Allesbehalve saai, zo'n leven
Wie dacht dat het leven van een groep 6’er saai zou zijn, heeft het volkomen mis. Tom Groot, de stoere doedelstekende basisschooljongen laat het tegenovergestelde zien in zijn humorvolle verhaal. Wie nog niet geheel toe is aan ‘Het leven van een Loser’ kan wellicht beginnen met ‘Tom Groot’. Het rijk geïllustreerde boek Ja! Nee. (Misschien…), geschreven door L. Pichon en vertaald door Ieske van Heek, vertelt het verhaal van deze held.
Het verhaal van Tom Groot wordt gekenmerkt door humor en herkenbaarheid. Pichon beroept zich op veel voor de lezer herkenbare, maar grappige gebeurtenissen. Of het nou gaat om een overijverige opruimende moeder, een vervelend zusje dat de lekkerste Cereals steelt, een griepvlaag op school of een ietwat onhandige vader die mogelijk nog stommere dingen doet dan je vooraf kon bedenken; menig lezer zal kunnen glimlachen om de bekende gebeurtenissen.
Pichon combineert dit alles vervolgens met een interessant schoolverhaal over een schoolproject waarbij Tom het een en ander leert. Tom moet leren samenwerken met mensen die hij eigenlijk niet zo graag ziet en hij moet creatief zijn. Dat moet allemaal tussen de ‘normale’ schoolzaken – het schrijven van opdrachten, het halen van punten en het maken van een stripboek– door. Ogenschijnlijk kleine dingen, zoals pestgedrag onder kinderen en verschillen tussen leerlingen, worden op een luchtige wijze besproken. Pichon dringt de lezer geen mening op, maar laat wel duidelijk zien hoe een gezonde maatschappij zou moeten draaien en wat er gebeurt wanneer je niet op die manier handelt. Op die manier haalt Pichon tal van kleinere onderwerpen naar voren. Van het effect van gezichtsuitdrukkingen tot het gevolg van ondoordachte acties; Tom leert de lezer verschillende lessen, op zijn eigen manier, vol humor en met een ‘van-fouten-mag-je-leren’-instelling.
Gelukkig blijft het niet slechts bij een thematisch rijk verhaal. Ja! Nee. (Misschien…) valt vooral op vanwege de rijk geïllustreerde pagina’s en de bijzondere vormgeving van het verhaal. Talloze kleine, zwart-witgekleurde afbeeldingen ondersteunen losse woorden uit de tekst van Tom Groot. Sommige illustraties voegen elementen toe en dragen zo iets bij aan de verbeelding van de lezer. Zo laat Pichon de lezer zien in plaats van lezen wat Tom en Dirk met een muziekalbum hebben gedaan, iets wat op ieders lachspier zal werken.
De tekst zelf staat schots en scheef op de pagina, en volgt soms zelfs de vorm van de boodschap (zo staat het woord ‘sliding’ op een glijdende manier afgedrukt). Belangrijke woorden, zoals ‘mijn’ of ‘oude’ of ‘rukt’, staan groter afgebeeld en trekken de aandacht van iedere lezer. Bovendien zijn sommige stukken tekst verdwenen en lijken ze plaatsgemaakt te hebben voor recepten, schetsen of handleidingen voor het maken van Droedels of schetsmappen. Elke pagina vormt opnieuw een verrassing; het verveelt nooit en daagt de lezer uit het verhaal goed te volgen.
De combinatie van het humoristische, maar toch alledaagse verhaal met de unieke vormgeving leidt Ja! Nee. (Misschien…) naar de top. Er is echter nog één element dat het leesplezier nóg meer bevordert: de variatie binnen het verhaal zelf. Pichon hanteert een hoog tempo, waarbij korte zinnen en een scala aan verschillende gebeurtenissen het verhaal versnellen. Het verhaal wordt opgedeeld in stukjes tekst over school, over thuis, over het project en over alle andere kleine dingetjes. Sommige delen geloofwaardig, sommige delen minder. Echter, Pichon lijkt het allemaal te kunnen maken: in het leven van Tom is niets vreemd!
Hoewel de jeugdige lezer in eerste instantie misschien zal moeten wennen aan de steeds wisselende bladspiegel, zullen de humoristische gebeurtenissen en de sprekende tekeningen overtuigen. Het verhaal hoort op deze manier vormgegeven te zijn en vormt op die manier een ware uitdaging.
Reageer op deze recensie