Ik bepaal wat jij ziet…
‘Dan pas zie ik het bloed, dat langzaam onder haar vandaan kruipt. In paniek strompel ik achteruit. ‘Mam? Nee. Mam!’
Met een veelbelovende intro creëert Nadine Swagerman in Eén waarheid direct de drukkende sfeer waar je als lezer soms zo van kunt smullen: beklemmend, griezelig en ietwat ongemakkelijk.
Swagerman beschrijft in haar thriller het verhaal van Laura. Laura wordt in kliniek Westerbaken geplaatst. Al snel blijkt dat zij het meisje uit de proloog was: ze vond haar ouders in hun huis, doodgeschoten. Haar broertje verloor ze een paar jaar daarvoor door een brand in huis. In de kliniek komt ze terecht tussen mensen met psychische problemen. Vervolgens leert de lezer via haar herinneringen over de gebeurtenissen in Laura’s leven. Zo lees je over de laatste weken met haar ouders en haar vriendinnetje en zie je fragmenten uit de momenten van de brand.
Tegelijkertijd maakt de lezer kennis met Jorrit. Jorrit loopt stage in de kliniek waar Laura binnengebracht wordt. Vanaf het eerste moment ziet hij hoe bijzonder dit meisje is en probeert hij te achterhalen waarom ze precies opgenomen is.
De grote lijn in Eén waarheid is sterk. Ronduit krachtig zijn de goed vormgegeven dialogen. Ze zijn in alles herkenbaar voor pubers en vallen op door de opgewektheid ervan. Ondanks de zware problemen die Swagerman aanhaalt, doet de plot in eerste instantie helemaal niet zwaar aan. Psychische problemen worden met de nodige luchtigheid bekeken en ook op het eigen gedrag wordt door de personages soms met een schouderophaal gereflecteerd:
‘‘Dus nu ben ik hier.’ Ze grinnikt. ‘Blijkbaar heb ik niet zulke goede zelfmoordskills.’’
Lange tijd blijft die opgewekte sfeer hangen in het boek. Laura probeert weer vertrouwen in de wereld te krijgen en sluit zelfs een aantal vriendschappen binnen de kliniek. Met onder andere Jorrit en Monica kan ze het goed vinden. Dit resulteert in bijzondere dialogen en gedachtegangen met een zeer emotionele inslag:
‘Ik huil, en er is niets op deze wereld wat ik liever zou doen dan wegvluchten. Wegvluchten van het intense verdriet dat ik voel. Weg van de angst, en van het moment waarop mijn ouders straks met kist en al in de grond zullen verdwijnen. Maar boven alles: weg van hier, van deze vreselijke ruimte.’
Langzaam maar zeker nadert Eén waarheid de kern en verwordt een luchtig boek een emotioneel verhaal.
Helaas is niet alles in het verhaal even sterk. Zo is de ontwikkeling van Jorrit in de kliniek niet echt passend bij het verhaal, en doet het bij vlagen zelfs wat oppervlakkig en simpel gekozen aan. Daarnaast houdt Swagerman niet altijd maat: diverse zinnen bevatten ‘overtollige’ informatie, waardoor ze het verhaal onnodig remmen:
‘Ik stop een USB-stick in mijn laptop en open het dossier van Laura, dat ik gisteren stiekem gekopieerd heb.’
Toch verbaast Eén waarheid je in het slotakkoord. Een ik-perspectief heeft als voordeel dat het selecteert wat de lezer te zien krijgt. Swagerman springt hier uiterst handig mee om en zet zo in een paar klappen het hele verhaal op z’n kop. De thriller moet het niet hebben van de diepgewortelde symboliek of de beestachtig vormgegeven personages. Slechts een overwegend vlotte schrijfstijl in combinatie met een spetterend einde is voldoende. Het is voldoende om Eén waarheid in één ruk uit te willen lezen.
Reageer op deze recensie