Alles kan én moet… in 250 pagina’s
Het spannende slotstuk van Lichtjaren vraagt duidelijk om een vervolg. Met Supernova ligt dit er dan eindelijk; een jaar na het eerste deel. Kass Morgan dompelt de lezer opnieuw onder in de wereld van Arran, Orelia, Cormak en Vesper. Helaas weet ze de in deel één verloren rem niet terug te vinden in deze opvolger. Ook Supernova wordt, hoe prettig het boek ook leest, gekenmerkt door een extreem hoog verhaaltempo.
Morgan heeft de lezer in het eerste deel achtergelaten in spanning. De Schimmen hebben de Quatranen aangevallen en de vier hoofdpersonen draaien mee in een wereld die gevaarlijker lijkt dan ooit, met een angst die werkelijkheid dreigt te worden. Orelia is opgepakt en wordt verdacht van spionage voor de Schimmen. Tegelijkertijd wordt er een nieuwe researchgroep, met daarin Arran, opgestart om te redden wat er te redden valt. Iedereen maakt zich op voor een verschrikkelijke strijd. Maar dan keert het tij en wordt bedacht dat een vredesstop misschien het beste kan zijn. Orelia wordt ingezet om te bemiddelen en ook Cormak, Vesper en Arran krijgen een belangrijke taak: het universum redden.
Waar Lichtjaren een samenraapsel van andere boeken leek te zijn, is daar in Supernova geen sprake meer van. Morgan werkt door vanuit de eindsituatie in het eerste deel en vervalt daarbij in de eerste passages in een te beschrijvende verteltrant. De eerste hoofdstukken missen daardoor kracht en even lijkt een saai, kabbelend verhaal te ontstaan dat bij vlagen erg afstandelijk, koeltjes of emotieloos oogt:
‘Dash had Rex een extra set avondkleding geleend voor de officiële diners op de Academie en de eerste keer dat hij dat had gedragen, een paar avonden geleden, had hij Vesper gevraagd om hem te komen helpen met zijn das. Een bezoek dat erop was uitgelopen dat ze heel wat minder kleren aan hadden dan waar ze mee waren begonnen.’
De redder lijkt het hoge verhaaltempo te zijn. Wanneer Morgan de beschrijvende stukken achter zich heeft gelaten, grijpt ze gelukkig terug op de zo in deel één gewaardeerde schrijfstijl waarin dialoog en beschrijving elkaar op het juiste moment afwisselen. Opnieuw volgt een spannend plot, waarbij politieke spelletjes, macht en machtsmisbruik, nieuwe én op de klippen gelopen relaties allen hun eigen rol hebben. Sterk daarbij zijn de personagewisselingen en de – ook al is het aantal te gering – terugblikken van de personages binnen de verhaallijn. Als lezer lees je wederom mee vanuit Vesper, Cormak, Orelia en Arran; elk met hun eigen gedachten en gevoelens.
Helaas verliest Supernova binnen de verhaalopbouw ook veel kracht. Waar Lichtjaren sterk was vanwege de verschillende agenda’s van de personages, is dat punt in dit deel verdwenen. De hoofdpersonen lijken nu grotendeels één doel te hebben, waardoor het verhaal minder spannend en aantrekkelijk wordt. Het is immers nu het aloude ‘samen strijden voor het ultieme doel’ en dat kennen we inmiddels wel. Bovendien is het hoge verhaal tempo, eerst redder in nood, nu een behoorlijke boosdoener. Het zorgt op meerdere plekken in de plot voor ongeloofwaardigheid. Morgan wil in iets meer dan 250 pagina’s de hele geschapen wereldproblematiek oplossen en bereikt dat door alle mogelijke obstakels in de plot te laten verdwijnen. Het tast de geloofwaardigheid aan; in het echte leven gaat niets zo makkelijk! Als lezer zit je tevergeefs te wachten op het addertje onder het gras.
Ook nu weer versnelt Morgan in de slotakkoorden van het verhaal. Hoewel ze bijna alle eindjes netjes afrondt, blijf je als lezer achter met een hongerig gevoel. De verborgen agenda’s van de personages in het eerste deel, die het verhaal zo interessant maakten, zijn verdwenen en Supernova lijkt meer op het welkbekende riedeltje uit andere boeken. Het onderscheidende element krimpt en Morgans boek is daarmee niet meer dan een ‘lekker leesboek’ waar je zeker een avondje van kunt genieten.
Reageer op deze recensie