Lezersrecensie
Ware poëzie
Wolter Keers schreef Tao’s Tuin al in 1949 als 26-jarige jongeman voordat hij naar India vertrok waar hij o.a. de twee belangrijke spirituele leraren Ramana Maharshi en Nisargadatta Maharaj bezocht. Keers was een van de eersten in Nederland en België die de weg van de non-dualiteit introduceerde. Lucy Auch schreef het voorwoord dat al bijna even poëtisch is als het werk zelf. Zij schreef in 2018 het boek: 'Liefde op zoek naar zichzelf – Wolter Keers over leven en liefde' dat bestaat uit originele teksten van Keers.
De teksten in Tao’s Tuin zijn nog steeds en telkens weer, verrassend actueel. Het gaat over universele waarden en is een geheel vrije interpretatie van de Tao Teh King van Lao Tse, een van de grootste filosofische werken ooit geschreven. Tao is per definitie onbeschrijfbaar en vormt een wezenlijk onderdeel van de oosterse filosofie. Noem het de oneindige kosmische eenheid, in harmonie en verbonden met het oerprincipe of zoals Keers zegt: ‘alles in alles, alles door alles, alles ondanks alles.’ Het is het meegaan op de stroom van het leven.
‘Toen het licht kwam
werd het oog gewond,
totdat het oog het licht
geworden was.
Toen verloor de verwonding
haar zin’
De vier delen lopen veelal vloeiend in elkaar over waardoor er een verhaal bestaande uit verzen uit het dagelijks leven is ontstaan, lijkend op hersenspinsels. Afzonderlijk gelezen is het ware poëzie. Keers brengt in dit werk ook een ode aan de Amerikaanse dichter Walt Whitman. Het is evident dat hij Whitman wil eren; hij was immers van grote betekenis voor de Amerikaanse literatuur. De prachtige in mystiek en raadselen gehulde illustraties passen perfect bij het geheel en zijn van de hand van Theodora Plas. Een leeslint completeert het geheel. Een fraai boek met grote zeggingskracht.
De teksten in Tao’s Tuin zijn nog steeds en telkens weer, verrassend actueel. Het gaat over universele waarden en is een geheel vrije interpretatie van de Tao Teh King van Lao Tse, een van de grootste filosofische werken ooit geschreven. Tao is per definitie onbeschrijfbaar en vormt een wezenlijk onderdeel van de oosterse filosofie. Noem het de oneindige kosmische eenheid, in harmonie en verbonden met het oerprincipe of zoals Keers zegt: ‘alles in alles, alles door alles, alles ondanks alles.’ Het is het meegaan op de stroom van het leven.
‘Toen het licht kwam
werd het oog gewond,
totdat het oog het licht
geworden was.
Toen verloor de verwonding
haar zin’
De vier delen lopen veelal vloeiend in elkaar over waardoor er een verhaal bestaande uit verzen uit het dagelijks leven is ontstaan, lijkend op hersenspinsels. Afzonderlijk gelezen is het ware poëzie. Keers brengt in dit werk ook een ode aan de Amerikaanse dichter Walt Whitman. Het is evident dat hij Whitman wil eren; hij was immers van grote betekenis voor de Amerikaanse literatuur. De prachtige in mystiek en raadselen gehulde illustraties passen perfect bij het geheel en zijn van de hand van Theodora Plas. Een leeslint completeert het geheel. Een fraai boek met grote zeggingskracht.
1
Reageer op deze recensie