Het label ‘YA-thriller’ vereist meer
‘Een ijzersterke pageturner met een originele twist van de Amerikaanse auteur Vivian Vande Velde.’ De woorden op de achterflap van 23 minuten zijn veelbelovend. Vivian Vande Velde, winnares van veel Amerikaanse schrijversprijzen, komt in 2016 met 23 minutes, in het Nederlands 23 minuten, waarin ze over het bijzondere leven van Zoe vertelt; het meisje dat de tijd terug kan draaien.
De 15-jarige Zoe staat in een bank wanneer er op dat moment een overval wordt gepleegd. De overvaller draagt een wapen en schiet uiteindelijk ‘Jasje’ neer, de jongen die Zoe net ontmoet heeft en van wie ze meer dan gecharmeerd is. Zoe besluit haar kracht in te zetten om deze situatie te redden. Ze moet en zal 23 minuten teruggaan in de tijd om Jasje te redden en de dader te stoppen.
In concept lijkt de plot van 23 minuten aantrekkelijk en verrassend. Vande Velde hanteert een vernieuwend concept en haar plot biedt voldoende kans uit te groeien tot een heel goed verhaal. Helaas gooit een storende schrijfstijl vrijwel direct roet in het eten. Vande Velde gebruikt té veel losstaande bijzinnen, ‘Niet dat Zoe helemaal begrijpt hoe die gave werkt’, en verliest zichzelf keer op keer in het geven van overbodige, ergerniswekkende details: ‘Als ze daarmee klaar is, onhandig omdat ze vreselijk trilt, kijkt ze de overvaller aan in afwachting van zijn volgende instructies.’ Regelmatig haalt ze de lezer op deze manier uit het verhaal. Daarbij hanteert ze in de eerste hoofdstukken een té beschrijvende verteltrant. Ze laat alle spanning hierdoor wegebben en zet de lezer buiten spel.
Van Zoe maakt Vande Velde in de start van het verhaal eveneens geen boeiend personage. Ze is bijzonder, maar ook bijzonder negatief. Vande Velde legt te veel nadruk op het ellendige leven van Zoe, zonder er verder iets mee te doen. Keer op keer wil ze de lezer laten zien dat Zoe het niet goed heeft thuis, maar meer dan het benoemen, doet ze niet. Als lezer kun je er niets mee, waardoor het ergerlijk wordt: ‘Ze heeft al zo weinig te vertellen over haar eigen leven.’
Alsof een film op pauze gezet wordt, teruggespoeld wordt en weer verdergaat, keert Zoe keer op keer 23 minuten terug in de tijd. Elke poging van haar om de wereld beter te maken, de dader te stoppen en haar Jasje te redden draait uit op iets gruwelijks, iets dat bij elke poging gruwelijker wordt. Elke ‘terugdraai’ zorgt er tegelijkertijd voor dat Zoe meer te weten komt over de situatie. Langzaam krijgt ze een beeld van de dader en komt ze erachter wie Daniel – de echte Jasje – is. Echter, de vraag is of ze op tijd is.
Naarmate het verhaal vordert went de lezer aan de schrijfstijl van Vande Velde. Tegelijkertijd hanteert zij op haar beurt een meer showende verteltrant, waardoor ze de lezer uitnodigt van een afstandje toe te kijken. Helaas ontbreekt lange tijd de echte spanning in het verhaal. De lezer wacht gelaten af wat er gaat gebeuren, maar speurt niet effectief mee naar een oplossing. Pas tegen de laatste zestig bladzijden wordt de spanning echt iets opgebouwd, om in de laatste twintig bladzijden te floreren: Zoe’s kansen raken op en ze heeft nog niet het gewenste resultaat bereikt. Beduidend beter, spannender en veel aantrekkelijker zijn deze hoofdstukken. Vande Velde ontvouwt beetje bij beetje het verhaal en werkt toe naar een ogenschijnlijke oplossing. Langzaam krijg je als lezer een idee over het motief van de dader. Uit de lucht vallende, en hier en daar onaannemelijke, verhaalwendingen helpen daarbij.
Met een verrassende plotwending interesseert Vande Velde de lezer uiteindelijk toch nog. Daarmee rondt ze haar verhaal voldoende af. Echter, het is te overdreven dit een thriller of zelfs een pageturner te noemen. Zulke benamingen vereisen spanning van A tot Z, enorme angst en het op-het-puntje-van-je-stoel-zitten-lezen-gevoel. 23 minuten bevat van alles wel een beetje, maar mist te veel. Een diesel.
Reageer op deze recensie