Lezersrecensie
Wonderschone muziek… klinkt er uit deze novelle.
Tere min - Dietske Geerlings
Deze novelle begint met een lied van Hadewych, een dertiende-eeuwse begijn en mystica die gedichten schreef, haar mystieke minne poëzie gaat meestal over onvervulde of onbereikbare liefde.
De hoofdpersoon start de dag op de begraafplaats, een cyclische plek in dit verhaal. De begraafplaats die ’s morgens adembenemend schoon is en allesbehalve stil, hoor de uitbundige conversaties van vogels. Ze eindigt de dag er ook. ’s Avonds is het er spookachtig mooi en er is altijd wel een moment waarop alles stil valt: ‘ik hou zoveel van het ontbreken van geluid’. Maar ze is er niet alleen. Ze ontmoet er ‘de stille verschijning aan de rand van haar waarneming’. Die twee hebben iets gemeen, beiden hebben ze een gemis. Zij heeft sinds haar geboorte geen haargroei.
“… ik worstelde met mijn kaalheid… dat ik als een log beest met mij mee sleepte…”(blz 15)
Hij, leunend op een kruk, mist een been.
Hij heeft gezien dat zij vogels spot, heb je de vuurvogel ook gezien… die laat zich niet kooien, niet vangen in een voorstelling. Net als de klaprozen in jouw ogen en de zonnestralen op jouw vleugels.
De vuurvogel is een van de symbolische lijnen in deze novelle, er komen kleine gegevens uit dit sprookje hier terug, bijv. de naam Helena, of de opoffering.
De man maakt haar attent op:
“… de gouden appels, in een kleine streep zonlicht goud kleurend..” (blz 27) verwijzend naar de vuurvogel die gouden appels steelt. De magische vuurvogel staat ook voor dood en hergeboorte, voor zon..
“… hoeveel verschillende gedaantes de vuurvogel kon aannemen zou ik nog aan den lijve ondervinden…” (blz 24)
De vuurvogel verwijst indirect naar de afloop van het verhaal.
De man, hij nodigt haar uit in zijn huis. Daar bouwt hij aan een theremin, deze bespeel je door de magnetische golven tussen twee antennes te beroeren. Je maakt muziek van wat er niet lijkt te zijn. Net als de fantoompijn aan je knie die er niet meer is. Wat er niet is, neemt toch ruimte in… haar ontbrekende haar.
De theremin maakt het onzichtbare zichtbaar, hoorbaar. Zij vergelijkt dit met de onzichtbare wind die de lange haren van de treurwilg beroert. Zij zag alles als een theremin… had zij hem niet al ‘vele malen’ ontmoet nog voordat zij hem ontmoette? Hadden zij beide de magnetische lijnen tussen hen in beweging gebracht?
De theremin, de wereld als een groot magnetische veld, waarin alles en iedereen elkaar in beweging kan brengen.
De theremin als symbool voor de liefde, voor menselijk contact.
Maar het is ook een tere min, een teder beminnen… Hij zei:
“… er gaat weinig boven de tere min, terwijl hij zijn handen boven mijn hoofd hield zonder me aan te raken…”(blz 46)
Waarom betekent hij zoveel voor mij, vroeg ze zich af. Ik weet niet eens zijn naam en hij niet die van mij. Was het zijn haar? Waren het zijn ogen? Wie was hij in essentie? Hij gaf haar in ieder geval inzicht. Inzicht in iets wat er niet is en toch van iemand kan zijn, de magie van het niets, van het wezen, van de kern van het bestaan, dat is iets wat ook Hadewych in haar gedichten zichtbaar maakt.
De tekst is zorgvuldig gecomponeerd, als muziek van de theremin, als poëzie:
“… een vuurvogel ontsnapte …
klapwiekend maakte een lichte opwinding zich …
ik maakte mij los …
het zonlicht…”(blz 66-67)
De muziek van De vuurvogel van Strawinsky raakte haar meer dan ooit, ze werd mee getrokken in het allesomvattende niets, het raakt aan een mystieke ervaring, een eenheidservaring. Zo fragiel, zo kwetsbaar en tijdelijk als de zeepbellen van het meisje bij de bloemenkraam.
In de vuurvogel wordt een offer gebracht, ook hij, de man, heeft een offer gebracht! Een offer dat hem…… Of ik er spijt van heb?
“… spijt gaat een bijtende verbinding aan met missen. Het zuur overtreft iedere oplossing …”(blz 92)
Het verhaal kent eigenlijk twee lijnen die typografisch duidelijk zijn onderscheiden. Deze twee lijnen lopen synchroon en raken elkaar geregeld, zeker wat betreft de beschrijving, uitwerking van de emoties. Ze vullen elkaar aan, ze zijn complementair. Of is het toch één verhaallijn? Zijn het aanvullingen op die eerste lijn?
Steeds opnieuw word ik getroffen door de prachtige taal.
“… er komt een tijd dat de taal tekort schiet, juist als de schatkist van woorden rijkelijk gevuld is, dat er niets is wat past, precies past op het stukje dat jij wilt vangen…”(blz 94)
“…Er is een instrument waarmee je door wat er ontbreekt, de ziel kunt raken…”
(blz 131)
Tere min, een boek met een diepe inhoud, poëtische teksten, filosofisch, symbolisch… waarin een klein boek groot kan zijn!
Voor mij was het genieten! Een boek dat bij herlezen elke keer een stukje van haar ziel verder zal blootleggen!
Dietske Geerlings ken ik van boeken die in poëtische taal zijn vorm gegeven. Zij heeft voor mij haar naam weer dubbel en dwars waargemaakt!
Deze novelle begint met een lied van Hadewych, een dertiende-eeuwse begijn en mystica die gedichten schreef, haar mystieke minne poëzie gaat meestal over onvervulde of onbereikbare liefde.
De hoofdpersoon start de dag op de begraafplaats, een cyclische plek in dit verhaal. De begraafplaats die ’s morgens adembenemend schoon is en allesbehalve stil, hoor de uitbundige conversaties van vogels. Ze eindigt de dag er ook. ’s Avonds is het er spookachtig mooi en er is altijd wel een moment waarop alles stil valt: ‘ik hou zoveel van het ontbreken van geluid’. Maar ze is er niet alleen. Ze ontmoet er ‘de stille verschijning aan de rand van haar waarneming’. Die twee hebben iets gemeen, beiden hebben ze een gemis. Zij heeft sinds haar geboorte geen haargroei.
“… ik worstelde met mijn kaalheid… dat ik als een log beest met mij mee sleepte…”(blz 15)
Hij, leunend op een kruk, mist een been.
Hij heeft gezien dat zij vogels spot, heb je de vuurvogel ook gezien… die laat zich niet kooien, niet vangen in een voorstelling. Net als de klaprozen in jouw ogen en de zonnestralen op jouw vleugels.
De vuurvogel is een van de symbolische lijnen in deze novelle, er komen kleine gegevens uit dit sprookje hier terug, bijv. de naam Helena, of de opoffering.
De man maakt haar attent op:
“… de gouden appels, in een kleine streep zonlicht goud kleurend..” (blz 27) verwijzend naar de vuurvogel die gouden appels steelt. De magische vuurvogel staat ook voor dood en hergeboorte, voor zon..
“… hoeveel verschillende gedaantes de vuurvogel kon aannemen zou ik nog aan den lijve ondervinden…” (blz 24)
De vuurvogel verwijst indirect naar de afloop van het verhaal.
De man, hij nodigt haar uit in zijn huis. Daar bouwt hij aan een theremin, deze bespeel je door de magnetische golven tussen twee antennes te beroeren. Je maakt muziek van wat er niet lijkt te zijn. Net als de fantoompijn aan je knie die er niet meer is. Wat er niet is, neemt toch ruimte in… haar ontbrekende haar.
De theremin maakt het onzichtbare zichtbaar, hoorbaar. Zij vergelijkt dit met de onzichtbare wind die de lange haren van de treurwilg beroert. Zij zag alles als een theremin… had zij hem niet al ‘vele malen’ ontmoet nog voordat zij hem ontmoette? Hadden zij beide de magnetische lijnen tussen hen in beweging gebracht?
De theremin, de wereld als een groot magnetische veld, waarin alles en iedereen elkaar in beweging kan brengen.
De theremin als symbool voor de liefde, voor menselijk contact.
Maar het is ook een tere min, een teder beminnen… Hij zei:
“… er gaat weinig boven de tere min, terwijl hij zijn handen boven mijn hoofd hield zonder me aan te raken…”(blz 46)
Waarom betekent hij zoveel voor mij, vroeg ze zich af. Ik weet niet eens zijn naam en hij niet die van mij. Was het zijn haar? Waren het zijn ogen? Wie was hij in essentie? Hij gaf haar in ieder geval inzicht. Inzicht in iets wat er niet is en toch van iemand kan zijn, de magie van het niets, van het wezen, van de kern van het bestaan, dat is iets wat ook Hadewych in haar gedichten zichtbaar maakt.
De tekst is zorgvuldig gecomponeerd, als muziek van de theremin, als poëzie:
“… een vuurvogel ontsnapte …
klapwiekend maakte een lichte opwinding zich …
ik maakte mij los …
het zonlicht…”(blz 66-67)
De muziek van De vuurvogel van Strawinsky raakte haar meer dan ooit, ze werd mee getrokken in het allesomvattende niets, het raakt aan een mystieke ervaring, een eenheidservaring. Zo fragiel, zo kwetsbaar en tijdelijk als de zeepbellen van het meisje bij de bloemenkraam.
In de vuurvogel wordt een offer gebracht, ook hij, de man, heeft een offer gebracht! Een offer dat hem…… Of ik er spijt van heb?
“… spijt gaat een bijtende verbinding aan met missen. Het zuur overtreft iedere oplossing …”(blz 92)
Het verhaal kent eigenlijk twee lijnen die typografisch duidelijk zijn onderscheiden. Deze twee lijnen lopen synchroon en raken elkaar geregeld, zeker wat betreft de beschrijving, uitwerking van de emoties. Ze vullen elkaar aan, ze zijn complementair. Of is het toch één verhaallijn? Zijn het aanvullingen op die eerste lijn?
Steeds opnieuw word ik getroffen door de prachtige taal.
“… er komt een tijd dat de taal tekort schiet, juist als de schatkist van woorden rijkelijk gevuld is, dat er niets is wat past, precies past op het stukje dat jij wilt vangen…”(blz 94)
“…Er is een instrument waarmee je door wat er ontbreekt, de ziel kunt raken…”
(blz 131)
Tere min, een boek met een diepe inhoud, poëtische teksten, filosofisch, symbolisch… waarin een klein boek groot kan zijn!
Voor mij was het genieten! Een boek dat bij herlezen elke keer een stukje van haar ziel verder zal blootleggen!
Dietske Geerlings ken ik van boeken die in poëtische taal zijn vorm gegeven. Zij heeft voor mij haar naam weer dubbel en dwars waargemaakt!
1
Reageer op deze recensie