Lezersrecensie
Spannende historische roman
Lidy Nicolasen was jarenlang als journalist verbonden aan de Volkskrant. Eerder publiceerde zij 'Dame met hoed', 'Van onze verslaggeefster' en 'De eeuw van Sonja Prins'.
In het kort: Nicolasen beschrijft de gebeurtenissen door de ogen van ‘Kiste Trui’. Een volkslegende beschrijft hoe deze vrouw jarenlang over de hei zwierf, op zoek naar een schat die de broers van Willem van Oranje zouden hebben begraven, rond de slag op de Mokerhei op 14 april 1574.
In Mook staat nog altijd een oud huis met de naam 'Die swaere noodt'. Dat is een overblijfsel uit die tijd, toen de Spanjaarden en de opstandige Geuzen, onder leiding van Hendrik en Lodewijk - de broers van Willem van Oranje , tegenover elkaar stonden.
Als lezer ga je je vragen stellen: Wat is er gebeurd waardoor dit huis deze naam draagt? En wat is dat met Kiste Trui?
Lidy Nicolasen groeide op in de buurt van Mook, en in dit boek kruipt zij in de huid van deze even legendarische als tragische historische figuur.
Ze verweeft de legende van Kiste Trui met de gebeurtenissen die vooraf gingen aan de slag op de Mookerheide, en heeft tevens oog voor de slepende godsdiensttwisten en de ongelijke sociale verhoudingen in de zestiende eeuw.
Catharina Schrijlenburg, dochter van Petronella Pluympot en Wolter Hendrikus Schrijlenburg, kortweg ‘Trui’ of ‘Kiste Trui’ die haar leven lang over de heide doolde om de schat te zoeken.
Nicolasen heeft van Kiste Trui een eigenzinnige dame gemaakt, die door haar eigengereidheid uit de toon valt in het dorp. Ze laat Trui aan het begin van het boek, als ze al op leeftijd is, deze prachtige zin mijmeren:
‘Ik schaam me voor hun schimpscheuten, geuit om te schaden. Ik schaam me voor de dwazen en onnadenkende zielen die zich door trollen als mooisprekers laten opjutten en aanzetten tot haat, die zich laten verleiden onschuldige slachtoffers te geleiden naar de brandstapel en die pas genoegdoening of liever gezegd bevrediging beleven als de fakkel dooft en het lichaam uiteenvalt in verkoolde botten.’
Ik zie daarin ook een link met de actualiteit, al was het maar dat trollen ook op internet bestaan.
Het boek begint als Trui de kist gevonden heeft. De rest is één grote flashback, naar de tijd voor en vlak na de slag op de Mookerhei, toen Trui nog een meisje van een jaar of 10 was.
De historische roman is weer populair aan het worden. Tegenwoordig wordt een geschiedenis dan vaak bezien door de ogen van 'de gewone man/vrouw' in die tijd. Zo ook in dit boek. Probleem is alleen: die wist niets, of nauwelijks iets. Niet wie Willem van Oranje was, niet hoeveel soldaten naderden, niet wie koning of paus was. Niets. Oplossing die Nicolasen kiest, ligt in 'comfort of disbelief', Dat is een truc uit diverse genres (thriller, avontuur, maar ook horror): alles kan, als het maar geloofwaardig gebracht wordt. Van die taak kwijt Lidy Nicolasen zich meer dan behoorlijk.
Het lijkt af en toe of ze persoonlijke herinneringen uit haar eigen jeugd nabij Mook, verwerkt heeft in het 16e-eeuwse Mook. Voor historische puristen is dat misschien not done, maar het maakt het wel zeer herkenbaar voor veel lezers. En op andere momenten beschrijft ze weer erg beeldend, alsof je er zelf naar staat te kijken. Bijvoorbeeld als ze de lange kolonnes soldaten het dorp ziet binnentrekken:
'Een marketenster had een legerhoed op haar hoofd gezet en in haar hand droeg ze een bierpul. Aan een stok over haar schouder hingen een worst en een dode haan. Magere honden sprongen en blaften naar de worst en de haan, totdat de marketenster het zat was, zich omdraaide en stevig met haar voet uithaalde. De honden schoten jankend weg. Toen ze Frenske zag kijken, lonkte ze grijnzend. Ze klakete met haar tong en greep met haar hand vol in haar kruis. Ik zag haar bruine, pitse tanden. Frenske klakte ook met zijn tong, het gebaar dat hij maakte kon ik niet zien, maar ik horde hem diep in zijn keel lachen.‘
Ook de Grote Geschiedenis komt volop aan bod; koning v Spanje, Willem van Oranje, protestanten, Erasmus, Geuzen, hoe het zat met al die hertogdommen en graafschappen. Lidy Nicolasen heeft dat verstopt in de hoofdfiguren. Dat maakt het af en toe met de haren erbij getrokken maar wel weer erg toegankelijk voor de geïnteresseerde lezer, die meer van deze periode wil weten en ook van een spannend verhaal houdt.
Want de spanning stijgt. Naarmate de veldslag nadert word je steeds meer bezorgd om het lot van de hoofdfiguren, die arme dorpelingen, en nieuwsgierig naar de afloop, met de schatkist en al. Al ken je de afloop, de geuzen verloren immers. Dat heeft Nicolasen prachtig opgebouwd. Tijdens en na de veldslag is het echt een pageturner, je wordt meegesleurd in het daverende ritme van de gebeurtenissen.
‘Het was een machtig gezicht. Tweehonderd Spaanse piekeniers bewogen zich sluipenderwijs voorwaarts naar de verschansing. Stijf tegen elkaar aan gedrukt, hun pieken recht vooruit tussen de lichamen van de voorste mannen door. Ze deinden als in een dans, een macabere dans. Nee, het was geen dans noch een levend speldenkussen, die woorden zijn te lieflijk, te ongevaarlijk, te lachwekkend. Het was een weerspiegeling van een gruwelijk insect dat met zijn spitse angels de vijand naderde om hem een dodelijke steek of beet toe te dienen.’
Kortom: een aanrader voor iedereen die van geschiedenis en van een mooi verhaal houdt.
In het kort: Nicolasen beschrijft de gebeurtenissen door de ogen van ‘Kiste Trui’. Een volkslegende beschrijft hoe deze vrouw jarenlang over de hei zwierf, op zoek naar een schat die de broers van Willem van Oranje zouden hebben begraven, rond de slag op de Mokerhei op 14 april 1574.
In Mook staat nog altijd een oud huis met de naam 'Die swaere noodt'. Dat is een overblijfsel uit die tijd, toen de Spanjaarden en de opstandige Geuzen, onder leiding van Hendrik en Lodewijk - de broers van Willem van Oranje , tegenover elkaar stonden.
Als lezer ga je je vragen stellen: Wat is er gebeurd waardoor dit huis deze naam draagt? En wat is dat met Kiste Trui?
Lidy Nicolasen groeide op in de buurt van Mook, en in dit boek kruipt zij in de huid van deze even legendarische als tragische historische figuur.
Ze verweeft de legende van Kiste Trui met de gebeurtenissen die vooraf gingen aan de slag op de Mookerheide, en heeft tevens oog voor de slepende godsdiensttwisten en de ongelijke sociale verhoudingen in de zestiende eeuw.
Catharina Schrijlenburg, dochter van Petronella Pluympot en Wolter Hendrikus Schrijlenburg, kortweg ‘Trui’ of ‘Kiste Trui’ die haar leven lang over de heide doolde om de schat te zoeken.
Nicolasen heeft van Kiste Trui een eigenzinnige dame gemaakt, die door haar eigengereidheid uit de toon valt in het dorp. Ze laat Trui aan het begin van het boek, als ze al op leeftijd is, deze prachtige zin mijmeren:
‘Ik schaam me voor hun schimpscheuten, geuit om te schaden. Ik schaam me voor de dwazen en onnadenkende zielen die zich door trollen als mooisprekers laten opjutten en aanzetten tot haat, die zich laten verleiden onschuldige slachtoffers te geleiden naar de brandstapel en die pas genoegdoening of liever gezegd bevrediging beleven als de fakkel dooft en het lichaam uiteenvalt in verkoolde botten.’
Ik zie daarin ook een link met de actualiteit, al was het maar dat trollen ook op internet bestaan.
Het boek begint als Trui de kist gevonden heeft. De rest is één grote flashback, naar de tijd voor en vlak na de slag op de Mookerhei, toen Trui nog een meisje van een jaar of 10 was.
De historische roman is weer populair aan het worden. Tegenwoordig wordt een geschiedenis dan vaak bezien door de ogen van 'de gewone man/vrouw' in die tijd. Zo ook in dit boek. Probleem is alleen: die wist niets, of nauwelijks iets. Niet wie Willem van Oranje was, niet hoeveel soldaten naderden, niet wie koning of paus was. Niets. Oplossing die Nicolasen kiest, ligt in 'comfort of disbelief', Dat is een truc uit diverse genres (thriller, avontuur, maar ook horror): alles kan, als het maar geloofwaardig gebracht wordt. Van die taak kwijt Lidy Nicolasen zich meer dan behoorlijk.
Het lijkt af en toe of ze persoonlijke herinneringen uit haar eigen jeugd nabij Mook, verwerkt heeft in het 16e-eeuwse Mook. Voor historische puristen is dat misschien not done, maar het maakt het wel zeer herkenbaar voor veel lezers. En op andere momenten beschrijft ze weer erg beeldend, alsof je er zelf naar staat te kijken. Bijvoorbeeld als ze de lange kolonnes soldaten het dorp ziet binnentrekken:
'Een marketenster had een legerhoed op haar hoofd gezet en in haar hand droeg ze een bierpul. Aan een stok over haar schouder hingen een worst en een dode haan. Magere honden sprongen en blaften naar de worst en de haan, totdat de marketenster het zat was, zich omdraaide en stevig met haar voet uithaalde. De honden schoten jankend weg. Toen ze Frenske zag kijken, lonkte ze grijnzend. Ze klakete met haar tong en greep met haar hand vol in haar kruis. Ik zag haar bruine, pitse tanden. Frenske klakte ook met zijn tong, het gebaar dat hij maakte kon ik niet zien, maar ik horde hem diep in zijn keel lachen.‘
Ook de Grote Geschiedenis komt volop aan bod; koning v Spanje, Willem van Oranje, protestanten, Erasmus, Geuzen, hoe het zat met al die hertogdommen en graafschappen. Lidy Nicolasen heeft dat verstopt in de hoofdfiguren. Dat maakt het af en toe met de haren erbij getrokken maar wel weer erg toegankelijk voor de geïnteresseerde lezer, die meer van deze periode wil weten en ook van een spannend verhaal houdt.
Want de spanning stijgt. Naarmate de veldslag nadert word je steeds meer bezorgd om het lot van de hoofdfiguren, die arme dorpelingen, en nieuwsgierig naar de afloop, met de schatkist en al. Al ken je de afloop, de geuzen verloren immers. Dat heeft Nicolasen prachtig opgebouwd. Tijdens en na de veldslag is het echt een pageturner, je wordt meegesleurd in het daverende ritme van de gebeurtenissen.
‘Het was een machtig gezicht. Tweehonderd Spaanse piekeniers bewogen zich sluipenderwijs voorwaarts naar de verschansing. Stijf tegen elkaar aan gedrukt, hun pieken recht vooruit tussen de lichamen van de voorste mannen door. Ze deinden als in een dans, een macabere dans. Nee, het was geen dans noch een levend speldenkussen, die woorden zijn te lieflijk, te ongevaarlijk, te lachwekkend. Het was een weerspiegeling van een gruwelijk insect dat met zijn spitse angels de vijand naderde om hem een dodelijke steek of beet toe te dienen.’
Kortom: een aanrader voor iedereen die van geschiedenis en van een mooi verhaal houdt.
1
Reageer op deze recensie