Littekens als vleugels
‘Een jaar na de brand zet mijn arts mijn masker af en zegt hij dat ik een leven moet zoeken.’
De 16-jarige Ava is een brandoverlever, haar ouders en nichtje Sarah kwamen om in de huisbrand. Zijzelf is zestig procent verbrand, waar vooral haar gezicht en handen verwoest zijn. Na ontelbare pijnlijke operaties, transplantaties en moeizame revalidatie begint haar nieuwe leven, haar ‘nieuwe normaal’. Ze gaat naar school.
Ava neemt, als de ik-verteller, de lezer bij de hand. In korte zinnen, spitse dialogen en rake beschrijvingen gaat ze van het ‘nu’ naar haar verleden in de vorm van herinneringen aan haar ouders, school en de ziekenhuisperiode. Een slimme manier om zowel vaart als lucht in het verhaal te houden. Ava zit in een zwaar rouwproces: ze verloor zowel haar familie als haar fysieke zelf. De vrolijke knappe Ava is verdwenen, in de spiegel ziet ze een vreemd gezicht.
‘Een gezicht als een lappendeken. Schilferig en rauw en onherkenbaar. Witte vlakken, roze vlakken, als een gesmolten kaars bevroren in de tijd.’
Ze ontmoet Piper, het tegengestelde van de zich wegstoppende Ava. Luidruchtig, provocerend en met felgekleurde kleren ramt ze met haar rolstoel ieder die haar in de weg staat. Ook snoert ze open monden met haar sarcastische taal. Ze worden vriendinnen, want ’niemand overleeft de middelbare school alleen’. Ava vindt haar weg, gaat bij toneel en schrijft in haar therapiedagboek. De bijna lege bladzijden met de betekenisvolle poëtische woordopsommingen zijn beslist de mooiste pagina’s uit het boek.
‘Ik klamp me vast aan de sterren, hoor sirenes naderen, zware voetstappen dreunen. Stemmen roepen. Handen op mijn rug. Tillen me op. Nee. Nee. Nee. Laat me hier. Waar de sterren me bijeenhouden.’
Asad, een gekleurde immigrantenzoon en buitenbeentje op de witte school, voegt zich bij het duo. Het verhaal doet hier aan het trio uit John Greens Een weeffout in onze sterren denken. Ook zij hanteren humor en zelfspot om met het eigen ongeluk om te gaan. Na de turbulente hoofdstukken vol revolte en spottende afwijzing, glijdt het verhaal naar een herkenbaar YA-level.
Zo is er de populaire pestkop Kenzie, er zijn vetes en er is een schijn van een romance. Tot het onverwachte gebeurt – een zwaar crisismoment. Daarop verstilt het verhaal. De toon wordt ingetogener, intiemer zelfs. Ava gaat de confrontatie met haar innerlijke littekens aan, stelt zich open naar anderen toe en maakt een therapeutische reis:
‘Wat ik langzaam onderken is dat ik onder mijn huid dezelfde Ava ben. Onder de as, de rook, de littekens – een meid. Haar vleugels klaar om te worden gespreid.’
De debuterende Erin Stewart toont zich een rasvertelster. Hoeveel ballen ze ook in de lucht gooit, ze vangt ze netjes weer op. We krijgen goed gedoseerd inzage in het pijnlijke genezingsproces van een brandwondenpatiënt met begrippen zoals ‘drukmasker’ en ‘debridement’. Eerlijk verteld, maar niet choquerend. Fijngevoelig beschrijft ze het rouwproces van tante Cora en oom Glenn, die hun dochter verloren maar zich toch volledig richten op Ava.
Ook dokter Layne, de psychiater die de brandoverlevers begeleidt, is levensecht neergezet. Menig bemerking van haar kan zo dienen als inspiratiebron voor ieder die door het leven werd gekwetst. Het zijn immers niet alleen brandwonden die littekens veroorzaken. Stewart laat emoties uit het volledige spectrum voorbij komen; humor, rouw, begrip, introspectie, hoop en affectie. Het verhaal is eerlijk en geloofwaardig zonder melig te worden.
Hierbij hanteert de auteur een vlotte stijl, met een sprekende en inventieve taal die talrijk is aan rake woordsamenvoegingen. Geschreven met een luchtige maar fijne pen laat Stewart de lezer zo in dit pure en herkenbare verhaal stappen. Hulde ook aan vertaalster Elise Kuip, die bewijst dat Nederlands fris en modern kan klinken zonder emoticonjargon.
Het vuur in mij is een prachtig boek over hoe een vrolijke tiener plots een brandoverlever wordt. Geen slachtoffer, maar ook geen inspiratiebron, want ze koos hier niet voor. De feniks verrijst uit zijn as en littekens worden vleugels.
Reageer op deze recensie