Verloren geschiedenis in Niemandsland
Heimweeland vertelt twee verhalen. Ten eerste het verhaal van de jonge vrouw Milla. Ze heeft geen contact meer met haar familie en haar man is bij haar weggegaan. Ze heeft alleen haar zoon van veertien. Toen de Berlijnse Muur viel hebben haar ouders haar als tweejarig meisje naar opa en oma gebracht om zelf op wereldreis te gaan en sindsdien voelt ze zich door alles en iedereen verlaten. Om zich minder eenzaam te voelen is ze altijd op zoek naar plekken waarvoor hetzelfde geldt. Dan stuit ze per toeval op een kelder dat van Hotel Waldeshöh blijkt te zijn geweest.
‘Milla had het gevoel dat als ze de trap weer op liep, ze in een gezellige keuken kwam, waar een pan soep op het vuur stond. Hoewel het huis boven de grond geamputeerd was, leefde de kelder nog.’
De tweede verhaallijn in Heimweeland is de geschiedenis van Hotel Waldeshöh en haar bewoners, de familie Dressel. Hotel Waldeshöh was tussen 1905 en de Tweede Wereldoorlog een populair hotel. Het staat sinds het ontstaan van de DDR in Niemandsland, precies op de grens tussen de DDR en West-Duitsland.
Milla vindt in de kelder het schoolschriftje van de jonge Christine Dressel en gaat naar haar op zoek. Ze vindt de familie, waar ze altijd van had gedroomd en de familie Dressel, en Christine in het bijzonder, vindt in Milla iemand die hen kan helpen uit te zoeken wat er met het hotel is gebeurd.
Voor auteur Kati Naumann is het ook een persoonlijk verhaal. Ze verbleef als kind elke zomer in het Thüringer Woud (waar Heimweeland zich ook afspeelt), in Niemandsland, bij haar opa en oma. Ze vertelt in een interview dat ze het vroeger volkomen normaal vond dat ze vanuit het woud naar het Westen konden kijken maar daar niet naartoe konden, dat vele wegen verboden waren, dat ze zich eerst bij de politie moesten melden als ze bij opa en oma op bezoek wilden en dat ze regelmatig hun papieren moesten laten zien als ze door het imposante woud liepen.
Het is een recept voor een prachtig boek. Het begin is ook erg mooi uitgewerkt. De kelder wekt de nieuwsgierigheid op, je voelt het enthousiasme van Milla. De schrijfster geeft mondjesmaat nieuwe informatie wat maakt dat je graag doorleest. In het verhaal van de familie Dressel gebeurt hetzelfde. Als lezer weet je niet meer dan de familie, je krijgt weinig inzicht in de politiek achter de beslissingen die hun leven beïnvloeden, wat het verhaal zo menselijk en persoonlijk maakt. Je leeft mee met de dagelijkse beslommeringen die groot en klein kunnen zijn. Naast de mensen beschrijft Naumann ook het bos zo dat je er als lezer een beetje van gaat houden. Het is goed te merken dat ze er zelf ook vaak is geweest. Het boek is vooral romantisch, vol met problemen, dat wel, maar je weet zeker dat het goed afloopt, dus je maakt je als lezer nooit echt zorgen.
Maar naarmate het verhaal vordert, wordt het vermoeiend om steeds dezelfde gevoelens, dezelfde gesprekken en dezelfde soort gebeurtenissen te lezen. Want hoewel bovengenoemde allemaal erg interessant is, snap je als lezer al snel dat de grensovergang problemen gaf. En je hoeft er als lezer geen drie keer op te worden gewezen dat Milla zich alleen op de wereld voelt, terwijl de familie Dressel een hechte familie is. Ook het verschil tussen Milla (die niets wil herinneren en alles van vroeger weggooit) en Christine (die een hele kamer vol met spullen uit en over Hotel Waldeshöh heeft en met weemoed terugkijkt op haar jeugd) is mooi en opvallend, maar wordt te vaak genoemd.
Desalniettemin is het boek mooi geschreven, is het familieverhaal door de jaren heen erg interessant om te lezen en leef je mee met Milla. Het mag alleen wel wat bondiger.
Reageer op deze recensie