Een verhaal waar je helemaal in opgaat
In 2011 hebben Paul van Loon en de Efteling samen een verhaal bedacht over het stadje Raveleijn. Daarvan is op RTL een tv-serie verschenen en in de Efteling is een show ontwikkeld met ruiters, paarden en raven. Dit is het boek dat hoort bij de show en de serie.
In het verhaal verhuist de familie Woudenberg van de drukke stad naar het superrustige, bosachtige platteland. Papa, mama en de vijf kinderen gaan wonen in een eeuwenoude herberg. De kinderen hebben er niet veel zin in, zeker Thomas, de oudste niet. De verhuizing kost hem zijn plaats als gitarist in de rockband The Killer Raven. Maurice, de tweede zoon, is de whizzkid van het stel heeft er wat minder moeite mee: hij vindt al gauw informatie over een oude stad die in de Middeleeuwen in de buurt lag, misschien kan hij wel opgravingen doen. Dan is er nog de tweeling Lisa en Emma, die is omgekocht door papa: als ze zijn verhuisd komt er een puppy. Joost, de jongste, vindt het wel “kicken”; wonen in een bos en zo’n oud huis. Voor mama Woudenberg is de nieuwe woning ideaal om in de tuin een atelier te maken, waarin ze kan schilderen. Papa Woudenberg gaat zich toeleggen op de wijngaard.
Als de kinderen op een dag door het bos dwalen, verdwijnt de kleine Joost opeens door een oude poort. De anderen zoeken overal: in het bos, achter de poort, maar Joost is onvindbaar. Tot hij plotseling terugkomt met een vreemd verhaal: hij was aan de andere kant van de poort veranderd in een groot mens en hij zat op een paard. Grote broer Thomas begrijpt er niets van. Hij gaat het zelf een keer proberen en inderdaad: ook hij verandert in een groot mens op een paard.
Ondertussen is mama overfanatiek vreemde schilderijen aan het schilderen. Een geheimzinnige vrouw en ruiters die verdacht veel lijken op de kinderen als ze door de poort zijn gegaan. Thomas moet er meer van weten en op een nacht gaan de kinderen er met zijn allen heen. Ze redden een heel mooi meisje van vreemde monsters en vinden mensen die in grotten leven, omdat ze niet langer in Raveleijn konden blijven wonen. Hun leider vertelt dat de kinderen de Uitverkorenen zijn, de Vijf. Volgens een oud verhaal zijn De Uitverkorenen ridders die graaf Grafhart zullen verslaan, die de stad Raveleijn onderdrukt.
Dat wil Thomas niet, het is veel te gevaarlijk voor zijn broertjes en zusjes. Ze gaan terug naar hun eigen wereld. Maar de gedachte aan het mooie meisje laat Thomas niet los en van wie is die stem toch die hij hoort? Hij kan er niet omheen: zij zijn de Uitverkorenen en ze moeten hun missie volbrengen. Dus gaan ze nog een keer terug naar de poort. Maar al zijn ze uitverkorenen, hoe kun je nou een graaf verslaan als je zelfs nog nooit hebt gevochten? Gaat het vanzelf? Graaf Grafhart is listig en weet met bijzondere uitvindingen het de kinderen erg moeilijk te maken. En dan is er ook nog zijn grote geheime wapen, voor het geval dat de Uitverkorenen toch in Raveleijn zouden komen. Niemand weet zelfs van het bestaan van het geheime wapen. Zou het de kinderen wel lukken om hun taak, hun roeping te volbrengen?
Dit verhaal is een echt Paul van Loon verhaal in dezelfde stijl als Dolfje Weerwolfje en De Griezelbus. De werkelijkheid zoals wij die kennen gaat moeiteloos over in een fantasiewereld, waarin van alles kan. Waarin monsters bestaan en kleine kinderen opeens groot zijn. Het verhaal is spannend en fantasierijk. Als je het gelezen hebt wil je meteen naar de show in de Efteling om De Uitverkorenen, het meisje Samira, de bannelingen en graaf Grafhart en zijn monsters zelf in actie te zien.
Voor dit verhaal kreeg Paul van Loon zijn tiende prijs van de Kinderjury.
Leeftijd: 10+
Reageer op deze recensie