Lezersrecensie
Butcher's crossing: indrukwekkend
John Williams schreef met ‘Stoner’ een fantastische roman over een docent Engels. Met ‘Butcher’s crossing’ laat hij een totaal andere wereld zien. Jachtpartijen, slachtingen en geweld maken de dienst uit in dit verhaal. Ook met ‘Butcher’s crossing’ weet Williams de lezer te overtuigen. Hij weet opnieuw een indrukwekkend verhaal te schrijven!
Will Andrews komt vanuit Harvard – waar hij vroegtijdig stopt met zijn opleiding – naar Butcher’s crossing. Daar ontmoet hij McDonald. Via McDonald komt hij in contact met Miller; hij wil namelijk weten hoe de bizonjachten ‘zijn’. Miller daagt Andrews uit mee te gaan op een jacht. Hij weet een plaats waar duizenden bizons zouden zijn. Samen met Schneider (de viller) en Charley Hoge gaat hij de uitdaging aan en begint hij aan de barre tocht.
“De postkoets van Ellsworth naar Butcher’s crossing was een oude manschappenwagen, zo aangepast dat hij behalve passagiers ook vracht kon vervoeren.” John Williams maakt gebruik van een unieke, sombere schrijfstijl, die zeer aantrekkelijk is voor de lezer. Hij weet de juiste snaar te raken met zijn geweldige formuleringen. Met zijn beschrijvingen van de omgeving neemt hij de lezer mee naar de wereld van Andrews en Miller. De lezer staat op de kale vlakte, ziet de bizons grazen en ziet de ossen voor de loodzware kar ploeteren. Het is wonderlijk te noemen hoe Williams de lezer mee weet te nemen de geschiedenis in en tegelijkertijd de geschiedenis naar het heden weet te halen.
De vier mannen beginnen aan de zware tocht naar de bizons. Al snel weet Miller eigenlijk niet meer goed waar hij is en de andere mannen worden sceptisch. Dan vinden ze toch de kudde bizons. De slachtpartij kan beginnen, Andrews maakt dit alles voor het eerst mee. De hebberigheid van Miller overwint en de mannen slachten meer bizons dan ze eigenlijk aankunnen, maar dan overvalt het winterse weer de mannen. Ze kunnen niet meer terug naar Butcher’s crossing.
De beschreven thematiek in ‘Butcher’s crossing’ is van alle tijd. Williams weet, net als bij ‘Stoner’, een belangrijk en indrukwekkend thema aan te snijden. De macht van ‘hebberigheid’ staat duidelijk centraal bij Miller; met alle gevolgen van dien. “We villen alles wat we schieten, Fred,” zei Miller, ‘Al blijf ik vanaf nu tot morgen schieten.”. De lezer wordt meegetrokken in de idioterie en de hebberigheid van Miller en kijkt tegelijkertijd van een afstandje toe. Door de identificatie met Andrews wordt het voor de lezer mogelijk vraagtekens te stellen bij het gedrag van Miller.
Het verhaal in Butcher’s crossing is onvoorspelbaar en uniek. Vanaf de eerste bladzijde tot de laatste bladzijde wordt de lezer meegetrokken in de gebeurtenissen. De lezer rouwt mee bij de passages over de dood, gruwelt mee tijdens de slachtpartijen en huilt mee bij het grote verlies dat de jagers mee moeten maken. Williams pakt de lezer op, neemt hem mee en laat hem aan het einde in verwarring achter. Het derde deel van het verhaal, de terugkeer in Butcher’s crossing, laat de keiharde gevolgen van alles zien. Indrukwekkend, realistisch, hard en meedogenloos. Juist hier ligt de kracht van het verhaal. De ‘droomwereld’ – de wereld van bij de bizons – is kapot, de realiteit staat voor de deur en de gevolgen worden merkbaar. Williams’ schrijfstijl sluit perfect aan bij de slotakkoorden van dit wonderlijke verhaal. De sombere weergave duwt de lezer met de neus op de feit, maakt de emotie voelbaar.
“Op en globale richting na, wist hij niet waarheen hij ging. Maar hij wist dat hij daar later op de dag wel op zou komen. Hij reed verder zonder haast, en voelde achter zich de zon langzaam opkomen en de lucht tastbaarworden.” Williams laat met ‘Butcher’s crossing’ wederom zien een schrijver van formaat te zijn. Zijn sobere, unieke schrijfstijl sluit perfect aan bij het thema. Hij weet de lezer mee te nemen naar Amerika, 1873, de wereld van de bizons, de jachtpartijen. De wereld van Butcher’s crossing!
Will Andrews komt vanuit Harvard – waar hij vroegtijdig stopt met zijn opleiding – naar Butcher’s crossing. Daar ontmoet hij McDonald. Via McDonald komt hij in contact met Miller; hij wil namelijk weten hoe de bizonjachten ‘zijn’. Miller daagt Andrews uit mee te gaan op een jacht. Hij weet een plaats waar duizenden bizons zouden zijn. Samen met Schneider (de viller) en Charley Hoge gaat hij de uitdaging aan en begint hij aan de barre tocht.
“De postkoets van Ellsworth naar Butcher’s crossing was een oude manschappenwagen, zo aangepast dat hij behalve passagiers ook vracht kon vervoeren.” John Williams maakt gebruik van een unieke, sombere schrijfstijl, die zeer aantrekkelijk is voor de lezer. Hij weet de juiste snaar te raken met zijn geweldige formuleringen. Met zijn beschrijvingen van de omgeving neemt hij de lezer mee naar de wereld van Andrews en Miller. De lezer staat op de kale vlakte, ziet de bizons grazen en ziet de ossen voor de loodzware kar ploeteren. Het is wonderlijk te noemen hoe Williams de lezer mee weet te nemen de geschiedenis in en tegelijkertijd de geschiedenis naar het heden weet te halen.
De vier mannen beginnen aan de zware tocht naar de bizons. Al snel weet Miller eigenlijk niet meer goed waar hij is en de andere mannen worden sceptisch. Dan vinden ze toch de kudde bizons. De slachtpartij kan beginnen, Andrews maakt dit alles voor het eerst mee. De hebberigheid van Miller overwint en de mannen slachten meer bizons dan ze eigenlijk aankunnen, maar dan overvalt het winterse weer de mannen. Ze kunnen niet meer terug naar Butcher’s crossing.
De beschreven thematiek in ‘Butcher’s crossing’ is van alle tijd. Williams weet, net als bij ‘Stoner’, een belangrijk en indrukwekkend thema aan te snijden. De macht van ‘hebberigheid’ staat duidelijk centraal bij Miller; met alle gevolgen van dien. “We villen alles wat we schieten, Fred,” zei Miller, ‘Al blijf ik vanaf nu tot morgen schieten.”. De lezer wordt meegetrokken in de idioterie en de hebberigheid van Miller en kijkt tegelijkertijd van een afstandje toe. Door de identificatie met Andrews wordt het voor de lezer mogelijk vraagtekens te stellen bij het gedrag van Miller.
Het verhaal in Butcher’s crossing is onvoorspelbaar en uniek. Vanaf de eerste bladzijde tot de laatste bladzijde wordt de lezer meegetrokken in de gebeurtenissen. De lezer rouwt mee bij de passages over de dood, gruwelt mee tijdens de slachtpartijen en huilt mee bij het grote verlies dat de jagers mee moeten maken. Williams pakt de lezer op, neemt hem mee en laat hem aan het einde in verwarring achter. Het derde deel van het verhaal, de terugkeer in Butcher’s crossing, laat de keiharde gevolgen van alles zien. Indrukwekkend, realistisch, hard en meedogenloos. Juist hier ligt de kracht van het verhaal. De ‘droomwereld’ – de wereld van bij de bizons – is kapot, de realiteit staat voor de deur en de gevolgen worden merkbaar. Williams’ schrijfstijl sluit perfect aan bij de slotakkoorden van dit wonderlijke verhaal. De sombere weergave duwt de lezer met de neus op de feit, maakt de emotie voelbaar.
“Op en globale richting na, wist hij niet waarheen hij ging. Maar hij wist dat hij daar later op de dag wel op zou komen. Hij reed verder zonder haast, en voelde achter zich de zon langzaam opkomen en de lucht tastbaarworden.” Williams laat met ‘Butcher’s crossing’ wederom zien een schrijver van formaat te zijn. Zijn sobere, unieke schrijfstijl sluit perfect aan bij het thema. Hij weet de lezer mee te nemen naar Amerika, 1873, de wereld van de bizons, de jachtpartijen. De wereld van Butcher’s crossing!
2
2
Reageer op deze recensie