Een genie in de problemen; is íets spannender dan dat?
Na onder andere Erebos en Layers brengt Ursula Poznanski (1968) opnieuw een spannende YA-roman uit. Elanus, vertaald door Esther Ottens, bevat wederom een verhaal met futuristische tintjes. Net als bij eerdere romans creëert Poznanski een razend spannend verhaal met de technologische ontwikkeling in de hoofdrol. Wie daarvan houdt, heeft aan Elanus een goede.
De zeventienjarige Jona is door zijn ouders naar een gastgezin gestuurd. Hij zal daar verblijven terwijl hij een nieuwe studie oppakt. Jona, genie als het gaat om wiskunde, maar een ramp als het gaat om sociale conventies, wordt gedropt en ontmoet zijn gastmoeder Silvia en zusje Kerstin. Wanneer hij een dag later op school hoort dat hij in het eerste jaar moet beginnen, valt dat besluit rauw op zijn dak. Hij wilde op z’n minst in het derde jaar beginnen.
Terwijl Jona alsnog probeert contact met de rector te leggen, in de hoop hoger in te kunnen stromen, legt hij eerst contact met Linda en later met Marlene en Pascal. Hij jaagt achter hun mobiele nummers aan, met één doel: drone Elanus moet de nieuwe ‘vrienden’ volgen. Wanneer Jona als een soort spion achter de andere jongeren aangaat, ontdekt hij tegelijkertijd dingen die hij misschien beter niet had kunnen ontdekken. Als de wiskundeleraar de dood vindt, verandert Jona’s taak op de universiteit. Hij weet meer van de dood dan bijna alle anderen. En daarmee bevindt hij zich in groot gevaar.
De sterke typering van de bijzondere Jona valt vanaf het begin op:
“Zeventien, en zo hoogbegaafd dat het bijna niet te doen is. Ik ben hier met een volledige studiebeurs, op persoonlijke aanbeveling van de rector en mijn oude school, die waarschijnlijk hoopt op een toekomstige Nobelprijswinnaar onder haar oudleerlingen.”
Zijn unieke, wellicht ‘schijn-egotripperige’ houding, zijn gedachtegangen en zijn onzekerheden komen, zeker in het begin van de thriller, goed uit de verf. Poznanski besteedt in verhouding tot de gebeurtenissen in de start veel aandacht aan Jona, waardoor de jongen voor iedere lezer gaat leven. En dit werpt zijn vruchten af. Wanneer de werkelijke gebeurtenissen in het boek vorm krijgen, leeft de lezer zo met Jona mee, dat afstand nemen haast onmogelijk wordt. Als een nevelig doek werpt Poznanski beetje bij beetje meer mysterie op in het verhaal. Rectors die altijd afwezig lijken te zijn, gastouders die zich uiterst vreemd gedragen, mensen die overlijden; alles zet Jona’s positie in een steeds donkerder licht. Zo creëert Poznanski voor zichzelf de mogelijkheid een complex, licht futuristisch, maar zeker ook spannend verhaal op te zetten. Naarmate de plotontwikkeling vordert, schuwt Poznanski daarbij de grens met het bizarre niet. Echter, als lezer ben je op een of andere manier gehypnotiseerd door de denkwijze van Jona. Dat het verhaal in de basis misschien niet geheel aannemelijk of te verwachten is, maakt niet uit. Je geniet van het toenemende mysterie en wacht langzaam af hoe Jona zich steeds dieper in de nesten lijkt te werken.
En dat toenemende mysterie blijft zich ontwikkelen, tot diep in de slotpassage van Elanus. De schrijfster werkt zorgvuldig toe naar een climax waarin actie en gevaar zich niet ongekend laten. Daarmee neigt Elanus vooral richting de hoek van zeer spannende YA-romans. Poznanski maakt haar naam opnieuw waar; licht futuristische romans met technologische hoogstandjes kunnen spannend zijn. Echt.
Reageer op deze recensie