Plezierig dertien-in-een-dozijn-verhaal
Sylvia van Driessche bewijst met Liefdestips aan mezelf dat een niet uniek verhaal best fijn kan zijn. Haar verslavende roman over de zeventienjarige Olivia bevestigt in elke zin het al bestaande beeld van een Young Adult feelgoodroman. Humoristisch, superromantisch en met een behoorlijke portie leedvermaak gaat Van Driessche te werk. En met effect. Liefdestips aan mezelf, het zoveelste boek in het inmiddels veel te krappe dozijn, vermaakt.
Met een clichématige start trapt Van Driessche af. Puber Olivia wordt na zeventien jaar bij haar psychisch gestoorde moeder weggehaald en moet vanaf dat moment haar leven leiden bij haar boze stiefmoeder en haar gruwelijke en veel populairdere stiefzus Suikerspin (Lily-Rose). Haar vader is wereldberoemd met zijn talkshow, maar heeft geen oog voor haar. De ellende lijkt compleet.
Aan het begin van het nieuwe jaar krijgt Olivia een dagboek van haar moeder: ‘Dit voelt wel raar. Hoe doe je dat eigenlijk, een dagboek bijhouden?’ Voortvarend gaat Olivia van start: ze besluit van haar dagboek een boek vol liefdestips aan haarzelf te maken. Ze is namelijk vastbesloten de superknappe Max te veroveren. Samen met vriendin Billie, die overduidelijk gemakkelijker jongens aan de haak slaat, bedenkt ze het een na het andere plan in de strijd het hart van de player te winnen.
Net als vele andere auteurs doet Van Driessche in haar volledig in dagboekvorm beschreven roman beroep op de succesformule leedvermaak. Met enige regelmaat verkeert Olivia in een situatie waarin niemand gevonden zou willen worden: terwijl ze Max probeert te versieren, ontploft haar zorgvuldig gefabriceerde kapsel, Suikerspin maakt haar het leven zuur en haar vaders collega Silas ontdekt haar geheime missie. Met smart wacht de lezer af op welke manier ze haar problemen op zal lossen.
De keuze voor de dagboekvorm lijkt in het geval van Olivia’s verhaal effectief en is bovendien goed uitgewerkt. Van Driessche laat Olivia sommige stukken bewust verzwijgen, waarmee ze spanning creëert. Vaak loopt de lezer achter op de feiten: gebeurtenissen zijn al geweest en Olivia moet met terugwerkende kracht erover vertellen. Het geeft haar de kans te vertellen en tegelijkertijd te reflecteren. Helaas heeft het ook een keerzijde: Van Driessche – en dus ook Olivia – slaat met enige regelmaat stukken in het leven van de puber over, waardoor een soms fragmentarisch aandoend geheel ontstaat. Als lezer weet je dat Olivia af en toe naar haar moeder gaat. Daarmee weet je echter ook alles. Het onderwerp wordt het grootste deel van het boek onderbelicht, zo niet in het verdomhoekje geduwd.
Op die manier zijn er meer onderbelichte lijnen aan te wijzen. Van Driessche spreekt bijvoorbeeld wel over het examenjaar van Olivia, maar laat haar nauwelijks tot niet spreken over school of de examens. Het zorgt ervoor dat Liefdestips aan mezelf eentonig wordt en bij vlagen onaannemelijk. Het gaat louter over Max, de feestjes, de zoektocht naar liefde en – in mindere mate – Oliva’s verhouding met haar nieuwe gezin.
Wat wel ontstaat is een supervoorspelbaar maar überromantisch chicklitverhaal waar humor naast leedvermaak een belangrijke rol speelt. Diverse malen werkt Van Driessche grappige situaties zó scenisch doch soms onvolledig uit dat ze voor menig lezer uit te tekenen zijn. De plot kenmerkt zich door een opeenstapeling van voor de lezer bekende – maar zeker nog wel vermakelijke - problemen met de bijbehorende overbekende thema’s: liefde, relaties, jaloezie en onzekerheid. Stereotyperingen zijn daarbij alom aanwezig: van de superknappe player Max tot de onbereikbare-maar-toch-wel-leuke Silas en van de boze-maar-toch-niet-zo-boze stiefmoeder tot het verwende stiefzusje. Olivia – overigens ook behoorlijk stereotiep – beweegt zich van de ene aantrekkelijke gebeurtenis naar de andere, met maar één doel: de man voor zich winnen.
Reageer op deze recensie