Lezersrecensie
De cirkel is rond
Onlangs werd dit boek bekroond met een Gouden Boek, omdat er meer dan 200.000 exemplaren van zijn verkocht. Het toeval wil dat ik dit boek al een tijdje onaangeraakt in mijn boekenkast had staan, als verwoed boekverzamelaar ooit uit een kringloop gehamsterd. Nu werd het tijd om het te gaan lezen!
Om eerlijk te zijn is dit het eerste boek van Adriaan van Dis dat ik gelezen heb. Natuurlijk ken ik Adriaan van Dis wel van tv, zo interviewde hij Yuval Noah Harari eens. Een schrijver die met zijn boek Sapiens hoog in mijn top 25 is gekomen.
Een dun boekje, ik had stiekem verwacht dat ik zo doorheen zou vliegen, maar de schrijfstijl was pittiger dan verwacht. Dat is overigens wel de schrijfstijl die ik van Adriaan van Dis ook had verwacht.
Dit boek is, voor zover ik weet, autobiografisch en beschrijft de relatie van van Dis met zijn moeder. Deze wordt vertelt aan de hand van de laatste levenweken waarin van Dis tijd met haar doorbrengt. Het verhaal begint met een worsteling om een kist waar de geheimen van de moeder uit haar tijd in Nederlands-Indië opgeslagen liggen, een periode die van Dis zelf niet meegemaakt heeft en waar zijn moeder nooit over gesproken heeft. Dit is meteen een hele krachtige openingsscène, want niemand zou verwachten dat de altijd zo voorkomelijke van Dis tot een dergelijke furie over zou kunnen gaan. Voor mij een geruststelling om te weten dat zelfs van Dis zulke momenten in zijn leven meemaakt.
We leren de moeder van Dis kennen als een nuchtere boerendochter die zich gedurende haar leven, dankzij haar tijd in Nederlands Indië, tot een ietwat spirituele vrouw heeft ontwikkeld, daarin speelt ook het geloof in reïncarnatie een grote rol, welke dus ook de titel van het boek verklaart. De levenden werken toe naar de dood, de doden werken toe naar het leven. En zo vormen leven en dood een oneindige cirkel. Ook het boek zelf vormt inhoudelijk een mooie cirkel, waarbij we aan het einde van het verhaal in feite ook weer opnieuw kunnen beginnen bij de eerste bladzijde.
Met dit boek leren we van Dis van dichterbij kennen, het is daarnaast ook een mooie ode die hij hiermee aan zijn moeder heeft gebracht.
Om eerlijk te zijn is dit het eerste boek van Adriaan van Dis dat ik gelezen heb. Natuurlijk ken ik Adriaan van Dis wel van tv, zo interviewde hij Yuval Noah Harari eens. Een schrijver die met zijn boek Sapiens hoog in mijn top 25 is gekomen.
Een dun boekje, ik had stiekem verwacht dat ik zo doorheen zou vliegen, maar de schrijfstijl was pittiger dan verwacht. Dat is overigens wel de schrijfstijl die ik van Adriaan van Dis ook had verwacht.
Dit boek is, voor zover ik weet, autobiografisch en beschrijft de relatie van van Dis met zijn moeder. Deze wordt vertelt aan de hand van de laatste levenweken waarin van Dis tijd met haar doorbrengt. Het verhaal begint met een worsteling om een kist waar de geheimen van de moeder uit haar tijd in Nederlands-Indië opgeslagen liggen, een periode die van Dis zelf niet meegemaakt heeft en waar zijn moeder nooit over gesproken heeft. Dit is meteen een hele krachtige openingsscène, want niemand zou verwachten dat de altijd zo voorkomelijke van Dis tot een dergelijke furie over zou kunnen gaan. Voor mij een geruststelling om te weten dat zelfs van Dis zulke momenten in zijn leven meemaakt.
We leren de moeder van Dis kennen als een nuchtere boerendochter die zich gedurende haar leven, dankzij haar tijd in Nederlands Indië, tot een ietwat spirituele vrouw heeft ontwikkeld, daarin speelt ook het geloof in reïncarnatie een grote rol, welke dus ook de titel van het boek verklaart. De levenden werken toe naar de dood, de doden werken toe naar het leven. En zo vormen leven en dood een oneindige cirkel. Ook het boek zelf vormt inhoudelijk een mooie cirkel, waarbij we aan het einde van het verhaal in feite ook weer opnieuw kunnen beginnen bij de eerste bladzijde.
Met dit boek leren we van Dis van dichterbij kennen, het is daarnaast ook een mooie ode die hij hiermee aan zijn moeder heeft gebracht.
2
1
Reageer op deze recensie