Groot verdriet, prachtig beschreven
“Er was niets gebeurd. Er was niets gebeurd.” En toch gebeurde er wel wat. Koos Meinderts beschrijft in De zee zien het emotionele verhaal rondom het overlijden van Jan. Een fictief verhaal, gebaseerd op wat een broer van zijn moeder overkwam. Via rauwe beschrijvingen en emotionele gedachten neemt hij je mee in het verdriet van Kees en laat hij je achter met een brok in je keel. De zee zien raakt je vanaf het begin en laat je niet meer los.
“‘Wat denk je?’ vroeg hij. ‘Zou je boven in de pijp de zee kunnen zien?” Wanneer Kees een puber is, ontmoet hij de stoere, ietwat onbegrijpelijke Jan. Samen maken ze het leven nét even anders. Tot Jan een pijp aan een huis ontdekt. Hoe hoog is die pijp? Zou je de zee kunnen zien? Jan is vastbesloten: hij en Kees zullen in de pijp moeten klimmen. Wanneer het moment aangebroken is en Jan boven in de pijp zit, slaat het noodlot toe: Jan valt naar beneden en overlijdt. Kees zal verder moeten met zijn leven, zonder zijn vriend.
De zee zien start met een proloog waarin Kees vertelt dat zijn vroegere vriend Jan dood is gegaan. De ware toedracht van de dood weet je niet, maar door opmerkingen als “… maar mijn verhaal hou ik voor mezelf” weet je dat er iets naars moet zijn gebeurd. Vervolgens neemt Meinderts je mee naar het jaar 1959 en begint het verhaal van Kees en Jan; een mooie tijdsprong. Ook binnen dat verhaal wisselt Meinderts continu van tijd, op een unieke manier. De tijdsprongen worden gevormd door de herinneringen van Kees en lijken daardoor heel natuurlijk. Verschillende elementen in het verhaal wekken de interesse: de bijzondere karaktereigenschappen van Jan, de rare uitspraken van Jans opa en de af en toe onverklaarbare handelingen van Kees zorgen ervoor dat het verhaal intrigeert.
“‘De wereld is er toch ook voor jou!’ zei ik toen. Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee,’ zei hij. ‘Voor jou misschien, maar niet voor mij.’” Vanaf de eerste bladzijde grijpt het verhaal van Meinderts je. Door de enerzijds diepgaande en prachtige opmerkingen creëert de auteur diepgang in zijn verhaal en zorgt hij dat je na gaat denken over belangrijke thema’s als de dood, het leven, het gevoel van schaamte en de betekenis van vriendschap. Zinnen als ‘Misschien zit het nog anders en ben je gevallen noch gesprongen, maar heb je jezelf losgelaten’ tonen de emotionele lading van het verhaal. Anderzijds is Meinderts’ toon rauw, hard en soms lachwekkend. Zo zorgt het taalgebruik van Jan en Kees af en toe voor een lach.
Na de dood van Jan verandert Kees’ leven; hij verliest zijn jeugd. Een schuldgevoel overheerst. Alles in het boek ondersteunt dit op bijzondere wijze. Kees vertelt niet langer over Jan, maar spreekt Jan rechtstreeks aan. Onbeantwoorde vragen komen bovendrijven: “Maar is dat ook zo? Heeft Marijke gelijk en ben je gesprongen? Maar waarom wilde je dan dat ik met je mee omhoogklom? Wilde je soms dat we samen de dood tegemoet zouden springen?” Kees’ verdriet, zijn onmacht en zijn schuldgevoelens spelen de boventoon. Meinderts maakt Kees’ innerlijke strijd op indrukwekkende manier duidelijk.
“Wie ben je, papa? Ik heb je nooit gekend.” De woorden uit het lied dat Kees’ dochter in de slotpassage zingt, spreken boekdelen. Wij kennen Kees wel. Meinderts sleept je door zijn prachtige schrijfstijl en de herkenbare gedachtegangen van Kees mee in het verhaal. Hij toont het ware verdriet en de ware onmacht van een puberende jongen; hij durft het echte verhaal van Kees te vertellen. Daarbij schuwt hij de werkelijkheid niet: “Ik schaamde me voor alles en daar schaamde ik me nog het meest voor” en creëert hij bij de lezer een gevoel van herkenning. De zee zien bevat een verhaal dat aandacht verdient, het verdient gelezen te worden. “‘Je valt verkeerd. Zal ik het je leren?’ ‘Wat?’ ‘Vallen,’ zei Jan. ‘De techniek van het vallen.’”
Reageer op deze recensie