Met één woordje een fantastische wereld neerzetten
Ancillary Justice, de debuutroman van de Amerikaanse schrijfster Ann Leckie, won in 2014 niet alleen de Hugo Award voor beste roman, maar ook nog eens de Nebula Award, de Arthur C. Clarke Award en de BSFA Award. Daarbij komt dat het vervolg, Ancillary Sword, is genomineerd voor de Hugo Award van dit jaar. Dat is een prestatie van formaat en in het licht van de controverse die de Hugo Awards dit jaar omringt nog meer, zeker als Leckie de Hugo weer zou winnen.
Naar aanleiding van de Hugo Award in 2014 kocht uitgeverij Luitingh het eerste boek aan. Inmiddels is het vertaald als Het recht van de Radch door Mariëtte van Gelder. Het boek is net in het Nederlands verschenen.
Is het al die hype waard? Het antwoord is een volmondig ‘Ja’.
Eerst wat achtergrond: het boek speelt in een verre toekomst waar mensen door het universum zijn uitgezwermd door middel van sneller dan licht ruimtevaart (via portalen en in ruimteschepen). De Radch is een ruimterijk, onder leiding van Anaander Mianaai, wiens bewustzijn gedistribueerd is over duizenden genetisch identieke lichamen. De Radch heeft zich millennia lang beziggehouden met zeer agressieve expansie, waarbij buursterrenstelsels hardhandig verslagen en geassimileerd werden. Iedereen die zich verzette werd gedood of met een operatie van eigen bewustzijn ontdaan en daarna bestuurd door de kunstmatige intelligenties van de ruimteschepen van de Radch. Dit zijn de ancillaries uit de titel. De constante uitbreidingsoorlog heeft een militaristische samenleving opgeleverd, die alleen belang hecht aan rang en feodale familiebanden, niet aan sekse of ras. Voor de eigen burgers lijkt het een stabiele, prettige samenleving, maar voor de buitenwereld moet de Radch een Rijk van het Kwaad zijn.
De expansie van de Radch is zo’n twintig jaar voor de opening van het boek tot stilstand gekomen, onder druk van de Presger, een mysterieus alien-ras. De samenleving en de machthebbers hebben het moeilijk met het zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden.
Het verhaal wordt vanuit één hoofdpersoon verteld, maar in twee verschillende tijdlijnen en – vreemd genoeg – ook vanuit meerdere verschillende perspectieven. De hoofdlijn speelt in het ‘nu’ van het boek, al is dat een verre toekomst. De hoofdpersoon is Breq, de ik-figuur, die op een koude, afgelegen planeet ver buiten de Radch ruimte een oude bekende tegenkomt. Seivarden was ooit een luitenant aan boord van het troepenschip Justice of Toren, voordat hij kapitein werd van een eigen ruimteschip. Dat laatste is duizend jaar geleden vernietigd en pas onlangs is de reddingscapsule met daarin een ingevroren Seivarden teruggevonden. Hij kan niet omgaan met al die verloren jaren en is verslaafd geraakt aan drugs. Breq neemt hem mee op haar queeste.
Om te kunnen begrijpen wat die queeste is en hoe Breq Seivarden kan kennen van zo lang geleden, lees je de tweede verhaallijn, die negentien jaar voor de hoofdlijn speelt. Daar is Breq nog een anonieme soldaat (One Esk 19) zonder eigen wil, tussen duizenden andere ancillaries, die allemaal aangestuurd worden door de kunstmatige intelligentie van Justice of Toren. Op drie verschillende niveaus maak je kennis met dit karakter: overkoepelend Justice of Toren zelf, op kleinere schaal als One Esk (dat met één bewustzijn meerstemmig zingt om het volgende moment als een uitermate dodelijke vechteenheid op te treden) en op individueel niveau uit het gezichtspunt van verschillende ancillaries.
Dat is een van de dingen die dit boek zo geweldig maakt: de volkomen andere hoofdpersoon. Want je merkt aan alle reacties, gedragingen, gezichtsuitdrukkingen en dialogen dat Breq geen normaal mens is. Dat maakt haar enorm interessant, zeker in combinatie met de vraag wat er tussen de twee verhaallijnen in is gebeurd.
Nog een briljant aspect aan dit boek is hoe Leckie de samenleving van de Radch tot leven brengt in vele kleine en grote details. Zoals gezegd is het militaristisch en heeft elke familie en elke persoon een soort feodale verstandhouding met hoger geplaatsten (waardoor Seivarden na duizend jaar ook zo onthand is: diens familie bestaat niet meer en hij is alleen). Het meest intrigerende onderdeel van de Radch is dat ze geen onderscheid maken in sekse. Dit is in Breq nog verder doorgevoerd: zij ziet vaak oprecht niet aan mensen of ze man of vrouw zijn en moet haar best doen om daar geen fouten in te maken. De Radch gebruiken geen sekseaanduiding in hun taal. Leckie doet daar iets heel interessants mee: ze beschrijft alle personen in de vrouwelijke vorm. Op de tweede pagina wordt al gezegd dat Seivarden mannelijk is en toch refereren Breq en andere Radch consequent aan hem als ‘haar’ en ‘zij’. Door dit ene woord anders in te zetten dan we gewend zijn, krijg je als lezer bij elke keer dat er aan iemand gerefereerd wordt een dosis vervreemding. Leckie krijgt met één woordje een enorm stuk wereldbouw voor elkaar. Hierdoor merk je als lezer elke keer op hoe man-centristisch onze taal en samenleving eigenlijk is.
Is er dan niks mis met dit boek? Jawel, er zitten vreemde toevalligheden en wendingen in het verhaal en het tempo verandert abrupt in het laatste kwart. Maar dat doet niets af aan het rijke en fascinerende universum dat Leckie gecreëerd heeft, met haar prachtige cultuurbeschrijvingen, spannende verhaallijnen en iconische hoofdfiguren. Een absolute aanrader.
(voor deze recensie is de Engelstalige editie gelezen. Sommige namen en beschrijvingen zijn mogelijk anders vertaald in de Nederlandse editie)
Reageer op deze recensie