Lezersrecensie
Zing mee...
Zing mee…
Zo nodigt schrijfster Doireann Ní Ghríofa de lezer uit. Haar boek is “een caoineadh, een klaaglied, een lofzang, een psalmodie en een lijkzang, een rouwklacht en een echo, een refrein en een hymne”, kortom ‘een vrouwelijke tekst’.
Wat hieronder te lezen valt, werd verondersteld een recensie te zijn van dit intrigerende, poëtische, energieke, kritische, gelaagde, historische, ritmische, donker en duistere maar o zo reikende naar licht, naar buiten, naar de wolken en de spreeuwen, naar verstilde oude stenen en stoffige archieven, ... verhaal. Of is het een eigentijdse lofzang, klaaglied of hymne?
Een naamloze ik-figuur speelt de hoofdrol in dit boek waarin ze op zoek gaat, intens op zoek gaat, naar de vrouw achter de befaamde ‘rouwklacht om art o laoghaire’. Ze maakt van zichzelf een spreekinstrument, haar ‘geest in de keel’, om zo recht te doen aan een vrouwelijk stem die door de geschiedschrijving geen recht had op geschreven letters op papier, een voorrecht gereserveerd aan de mannelijke.
Het boek is een fascinerende caleidoscoop van door elkaar warrelende, schijnbaar at random neergepende verhalen, en stijlen, en onderwerpen. Zo lezen we over een uitgeputte jonge huismoeder van vier, opgesloten tussen voeding en huistaken, haar rebelse jeugdjaren, haar verkeerde studiekeuzes en het thuiskomen in de liefde. Haar drang naar controle in de chaos uit zich in het fanatiek afstrepen van banale taaklijstjes, tot ze een verhevener lijst maakt: haar queeste naar Eibhlín Dubh Ní Chonaill. Onder haar pen en, echt wel, ongebreidelde fantasie komt deze vrouw langzaam tot leven. Maar het moet gezegd dat ze bijna fanatiek investeert om de blancos waarheidsgetrouw in te vullen: ze brengt uren zoek in archieven, musea en plaatsvisites.
Een tweede rode draad vormt het ‘vrouwelijke’: wordt het motief ‘vrouwelijke stem’ nog letterlijk en repetitief door de teksten geweven, als een mantra, komt het vrouwelijke thema subtiel, op kousenvoetjes naar de lezer getrippeld.Hier komt het schrijverstalent van Doireann Ní Ghríofa pas goed tevoorschijn: ze slaagt erin om haar boek als vrouwelijke stem te laten klinken.
Ze doet het subtiel, ze doet het brutaal, ze doet het grandioos (en als je meer wil weten: lees het boek!).
Dit werd verondersteld een recensie te zijn, wat een zekere reflectie en objectieve afweging inhoudt: ik volg niet. Ik vind ‘Een geest in de keel’ grandioos, boeiend, meeslepend, innemend, intens en intens vermoeiend, poëtisch zeker, romantisch ook, herkenbaar!, en zo jaloersmakend goed geschreven. Zucht.
Ik blijf stukjes herlezen en laagjes ontdekken, en nee ik sta (nog niet) met de armen naar de wolken geheven de was op te hangen (heb ik een droogkast voor tenslotte), maar ik geniet wel van de ritmische energie in woordkeuzes en zinsbouw. Compliment trouwens aan de vertaalster, mooi gedaan.
Ten slot, het is geen geheim, ik las dit boek in groepsverband, in een levendige leesclub. Het was een eer hier deel van uit te maken en doorheen de vraagjes ook hier onzichtbare vrouwen tevoorschijn te zien komen (deze opmerking is genderneutraal).
Het ultieme bewijs dat je een goed boek in handen hebt: de herkenning en erkenning die allen erin vonden, de spiegel die het licht in deze kamers deed schijnen. Dank.
Zo nodigt schrijfster Doireann Ní Ghríofa de lezer uit. Haar boek is “een caoineadh, een klaaglied, een lofzang, een psalmodie en een lijkzang, een rouwklacht en een echo, een refrein en een hymne”, kortom ‘een vrouwelijke tekst’.
Wat hieronder te lezen valt, werd verondersteld een recensie te zijn van dit intrigerende, poëtische, energieke, kritische, gelaagde, historische, ritmische, donker en duistere maar o zo reikende naar licht, naar buiten, naar de wolken en de spreeuwen, naar verstilde oude stenen en stoffige archieven, ... verhaal. Of is het een eigentijdse lofzang, klaaglied of hymne?
Een naamloze ik-figuur speelt de hoofdrol in dit boek waarin ze op zoek gaat, intens op zoek gaat, naar de vrouw achter de befaamde ‘rouwklacht om art o laoghaire’. Ze maakt van zichzelf een spreekinstrument, haar ‘geest in de keel’, om zo recht te doen aan een vrouwelijk stem die door de geschiedschrijving geen recht had op geschreven letters op papier, een voorrecht gereserveerd aan de mannelijke.
Het boek is een fascinerende caleidoscoop van door elkaar warrelende, schijnbaar at random neergepende verhalen, en stijlen, en onderwerpen. Zo lezen we over een uitgeputte jonge huismoeder van vier, opgesloten tussen voeding en huistaken, haar rebelse jeugdjaren, haar verkeerde studiekeuzes en het thuiskomen in de liefde. Haar drang naar controle in de chaos uit zich in het fanatiek afstrepen van banale taaklijstjes, tot ze een verhevener lijst maakt: haar queeste naar Eibhlín Dubh Ní Chonaill. Onder haar pen en, echt wel, ongebreidelde fantasie komt deze vrouw langzaam tot leven. Maar het moet gezegd dat ze bijna fanatiek investeert om de blancos waarheidsgetrouw in te vullen: ze brengt uren zoek in archieven, musea en plaatsvisites.
Een tweede rode draad vormt het ‘vrouwelijke’: wordt het motief ‘vrouwelijke stem’ nog letterlijk en repetitief door de teksten geweven, als een mantra, komt het vrouwelijke thema subtiel, op kousenvoetjes naar de lezer getrippeld.Hier komt het schrijverstalent van Doireann Ní Ghríofa pas goed tevoorschijn: ze slaagt erin om haar boek als vrouwelijke stem te laten klinken.
Ze doet het subtiel, ze doet het brutaal, ze doet het grandioos (en als je meer wil weten: lees het boek!).
Dit werd verondersteld een recensie te zijn, wat een zekere reflectie en objectieve afweging inhoudt: ik volg niet. Ik vind ‘Een geest in de keel’ grandioos, boeiend, meeslepend, innemend, intens en intens vermoeiend, poëtisch zeker, romantisch ook, herkenbaar!, en zo jaloersmakend goed geschreven. Zucht.
Ik blijf stukjes herlezen en laagjes ontdekken, en nee ik sta (nog niet) met de armen naar de wolken geheven de was op te hangen (heb ik een droogkast voor tenslotte), maar ik geniet wel van de ritmische energie in woordkeuzes en zinsbouw. Compliment trouwens aan de vertaalster, mooi gedaan.
Ten slot, het is geen geheim, ik las dit boek in groepsverband, in een levendige leesclub. Het was een eer hier deel van uit te maken en doorheen de vraagjes ook hier onzichtbare vrouwen tevoorschijn te zien komen (deze opmerking is genderneutraal).
Het ultieme bewijs dat je een goed boek in handen hebt: de herkenning en erkenning die allen erin vonden, de spiegel die het licht in deze kamers deed schijnen. Dank.
1
Reageer op deze recensie