De wereld is een schouwtoneel
Donald Richard (Don) Delillo (1936) is een Amerikaans auteur, vooral bekend door zijn romans in postmoderne stijl. Hij kreeg talloze prijzen, waaronder de prestigieuze National Book Award voor zijn hele oeuvre. The Silence werd eind 2020 uitgebracht en enkele maanden later in het Nederlands, vertaald door Jan Fastenau. Net voor Covid-19 de wereld overviel. Dé vraag die iedere lezer zich stelt: zag de visionaire Delillo de tekens niet, ging de ouderdomsdeken de mist in? Want er is geen sprake van corona in dit boek. De reden is prozaïscher: Delillo projecteert zijn catastrofeverhaal van technisch falen op een dag wanneer vele mensen samen achter hun schermen zullen zitten. Beste datumkeuze bleek de eerstvolgende Super Bowl Sunday op 6 februari 2022.
Het echtpaar Jim en Tessa zit op een thuisvlucht van Parijs naar New York. Zij, een dichteres, noteert feitjes over hun reis, als herinnering voor later. Jim leest hardop de cijfers van het scherm boven zich. Ze wisselen banaliteiten uit, vervelen zich. Plots vallen alle elektronische functies uit. Max, emeritus hoogleraar natuurkunde, en zijn vrouw Diane zitten in hun appartement in Manhattan te kijken naar de reclame op hun grootbeeldtelevisie. Samen met gast Martin, ex-student van de professor, wachten ze op de reizigers. Een gezellig avondje wedstrijd kijken, een hapje en drankje zijn gepland. Ook hier gaat het scherm op zwart.
Het boek leest als een toneelspel, vijf spelers opgesteld op slechts enkele podia: de vliegtuigstoelen, ziekenhuisgang, het appartement. Twee intermezzi offscreen zijn de straat waar een taxi gezocht wordt en Max die gaat informeren bij zijn buren in het appartementsblok. Het is trouwens de eerste maal dat hij ze ontmoet, op vraag van zijn vrouw:
'Hebben jullie je voorgesteld?'
'We hebben elkaar toegeknikt.'
De moderne mens heeft enkel digitaal contact. Ook tussen de vijf protagonisten is geen menselijke warmte te bespeuren: Martin citeert eindeloos zijn held Einstein, Diane doet alsof ze luistert en observeert haar man Max, die zwijgend van zijn bourbon nipt en naar het zwarte beeldscherm staart. Tessa verlangt naar huis, waar haar man als een schaduw aanwezig is.
De stilte lezen betekent al je zintuigen uitschakelen, het is een louter cerebraal gebeuren. Geen emoties, geuren of kleuren komen over, je kijkt door een glashelder scherm naar personages die als robotten hun tekst debiteren. Delillo hanteert een uitgepuurde stijl, waar ook de vorm mede de stemming bepaalt en zo de aandacht trekt naar de inhoud en ze versterkt. Is het verhaal in deel één nog opgedeeld in genummerde hoofdstukken, dan hoeft dat niet meer in deel twee. Hier zijn de verhaallijn en de dialoog, de summiere contacten, de interactie tussen de vijf personages weggevallen. Ieder evoqueert zijn eigen persoonlijkheid, het functionele is weggegomd, wat overblijft is een woordenbrij die in almaar sneller tempo de lezer in het gezicht wordt geslingerd.
Afgesneden van alle informatie, de stroom die is uitgevallen, het appartement dat koud wordt – de situatie voelt alsof een apocalyptisch wereldeinde nabij is. Martin geeft het doemdenken en pessimisme van de eenentwintigste eeuw weer: de technologie beheerst en beheert ons, bestaan we nog wel?
'Niemand wil het de Derde Wereldoorlog noemen, maar dat is wat het is.'
Tessa schildert de klimaatdeclinatie:
'… noodweer en bosbranden en evacuaties, tyfoons, tornado’s, droogte, dichte mist, smerige lucht. Aardverschuivingen, tsunami’s, rivieren die verdwijnen, huizen die instorten, hele gebouwen die kapseizen, de hemel verduisterd door vervuiling.'
Amper 128 pagina’s lang schreef DeLillo toch een 'vol' boek: waar er in de tekst geen woord te veel staat, ontdekt de lezer in de schier eindeloze en doelloze opsommingen verwijzingen naar wetenschap, literatuur en moderne technologie. De stilte lezen, is als kijken naar een modern schilderij: eerst zie je een chaotische collage vol kleuren en structuren. Kijk je langer, onderscheiden zich langzaam de patronen en krijgt het beeld diepte. En kan de reflectie beginnen. Of de discussie. Of de schaterlach. Die opklinkt bij de laatste alinea.
Reageer op deze recensie