Kom maar op met die faeries!
Jude wordt, als ze zeven jaar is, samen met haar zusjes meegenomen door Madoc, de moordenaar van haar ouders. Ze groeit op in Elfhame, waar ze het als mensenkind niet gemakkelijk heeft. Auteur Holly Black beschrijft in De wrede prins het eerste deel van Judes verhaal, vertaald door Anne-Marieke Buijs.
Ruim tien jaar heeft Jude in Elfhame gewoond wanneer je haar als lezer weer ontmoet. Ze staat aan de vooravond van een belangrijk toernooi en wil lid worden van het hof door te laten zien wat ze kan: ‘Ik vecht mee in het Zomertoernooi en ik wil deelnemen als kandidaat voor het ridderschap.’ Echter, Madoc gaat daar niet mee akkoord. Jude kan op die manier niet strijden tegen haar aartsvijand, prins Cardan. Maar dan keert het tij en wordt Jude door kroonprins Dain gevraagd als spion. Vanaf dat moment krijgt ze opdrachten van het Schaduwhof en moet ze uitzoeken welke dreigingen hen boven het hoofd hangen.
Black neemt de lezer mee naar een in het begin lastig te begrijpen wereld. In vrij weinig lijkt de wereld op de onze, en daar moet je als lezer aan wennen, ondanks het feit dat Black het verhaaltempo laag houdt in de eerste hoofdstukken. Gelukkig zijn het de soms zeer geslaagde zinnen die je als lezer langzaam meesleuren naar het onbekende:
‘Faeries zijn schemerwezens en ik ben er ook een geworden. We staan op als de schaduwen langer worden en gaan naar bed voor de zon opkomt.’
Wanneer je langzaam maar zeker in de wereld van Jude terechtkomt, lijkt Black ook de motor in het verhaal gevonden te hebben. Verschillende belangrijke gebeurtenissen – zoals de ruzies tussen Jude en Cardan met zijn gevolg, of de uitnodiging van prins Dain – lijken het verhaal even van brandstof te voorzien, maar tegelijkertijd komt het geheel niet verder dan versnelling twee. Zeker de eerste helft van het verhaal mist daardoor net het beetje pit dat je misschien mocht verwachten. Het verhaal laat zich tot dat moment vooral samenvatten als een plot vol gruwelijke gebeurtenissen (die zich geen pesterijen meer laten noemen), met hier en daar wellicht een beetje een dreigende sfeer.
Tot die tijd lijkt ook Jude als personage niet echt uit de verf te komen. Als lezer krijg je voldoende gedachten en gevoelens van de jonge vrouw mee, maar toch blijft ze wat eendimensionaal. Ze is duidelijk anders dan de ‘faeries’ met wie ze nu samenleeft, maar juist die gevoelens van ‘anders-zijn’ worden sterk onderbelicht; het wordt slechts af en toe even genoemd. Even lijkt het alsof Black geen duidelijke keuze kan maken en ze de kool en de geit wil sparen: een beetje gruwelijkheden én een beetje personagediepgang.
Gelukkig verandert dit in het tweede deel van het verhaal. Een verrassende plotwending, waarbij Black – zoals veel schrijvers – speelt met de rollen ‘goedzak’ en ‘slechterik’, blijkt de aanzet tot spanning en sensatie. Het verhaal komt in een stroomversnelling en als lezer moet je ineens al je zeilen bijzetten om het geheel te kunnen volgen. Toch heeft deze versnelling een positieve invloed op het verhaal. Open plekken en verhaalwendingen zorgen ervoor dat De wrede prins een ware pageturner lijkt te worden.
Helaas resteren nog weinig pagina’s wanneer de plot écht interessant wordt. Black wil alles in een te korte tijd nog vertellen, waardoor onlogische gebeurtenissen het verhaal binnensluipen en het mankement ‘grote-stappen-snel-thuis’ een probleem lijkt te worden. Het is dan ook mede daardoor dat De wrede prins na het slot een beetje een onbevredigd gevoel achterlaat. Het verhaal is zeker mooi, diverse passages spetteren van de bladzijde en een groot deel van het boek is spannend, maar het geheel overziend komt het net wat tekort.
Reageer op deze recensie