Realistisch, maar kinderlijk
‘Een oorlog draait om doden en te voorkomen dat je zelf wordt gedood.’ Stel je voor, je woont als zestienjarige jongen in Amerika tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zou jij vechten met de geallieerden? Hoofdpersoon Dave uit De sprong op Normandië wel. Wat voor hem begint als een avontuur, draait uit op een heftige periode. Anke Manschot beschrijft in haar jeugdboek het leven van deze Amerikaanse parachutist.
Wanneer de Amerikaanse Dave achttien is, sluit hij zich aan bij de soldaten: hij wordt opgeleid tot parachutist en zal springen op D-day. Niets lijkt hem mooier: hij wil de vrijheid terugbrengen in Europa. Maar dan komt hij snel achter de harde werkelijkheid.
Manschot start De sprong op Normandië interessant: ze bekijkt de oorlog vanuit het perspectief van een Amerikaan. Daarbij maakt ze gebruik van een klassieke ingreep om de spanning te verhogen: ze begint het verhaal met Dave in het vliegtuig tijdens D-day en blikt dan terug op de periode daarvoor. Het verhaaltempo is hoog en ze behoudt je aandacht door de vele interessante gebeurtenissen te beschrijven. De trainingsperiode die Dave door moet maken, het afscheid van zijn familie en zijn brieven aan zijn liefje vormen daarbij een mooie introductie op het naderende onheil. Vooral de stoere toon in de brieven van Dave spreekt boekdelen: ‘Ik zal mijn uiterste best doen om een moedige soldaat te zijn, maar ik ga niet de waaghals uithangen, hoor.’
Helaas gooit diezelfde schrijfstijl van Manschot roet in het eten. Zinnen als ‘Pats. Boem. Danny’s vuist knalt tegen Daves rechter oogkas’ of ‘Pang, pang, pang. Christopher wordt van achteren beschoten’ nemen de ernst van verschillende situaties volledig weg en maken het verhaal te kinderlijk. Daarbij krijgt de jonge Dave trekken die niet bij jongens van zijn leeftijd horen. Zo gaat hij met zijn vader rouwvlaggen tellen wanneer Amerika aangevallen is en raakt hij de tel al kwijt bij 26, maar wil hij tegelijkertijd een relatie aangaan met het Meghan, denkt hij na over zoenen en seks en komt hij op voor de zwakkere minderheden. Deze tegenstrijdigheden zorgen ervoor dat je Daves situatie niet goed serieus kunt nemen.
Jammer genoeg werkt dit ook door op de momenten dat de situatie wel geloofwaardig moet zijn. ‘Kom op zeg. Je bent achttien. Dan hoef je dit toch niet aan je pappie en mammie te vragen? Doe het nou maar. Hartstikke stoer toch om uit een vliegtuig te springen en als een roofvogel omlaag te vallen.’ Het moment dat Dave kiest voor een carrière als parachutist lijkt puur gebaseerd op stoerdoenerij: de jongens zien het vechten als een groot avontuur. Door de kinderlijke toon in het verhaal, is het moeilijk te begrijpen dat soldaten in het begin weleens écht zo tegenover de situatie hebben kunnen staan. Jammer, want hierdoor verdwijnt de mooie boodschap van het verhaal.
‘Geluiden die duizend keer angstaanjagender klinken dan onweer. Dit is dus oorlog, flitst het door hem heen.’ Na de sprong tijdens D-day keert het tij. Dave zit in Frankrijk, raakt zijn vrienden kwijt en moet mensen doden. Daarbij vreest hij steeds meer voor zijn eigen leven. Manschot laat deze angsten op realistische wijze terugkomen. Door elementen als kikvorsmannen, klikklakkers en bazooka’s een rol te laten spelen, zorgt ze voor een goede couleur locale. Daardoor maken opmerkingen als ‘Verdriet is lang niet altijd aan de buitenkant te zien’ of ‘Ik heb een mens vermoord’ meer indruk. Door een nieuwe groep soldaten te introduceren en die af te zetten tegen de getraumatiseerde soldaten uit Daves groep, toont Manschot je verschillen: wat begint als ‘stoerdoenerij’ en heldhaftigheid verandert. Oorlog maakt veel indruk.
De epiloog speelt zich af in 1994. Helaas geeft Manschot hier te veel uitleg en verliest het verhaal kracht: de gebeurtenissen vóór 1994 vertellen voldoende. Ondanks de te kinderlijke schrijfstijl is De sprong op Normandië, vanwege de mooie invalshoek het lezen zeker waard.
Reageer op deze recensie