Een kleine, trage wereld die een vlucht neemt
Rauwe liefde, miscommunicatie en de kwetsbaarheid van het leven. Dat is Branduren, de derde roman van Cobi van Baars, in een notendop. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel, 'Begin', staat de bevalling van Naomi centraal. De tweede helft van het boek ('Einde') draait om een sterfgeval. Naomi is het hoofdpersonage van Branduren, maar ieder hoofdstuk beschrijft de gedachten en wandelgangen van een ander personage. De verschillende hoofdstukken zijn afwisselend geschreven vanuit het perspectief van Naomi, haar vader Gerrit en haar moeder Barbara, haar vriend Bient en zijn vader Michel en zijn moeder Tjitske.
Een belangrijk thema van het boek is communicatie, of eigenlijk het gebrek eraan. Omdat je als lezer getuige bent van de gedachten van de verschillende personages, worden de hiaten tussen wat ze denken en wat ze met elkaar delen des te duidelijker. De miscommunicatie vindt zeker niet alleen plaats tussen de dove Bient en zijn omgeving, maar zijn doofheid is wel een mooi voorbeeld van het thema. Naomi en Bient duiken tijdens hun eerste afspraakje, zonder een woord te hebben gewisseld, meteen met elkaar het bed in en Naomi weet daardoor niet dat Bient doof is.
Naomi is direct zwanger en hun relatie begint in een sneltreinvaart. Ze leert nooit goed gebarentaal, dus hun gesprekken blijven tijdens het hele boek moeizaam verlopen. Wanneer ook hun kindje doof blijkt te zijn, wil Naomi dat ze zo snel mogelijk een implantaat krijgt zodat ze kan horen, terwijl Bient wil dat ze naar speciaal onderwijs gaat zodat ze zal voelen dat doof zijn geen handicap is. Meerdere keren in het boek beschrijft Van Baars dat dove mensen in de horende wereld als geestelijk beperkt worden benaderd, alsof hun hersenen niet werken omdat er niet op de 'standaard' manier met hen kan worden gecommuniceerd.
Vaak kabbelt Branduren een beetje voort, vol met prachtige zinnen om bij weg te dromen waarin de wereld klein, traag en gedetailleerd is opgeschreven.
‘Sterker nog dan vanochtend heb ik de ervaring dat ik de tijd eronder heb, dat ik hem ontmaskerd heb, hem van zijn troon heb gestoten, dat de tijd mijn leven niet meer bepaalt, maar ik de tijd.’
Maar dan ineens belandt het verhaal in een soort stroomversnelling, waarbij je als lezer amper doorhebt wat er gebeurt, laat staan dat de personages het bij kunnen houden. Dit gebeurt meerdere keren, maar vooral rond het sterven in het tweede deel van het boek gaat het voor sommige personages veel te snel. Terwijl de één sterft, heeft een ander personage nog niet eens in de gaten dat de stervende zo dicht bij het einde zit. Hierdoor lijkt het soms alsof het boek uit verschillende verhalen bestaat. Dit wordt nog eens versterkt door de verschillende perspectieven. En dit is jammer, want het haalt de lezer uit het verhaal. Net zoals de vrij grove gedachten van Michel tijdens de bevalling van Naomi:
‘Ik kijk naar die spleet die zo prominent tentoongesteld wordt dat er niets meer rondom lijkt te zijn. Ze vreet alle aandacht. Ook die van mij, want nu ik eenmaal gekeken heb, kom ik er niet meer van los. Ik word zo mogelijk nog paarser en kortademiger, maar ik blijf kijken. Naar de kut van mijn schoondochter. De kut die ik moet fotograferen. Verdomme!’
Wel heel goed is de manier waarop Van Baars grote gebeurtenissen in kleine hapjes aan de lezer voorschotelt. Zo duurt het vele pagina’s tot duidelijk wordt wat er is gebeurd tijdens de brand, waar Barbara in de eerste zin van het boek over begint: 'Naomi is van na de brand.' Deze manier van informatie verstrekken maakt dat je het boek absoluut uit moet lezen. Branduren is een prachtig boek vol liefde, Shakespeareaanse verwarring en de kwetsbaarheid van ons bestaan.
Reageer op deze recensie