Eindeloze herhaling van drugs en drank in feitelijke zinnen
Kyra Wuck (1978) had op z’n zachtst gezegd excentrieke ouders. Haar afwezige moeder Anne was alcoholist en overleed aan drank en drugs toen Wuck 11 jaar was. Ze was het soort moeder dat op elk feestje in flamboyante kleding dronken op de tafel danste. Wucks vader Otto overleed aan kanker toen ze 16 was. Hij was zorgzaam en had een rotsvast vertrouwen in de toekomst. Maar hij leefde van de wind, hij zorgde ervoor dat Jane (Wucks alter ego in Knikkerkoning) zwart reisde in het openbaar vervoer en hij stal of bedelde als hij weer eens zonder geld zat. Het waren mensen die buiten de maatschappij vielen.
Wuck schreef al eerder over haar ouders, in haar gedichten en korte verhalen. Haar poëziedebuut Finse meisjes verscheen in 2012 en in 2018 verscheen haar tweede poëziebundel genaamd De zee heeft honger. Haar verhalendebuut Noodlanding stamt uit 2018. Knikkerkoning is haar romandebuut.
Anne groeide op in Finland en wilde weg van haar veeleisende, overbezorgde moeder. Otto, de zoon van een gewelddadige Indische vader en veel te jong overleden Indische moeder, vluchtte net als Anne naar Amsterdam, waar de hippies in het Vondelpark sliepen. Knikkerkoning is het verhaal van Wucks ouders, maar de auteur hield zich bij het schrijven aan de regel 'een goed verhaal is beter dan de werkelijkheid'. Het is een boek over generaties, over opgroeien, loskomen van je ouders, je eigen weg vinden, zelf vader of moeder worden en daar je weg in vinden.
Maar Knikkerkoning is ook een eindeloze herhaling van drugs, drank, slechte bedden, foute vrienden en een gebrek aan geld. Een paar gebeurtenissen springen eruit: Otto die gelukkig is met zijn vriendin Mary, Otto en Anne die naar een feest van Brigitte Bardot gaan in haar tweede huis, de zwangerschap van Anne en een vakantie van Anne, Otto en Jane naar Italië waar Anne al hun geld opmaakt aan kleding en ze achter moet blijven terwijl Otto en Jane liftend terug gaan naar Amsterdam. Maar zelfs als het verhaal spannend wordt, voelt het niet zo aan. Wucks schrijfstijl is meer feitelijk dan empathisch. Het bestaat uit korte, zakelijke zinnetjes, en daarom kom je als lezer nooit echt dichterbij; je bekijkt het verhaal van een afstandje. Wuck legt veel uit, waardoor het boek eerder informatief te noemen is dan een roman.
'Otto en Ron zijn moe geworden van de hasj en gaan op zoek naar een slaapplek. Mary gaat met ze mee. Het is inmiddels gestopt met regenen. Harry moet naar huis. Iemand weet nog een leegstand pand.'
Ook staan er veel dramatische zinnen in die uit het niets lijken te komen. Zoals: 'Op die momenten hoopt ze dat er iets in haar kapotgaat, een klein onderdeel dat niemand kan zien maar zich langzaam steeds verder uitspreidt.' Of: 'Vanaf nu is ze alleen op deze wereld en zal ze het allemaal zelf moeten doen.' En: 'Het ochtendlicht voelt leeg en alles begint opnieuw.'
Het is een goed verhaal, daar bestaat geen twijfel over. Maar Wucks korte, zakelijke zinnetjes creëren zoveel afstand tot de lezer dat het boek leest als een soort studieboek over de jaren vijftig tot en met tachtig. Natuurlijk – hoe kan het ook anders met een dichter als auteur – staan er mooie, dichterlijke zinnen in het boek. Denk bijvoorbeeld aan: 'Ze kruipen dicht tegen elkaar en praten over mysterieuze natuurverschijnselen, hun naakte lichaam beschenen door het licht van de heilige.' En er staan ook mooie wijsheden in zoals 'Alles is continu in beweging. Dingen blijven nooit alleen negatief, simpelweg omdat alles voortdurend in verandering is.'
Maar het voelt gemaakt, een trucje van Wuck om zo veel mogelijk over haar ouders te vertellen in een kort verhaal. De wijsheid van de personages en hun kennis over hun eigen toekomst maakt het boek minder mooi en realistisch.
Reageer op deze recensie