Het verhaal van de bozige puber
‘Nooit zou ze hier wennen, wortelen, boven zichzelf uitstijgen, of wat ook de bedoeling mocht zijn. Ze schudde haar haren naar achter, stak haar neus in de lucht en stapte de auto uit. Zonder iets te zeggen.’
Op en top puber Louise wil absoluut niet samen met haar tweelingbroer Wollebrandt naar de kostschool Mortimer Mansion. Ze moet haar fijne leven met vriendje Tobias achterlaten en is daarom niet van plan ooit nog tegen haar ouders te praten. Het is deze Louise die de hoofdpersoon mag zijn in Het vuur van Louise. Het vierde boek in de serie ‘Sterren van morgen’, geschreven door Judith Eiselin, maakt de reeks ogenschijnlijk compleet.
Louise komt in Mortimer Mansion bij Saar, bekend van De tranen van Saar, op de kamer. Na de eerste paar dagen op de kostschool mag ze eindelijk de sport beoefenen die ze altijd graag beoefende: paardrijden. Samen met Max uit De honger van Max leert ze de bijzondere paardenwereld beter kennen en wordt ze langzaam maar zeker meer zichzelf. Tijdens haar verblijf in Engeland neemt ze een paar beslissingen die haar leven veranderen.
In tegenstelling tot andere verhalen uit de ‘Sterren van morgen’-reeks hanteert Eiselin een rustig verhaaltempo, zonder al te veel niet uitgediepte thema’s aan te halen. Slechts af en toe passeren items, zoals het feit dat Louise zich dommer voelt dan Wollebrandt, de revue zonder dat Eiselin er wat mee doet. De meeste onderwerpen krijgen voldoende aandacht. Bovendien schept ze met Louise een voor eenieder herkenbare puber: dwars, chagrijnig en met een grote mond, maar een klein hartje. Louises problemen met haar vriendje, haar drang naar social media en haar jaloerse gevoelens zijn daarbij uiterst herkenbaar. Het is dan ook Louise die vrijwel direct sympathie wekt bij de lezer, ondanks haar af en toe erg zwart-witte karakter, haar soms onbegrijpelijke gedrag of gedachtegang en haar hier en daar overtrokken reacties: ‘Behalve die chips en het paard was haar leven toch eigenlijk een aaneenschakeling van ellende’.
‘‘O, dear,’ zei Max. ‘Een levend flatgebouw.’’ Eiselin verpakt het leven van Louise in een aantrekkelijk, zeer direct en hier en daar humoristisch geschreven verhaal. Realistische gesprekken en goed beschreven gevoelens domineren het verhaal en worden op het juiste moment afgewisseld met avontuurlijke gebeurtenissen en mooie beschrijvingen van de omgeving. Daarbij sluit ze grotendeels aan bij andere verhalen. Passages uit andere delen vinden hun terugkeer in het verhaal van Louise, alleen nu vanuit een ander perspectief. Helaas is Eiselin hierbij niet altijd consistent. Zinsneden uit bijvoorbeeld De tranen van Saar komen niet letterlijk terug in dit boek, waardoor verschillen ontstaan; iets wat louter een zeer oplettende lezer opmerkt.
Toch doen die verschillen niet echt afbreuk aan Het vuur van Louise. Het verhaal blijft boeien. De grotendeels realistische Louise neemt de lezer mee in haar puberale leven. Zij laat de lezer zien hoe ze langzaam afscheid neemt van de bozige puberende Louise en hoe ze haar echte ik, Wendelmoed, verwelkomt. Met een rustig verhaal, zonder dramatische en overtrokken gebeurtenissen bedient Eiselin de lezer.
Met Max, Louise, Saar en Wollebrandt lijken alle verhalen over Mortimer Mansion verteld. Echter, één persoon vertolkt in elk verhaal een kleine rol die smaakt naar meer: Joris. Wat is het verhaal van deze bijzondere jongen? Is de ‘Sterren van morgen’-reeks dan toch niet volledig?
Reageer op deze recensie