Lezersrecensie
Geen leesboek maar studieboek
Sri Nisargadatta Maharaj werd geboren in 1897 in India. Hij is de auteur van hét standaard werk in de Advaita Vedanta, non-dualiteit: 'I Am That', dat vertaald is in vele talen inclusief het Nederlands (door Wolter Keers). Net als in al zijn werken gaat het in Bewustzijn en het absolute om intuïtief begrijpen, stil zijn en luisteren.
In dit werk vinden we gebundelde dialogen waarbij de leerling een vraag stelt aan de leermeester, dit wordt Satsang genoemd. Een Satsang is letterlijk een bijeenkomst in waarheid. De vragen worden gesteld door leerlingen die al enige bekendheid met de non-duale gedachtegang hebben: ‘Hoe kan ik mijn Zelf ervaren? Waar komt het bewustzijn vandaan? Hoe kun je de geest alert houden? Hoe komt het dat we automatisch over onszelf denken als afgescheiden individuen?’ De samenkomsten van Maharaj zijn op cassettebandjes opgenomen. Hij sprak meestal in zijn moedertaal (Marathi) en een aanwezige vertaler werkte de tekst in het Engels uit, zodat het gepubliceerd kon worden.
Maharaj heeft een nietsontziende stijl van onderricht geven waarbij hij rijkelijk gebruik maakt van metaforen. Onomwonden en zonder overbodige woorden geeft hij antwoord op levensvragen. Opmerkelijk is dat hij tegen zijn bezoekers zegt: “Ik raad het niemand aan om te komen luisteren, want ze zullen hun interesse in hun gezin of het leven van alledag verliezen.” Dit nodigt juist uit tot doorlezen!
Met amper 140 bladzijden zou je denken het boekje in no-time uit te lezen. Dat is een illusie. Maharaj zegt: ‘Ik ben geïnspireerd om te praten. Wat ik zeg, gaat echter zo diep dat maar heel weinig mensen het zullen begrijpen.’ De vraag rijst: Behoor ik tot deze groep mensen? Alleen dit al motiveerde mij om aandachtig steeds kleine stukjes te lezen. Bewustzijn en het absolute zijn de laatste gesprekken met Nisargadatta Maharaj. De laatste lezing was op 30 juni 1981. Op 8 september van dat jaar overleed hij. Hij liet veel studiemateriaal achter, waaronder dit werk vol innerlijke beschouwingen. Een boek om steeds weer op te pakken.
In dit werk vinden we gebundelde dialogen waarbij de leerling een vraag stelt aan de leermeester, dit wordt Satsang genoemd. Een Satsang is letterlijk een bijeenkomst in waarheid. De vragen worden gesteld door leerlingen die al enige bekendheid met de non-duale gedachtegang hebben: ‘Hoe kan ik mijn Zelf ervaren? Waar komt het bewustzijn vandaan? Hoe kun je de geest alert houden? Hoe komt het dat we automatisch over onszelf denken als afgescheiden individuen?’ De samenkomsten van Maharaj zijn op cassettebandjes opgenomen. Hij sprak meestal in zijn moedertaal (Marathi) en een aanwezige vertaler werkte de tekst in het Engels uit, zodat het gepubliceerd kon worden.
Maharaj heeft een nietsontziende stijl van onderricht geven waarbij hij rijkelijk gebruik maakt van metaforen. Onomwonden en zonder overbodige woorden geeft hij antwoord op levensvragen. Opmerkelijk is dat hij tegen zijn bezoekers zegt: “Ik raad het niemand aan om te komen luisteren, want ze zullen hun interesse in hun gezin of het leven van alledag verliezen.” Dit nodigt juist uit tot doorlezen!
Met amper 140 bladzijden zou je denken het boekje in no-time uit te lezen. Dat is een illusie. Maharaj zegt: ‘Ik ben geïnspireerd om te praten. Wat ik zeg, gaat echter zo diep dat maar heel weinig mensen het zullen begrijpen.’ De vraag rijst: Behoor ik tot deze groep mensen? Alleen dit al motiveerde mij om aandachtig steeds kleine stukjes te lezen. Bewustzijn en het absolute zijn de laatste gesprekken met Nisargadatta Maharaj. De laatste lezing was op 30 juni 1981. Op 8 september van dat jaar overleed hij. Hij liet veel studiemateriaal achter, waaronder dit werk vol innerlijke beschouwingen. Een boek om steeds weer op te pakken.
2
Reageer op deze recensie