Een beeldend vertelde familiegeschiedenis
In 1988 verhuisde journalist Edwin Winkels (1962) met zijn Spaanse geliefde naar Barcelona. Hij sprak toen al redelijk goed Spaans, maar maakte zich de taal simpelweg machtig door het schrijven van liefdesbrieven met behulp van het boekje Wat en hoe in het Spaans. Als journalist in Spanje kreeg hij nauwelijks opdrachten uit Nederland, maar de komst van Johan Cruyff naar Barcelona bracht daar verandering in. De analyses van Cruyff moesten vertaald worden voor het Nederlandse tijdschrift Voetbal International en zo werd Winkels uiteindelijk opgemerkt door de Spaanse krant El Periódico. Niet alleen als sportjournalist, maar ook door een opmerkelijke reportage over veiligheid aan boord van een vliegtuig, maakte Winkels in Barcelona snel carrière als algemeen verslaggever. Daarnaast werd hij vanwege het aantal Nederlanders bij FC Barcelona regelmatig gevraagd voor de Catalaanse televisie.
In die tijd bij El Periódico raakte Winkels, na een bezoek aan een begraafplaats, geïntrigeerd door het te korte leven van een jonge, Spaanse stewardess. Hij zocht informatie bij elkaar over het leven van deze vrouw en schreef daarmee de roman Haar laatste vlucht. Fictie gebaseerd op een waargebeurd verhaal: in 2013 ook de basis voor zijn debuutroman Welkom thuis. Die journalistieke gedrevenheid is wederom terug te vinden in Het oog van de orkaan, dat zich afspeelt in de Mississippi-delta. Om uitvoerig onderzoek te kunnen doen voor deze historische roman, ging Winkels zelfs een paar maanden wonen in het diepe zuiden van de VS. Hij sprak er met bewoners van New Orleans, Saint Bernard en Delacroix.
Het oog van de orkaan vertelt over de familie Serpas, een boerenfamilie uit Tenerife die in 1778 emigreert naar Louisiana, toen nog een Spaanse kolonie. De familieleden voelen zich bevoorrechte pioniers, uitgekozen om met tientallen lotgenoten de Spaanse koning overzee te dienen in het nieuwe Amerika. Het zou een afscheid betekenen van de armoede, ziektes en hongersnood die heersten op de Canarische Eilanden. Na een helse overtocht, strijkt de familie neer op de zompige grond van de Mississippi-delta om zich te vestigen op het laatste eiland Delacroix. Twee eeuwen lang weten ze zich er dapper in leven te houden met visserij, de jacht en later de bonthandel. Ze krijgen te maken met orkanen, overstromingen, maar ook met oorlogen en rassenconflicten. Het isolement van het eiland behoedt de meeste van hen voor de verlokkingen en de gevaren van de bloeiende stad New Orleans, waar vele gelukzoekers ten onder gaan aan ziektes, alcohol en geweld. Het uitgestrekte, bewegende drasland blijft voor buitenstaanders een verre onbewoonbare planeet, maar de isleños, zoals de eilandbewoners genoemd worden, kennen deze trillende prairie als hun broekzak. Ondanks dat ze genoeg redenen hadden om te vertrekken, hebben de isleños zich het immense gebied eigengemaakt. Ze hebben het land tot vruchtbare grond bewerkt en het verdedigd. Ze leven er met het water en ván het water, maar ontkomen niet aan invloed van veranderingen buiten hun geïsoleerde gemeenschap. Houtkap, bedijking, aanleg van wegen veranderen het moeras en maken de isleños kwetsbaar in dat isolement. Want als in 1965 de orkaan Betsy vanuit de Golf van Mexico via de Mississippi-delta aan land komt, blijkt dat het water verwoestender zal zijn dan de wind.
De soms beschouwende schrijfstijl van Winkels verraadt zijn journalistieke achtergrond. Een enkele keer komt daarmee de opsomming van historische feiten over als een geschiedkundig verslag. Toch blijft het boek boeien tot de laatste bladzijde. De beschrijvingen van de natuur in de delta zijn nauwgezet en beeldend, net als de dreiging van de oprukkende stad New Orleans. Maar vooral weet de auteur de persoonlijke levens van de generaties Serpas prachtig te verweven in die vele historische gebeurtenissen. Met een haast melancholische pen beschrijft Winkels het rauwe en harde bestaan van de familie en schetst hiermee een broeierige, maar vooral meeslepende familiegeschiedenis.
Reageer op deze recensie