoogte…”(p.23)
De twee mannen verstaan elkaar niet, maar voelen elkaar prima aan, zitten op hetzelfde emotionele en spirituele niveau. Meneer Linh kan scherp luisteren naar datgene wat er achter de woorden, achter de taal wordt gezegd:
“… hij loopt over een lastig pad…” denkt Linh, als Bark maar praat en praat en naar woorden moet zoeken (p.79)
“… het bankje is voor Linh een stuk drijfhout waaraan hij zich vast
klampt in een brede kolkende bizarre bergstroom… “(p.37)
Het is een herkenningsteken dat Linh op zijn pad vindt.
De vriendschap tussen beide mannen wordt respectvol beschreven. Voor Linh is Bark zijn vriend, zijn enige vriend in dit vreemde koude land. Bark is voor Linh het gezicht van echte vriendschap. Deze vriendschap wordt bezegeld door kleine cadeautjes. Linh kan sigaretten krijgen voor Bark en Bark geeft een prinsessenjurkje voor ‘Sans dieu ‘!
Voor Bark vormt Linh een luisterend oor, geen oordelen, geen vragen, wel altijd aandacht voor hem.
Meneer Linh wordt overgeplaatst naar een majestueus gebouw (?), maar hij voelt zich daar niet thuis, tussen die mannen.
“… hun ogen lijken dood… ze schuifelen met doffe ogen in blauwe kamerjassen…” (p.94)
Linh vindt zichzelf net een marionet. Hij lijkt verloren in dit kledingstuk.
“… de tijd holt de ziel van de oude man uit, knaagt aan zijn hart en beneemt hem de adem…”
Meneer Linh mag niet buiten de muren. Wat mist hij Bark. Hij gaat Bark zoeken.
Dan neemt het verhaal een bizarre wending, het plot ontwikkelt zich tot een ontroerend slot. Alle vraagtekens, alle puzzelstukjes vallen op zijn plaats.
Een echt einde …. Dat mag de lezer zelf aan het verhaal geven.
Wat een prachtig beeldend verhaal is het. Taal zo poëtisch, kleine juweeltjes:
“… voordat de avond zijn roestige stempel op de aarde drukt, neemt meneer Linh meneer Bark mee naar een bron die vergetelheid kan schenken, vergetelheid van slechte dingen … alleen mooie momenten blijven bestaan…”
Het ontheemd zijn van vluchtelingen, de rouwgevoelens huis en haard te moeten verlaten, het oude verwerken, het nieuwe verwerven… een loodzware opgave. In deze novelle wordt het luchtig en poëtisch verwoord, zeer respectvol, zeer indrukwekkend.
Een absolute aanrader voor iedereen
1
Reageer op deze recensie