McKenzie ‘probleemt’ maar voort
Na Vermist en Zusje vermist vormt Meisje vermist het derde boek in de trilogie van Sophie McKenzie. In het boek, vertaald door Jeske Nelissen, staat de inmiddels puberende Madison (het achtjarige zusje uit Zusje vermist) centraal. Zou met het opgroeien van deze jongste telg het familieleed eindelijk geleden zijn?
Vrij in het begin van het verhaal wordt Madison geconfronteerd met het feit dat haar grote zus Lauren al 36 weken zwanger is van Jam. Waar iedereen in eerste instantie blij en verrast is, ontstaan bij moeder Annie al snel vraagtekens. Is het kind wel gezond? De reden van haar angst is duidelijk: “Hij was wel je vader, alleen…’ Ze keek naar de vloer. ‘Alleen niet biologisch.’’ Sam Purditt blijkt niet de biologische vader van Madison en Lauren te zijn. De meiden komen van een donor.
Madison bedenkt zich geen moment en gaat achter haar werkelijke vader aan. Vrij snel ontdekt ze dat het ene Allan Faraday moet zijn. Ze zoekt hem op en confronteert hem met haar bestaan. Allan, een beetje overrompeld, neemt op zijn beurt Madison mee naar een feestje. Daar betreedt Madison de wereld van Allan en ontdekt ze dingen die haar alleen maar in de problemen kunnen brengen.
Meer nog dan in Vermist en Zusje vermist overlaadt McKenzie de lezer met problemen. Het verhaaltempo is extreem hoog en de hoofdpersonen vallen van de ene ramp in de andere ramp. Net als Zusje vermist verliest Meisje vermist de aannemelijkheid direct. McKenzie verdraait realistische elementen op zo’n manier dat ze goed in het verhaal passen, maar niet meer geloofwaardig zijn. Een verpleegster die zomaar in het geheim informatie geeft over de donor, Madison die Allan vrijwel meteen weet te vinden, Allan die Madison direct meeneemt naar een feestje en daar vertelt over zijn geheime werk, deuren die plotseling in het slot schieten, tijgers die om de hoek staan te wachten: McKenzie grossiert erin.
Bovendien worden de personages eendimensionaal neergezet. Madison, maar ook Wolf, Allan en Esme zijn uiterst oppervlakkig en makkelijk te beïnvloeden. Louter het nieuwsgierige karakter van onder andere Madison kan echt bekoren. Haar enorme naïviteit zorgt er in ieder geval voor dat ze in de problemen komt. Allan maakt het verhaal met zijn mysterieuze karakter zeker spannend, ook al weet vrijwel iedere lezer dat hij voor problemen zal zorgen: hij lijkt in alles niet eerlijk te zijn. Waar bij eenieder de nekharen rechtop gaan staan als Allan in beeld komt, lijkt Madison – met haar naïeve houding – volledig op haar nieuwe vader te vertrouwen. Het zorgt voor een bron van ellende.
Hoewel de plot in Meisje vermist verr van geloofwaardig en bij vlagen bizar is, zit het zeker vol actie. Met een aantrekkelijk en vlot beschreven verhaal neemt McKenzie de lezer mee naar London. Net als in eerdere delen vormen nu de plottwists, de cliffhangers en de gedetailleerde dialogen de succesfactoren van het verhaal. McKenzie slaagt erin de spanning op te laten lopen tot het einde, om vervolgens toe te werken naar een climax.
Helaas laat McKenzie het denkwerk niet écht aan de lezer over. Het verhaal is te vluchtig, puzzels worden té snel opgelost en de lezer krijgt de kans niet om mee te speuren met Madison. Bovendien worden eventueel boeiende thema’s onderbelicht. Heel even haalt McKenzie het donorschap of het draagmoederschap aan, maar ze verzaakt in het verder belichten van deze onderwerpen.
Net als in vele andere verhalen staat de strijd tussen goed en kwaad centraal. McKenzie speelt lange tijd met deze twee elementen en maakt de precieze rolverdeling pas tegen het einde bekend. Wellicht is dat ook wel de oorzaak van het feit dat Meisje vermist boeit, ondanks alle gebreken. Het is een verhaal vol actie dat prima past in het rijtje van zomerthrillers. Aantrekkelijk, simpel en zeker goed voor een paar dagen leesplezier. Niet meer dan dat.
Reageer op deze recensie