Vakantiethriller in een sneeuwstorm
Kiki Van Dijk (1968) is het pseudoniem van een Nederlandse auteur die liefst anoniem wil blijven. Een wens die haar stijgend aantal (vrouwelijke) fans zorgvuldig respecteren; haar blijft de heksenjacht bespaard zoals die op Elena Ferrante. Ze schrijft vakantiethrillers die zich afspelen in een bekend vakantieoord – boeken met titels als Bali, Nice en Ibiza. Winterberg is een Duits ski-oord, dus in dit verhaal geen zon, maar meters sneeuw.
Roos is dringend toe aan een pauze. Ze heeft net haar goedlopende zaak verkocht en de volgende stap is de scheiding regelen met haar man Jelle. Ze nodigt haar twee vriendinnen uit op een ontspannend skiweekend en kiest hiervoor hotel Bremberg in het Duitse Winterberg. Het is een reis terug in de tijd, want als kind met astma kwam ze hier regelmatig kuren.
Als Roos in Bremberg toekomt, merkt ze dat er weinig veranderd is. Het hotel behield zijn ouderwetse stijl en Harald, zoon van de vorige eigenaars, herkent haar meteen. Toch heeft ze een onwerkelijk gevoel, want wie is die man met snor die steeds op de achtergrond opduikt en haar stiekem lijkt te filmen? Dan vangt Roos toevallig een telefoongesprek op tussen haar vriendin en man. Zijn die twee geliefden? Ontzet over dit dubbele verraad sluit ze zich op in haar kamer. De volgende morgen valt de wereld stil: het hotel is ingesneeuwd en Roos blijkt verdwenen.
Het verhaal wordt in korte hoofdstukjes verteld die afwisselend Roos en Frank volgen, de man die in haar is geïnteresseerd. Door het perspectief van de alwetende verteller te gebruiken, weet de lezer lekker meer en wordt daardoor medespeurder. Zo weet de lezer dat Roos nog leeft, maar de auteur voert de spanning flink op door maar mondjesmaat het mysterie rond haar verdwijning te onthullen. Haar lot blijft daarmee zelfs met deze kennis erg onzeker.
Een lijk in de proloog, een mysterieuze man die spiedt, een ouderwets hotelletje, de bewoners afgesloten van de buitenwereld, iedereen heeft een geheim. Het is een huis clos die zo lijkt geënt op grootmeester Agatha Christie. De Poirot van dienst heet hier echter Frank, een sombere journalist met liefdessmart en zo weeft Van Dijk de feelgoodfactor in haar verhaal.
Naar mate het verhaal vordert, verliest het wel de nodige evenwicht: een aanvankelijk interessante plot wordt hoe langer hoe ingewikkelder. Het is lastig om de intriges, geheimen en wie-is-wie uit elkaar te houden. Kiki van Dijk weet echter hoe je een thriller opbouwt en de lezer bij de les houdt. De steeds sneller volgende gebeurtenissen monden uit in een denderende, filmische finale. Het decor is er, de verbeelding van de lezer doet de rest.
Korte zinnen in een eenvoudig vlot Nederlands worden gecombineerd met actieve dialogen; een schrijfstijl die puur leesplezier belooft. Literaire hoogstandjes en beklijvende oneliners hoef je niet te verwachten, maar een vakantiethriller vraagt ook geen te kritische lezer. Wat Van Dijks lezers zoeken, krijgen ze; enkele uurtjes spannende ontspanning met een happy end. Of hoor je geen violen op het einde? Er is maar één manier om hier achter te komen...
Reageer op deze recensie