Het dameskoor eindigt voor het echt begint
Wanneer Edmund Winthrop in maart 1940 overlijdt, wordt het koor van Chilbury opgeheven, zo meldt de dominee van het dorpje Chilbury, Kent. Echter, Primrose Trent blaast het koor met maar één doel nieuw leven in:
"Het zal ons goeddoen om bij elkaar te komen en te zingen, om prachtige muziek te maken. Het koor zal ons helpen deze moeilijke tijd te doorstaan."
Het dameskoor van Chilbury vormt de basis van de gelijknamige debuutroman van Jennifer Ryan. De verhalen van Ryans grootmoeder dienden als inspiratiebron voor deze roman, vertaald door Catherine Smit: ‘Tussen de regels door bleek uit haar verhalen hoe de vrouwen elkaar in die tijd tot steun waren, hoe hard ze werkten en hoe erg ze hun best deden om de moed erin te houden.’
Ryan deelt haar roman volledig op in brieven en dagboekfragmenten van vrouwen en een enkele man uit Chilbury en middels die brieven en dagboekfragmenten - die soms wat onecht aandoen door de hoeveelheid dialogen die ze bevatten - laat Ryan de verschillende dames hun kijk op de situatie in Chilbury vertellen. Zo maakt de lezer kennis met Mrs. Tilling, de jonge Kitty, haar zusje Venetia en de geheimzinnige Edwina. Terwijl het dorpje rouwt om de vertrokken en gesneuvelde mannen, probeert Primrose de kracht van de inwoners terug te vinden. Ze start een dameskoor en laat plezier voorop staan. Samen met de dames van Chilbury probeert zij de moeilijke tijd door te komen.
Tegelijkertijd spelen er ook andere zaken in het dorp. De brigadegeneraal, vader van Edmund, is als de dood geen mannelijke opvolger te vinden en roept de hulp van Edwina in. Zij, vroedvrouw van het dorp, moet zorgen dat de vrouw van de generaal een zoon baart, hetzij met een babyruil. In de openhartige brieven van Edwina aan haar zus vertelt ze over deze gruwelijke, maar noodzakelijke opdracht. Daarnaast lijken Venetia en zusje Kitty verwikkeld in een strijd. De dames, dochters van de brigadegeneraal, zijn op zoek naar een relatie en zitten daarmee regelmatig in elkaars vaarwater. Wanneer Venetia het aanlegt met de knappe Alastair, en daarbij Henry aan de kant zet, lijken de problemen onoverkomelijk. Kitty ontdekt dat Alastair een geheel andere jongen is dan vooraf werd verwacht.
Met Het dameskoor van Chilbury slaat Ryan een nieuwe weg in binnen de wellicht al dood beschreven Tweede Wereldoorlog. Op boeiende wijze vertelt zij het verhaal van de achterblijvers, in plaats van zich te richten op zij die weggingen. Middels de dagboekfragmenten en brieven creëert ze bovendien een rijk verhaal: vanuit zeer verschillende personages vertelt ze over de oorlogsperiode, waarbij ze duidelijk laat zien dat ieder personage andere belangen heeft en anders naar de oorlog kijkt. Met een voor ieder personage specifieke schrijfstijl brengt Ryan verschillen aan tussen de dames; de een hard, kil en koud, de ander bang en vooral nog heel kinds.
Een direct gevolg van deze verteltrant is het feit dat de oorlog in eerste instantie ver naar de achtergrond verschuift. Lange tijd merken de dorpsbewoners betrekkelijk weinig van de gebeurtenissen overzee, tot het moment dat de eerste bommen op Chilbury vallen. Vanaf dat moment is de oorlog prominenter aanwezig en ziet de lezer pas écht wat de gevolgen zijn voor de achterblijvers.
Om het gebrek aan oorlogsspanning te compenseren overlaadt Ryan de lezer met een scala aan andere thema’s. Het dameskoor van Chilbury beschrijft niet alleen hoe de achterblijvers zich voelden, maar gaat ook – soms zeer mondjesmaat – in op onderwerpen zoals homoseksualiteit in de jaren ’50, verstandshuwelijken, oorlogstrauma’s, Jodendom, liefdesperikelen en chantage. Hoewel deze rijkheid voorkomt dat het verhaal saai wordt, helpt het hier en daar oppervlakkigheid in de hand. Ryan slaagt er niet in alle onderwerpen geheel te bespreken, waardoor ze blijven kabbelen en de lezer niet geheel raken. Het boek bevat een verhaal met té veel zijpaden om echt de diepte in te gaan.
Tegen het einde van het plot, moet het eigenlijk nog beginnen. Het dameskoor van Chilbury toont de wereld die nog niet zoveel beschreven is. En daarmee is het nét even anders. Het is woensdag, 28 augustus 1940. "Ik hoop dat de oorlog niet lang meer duurt."
Reageer op deze recensie