Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Roerige tijden in Rhodesië

13 juni 2016

Tijdens de jaren vijftig emigreerden honderden Nederlanders naar Zuid-Rhodesië, het huidige Zimbabwe, om daar te werken op de Engelse tabaksplantages. De meeste zijn afgestudeerd aan de Tropische Landbouwschool in Deventer en kunnen na de onafhankelijkheid van Indonesië niet meer terug naar de voormalige kolonie. Het blanke minderheidsbewind van Ian Smith kan deze Nederlanders met hun kennis van tropenlandbouw echter goed gebruiken.

In We moeten gaan portretteert Marnix de Bruyne dit onbekende stukje geschiedenis. Als journalist reisde hij meerdere keren naar het Afrikaanse land. De eerste keer tussen 2000 en 2002, toen hij als correspondent verslag deed van de landonteigeningen. Tussen 2012 en 2015 bezocht hij het land nog zes keer. Hierdoor heeft De Bruyne het land zien veranderen en kan hij gebeurtenissen in de juiste context plaatsen.

De Rhodesiëgangers maken een roerige tijd mee. Zo worden ze door de blanke regering gedwongen om mee te vechten in de bush war tegen de zwarte guerrillero’s. Na de onafhankelijkheid in 1980 breekt een relatief rustige tijd aan, want de grote, commerciële plantages zijn te belangrijk voor de Zimbabwaanse economie. Vanaf 2000 verjagen zwarte oorlogsveteranen, gesteund door president Mugabe, de duizenden blanke boeren van hun land.

Slechts een aantal blanke boeren met de juiste instelling en connecties boert nog steeds in Zimbabwe, blijkt uit gesprekken met een handjevol lokale Nederlanders. Ook interviewt De Bruyne de boeren die zijnteruggekeerd naar Nederland. Met dubbele gevoelens kijken ze terug op hun tijd in het Afrikaanse land.De auteur heeft niet alleen oog voor het ‘blanke’ perspectief, maar laat hij ook zien hoe de ‘zwarte’ bevolking de oorlog en de landonteigeningen heeft beleefd. Zo spreekt hij met een zwarte boer die nu op het stuk land van een Nederlander woont en interviewt hij voormalige onafhankelijkheidsstrijders.

Want We moeten gaan is niet alleen een geschiedenisboek, maar geeft ook een actueel beeld van Zimbabwe. De lezer krijgt ook een stukje inzicht in het machtsvacuüm van president Mugabe, de aids- en HIV-problemen, de afkeer van homoseksualiteit en de gevolgen van een wankelende economie. Het is interessant om te lezen hoe indoctrinatie en propaganda zijn werk hebben gedaan, en nog steeds doen. Door regelmatig gebeurtennissen vanuit de ik-vorm te beschrijven neemt De Bruyne de lezer mee op zijn reis door Zimbabwe. Dat levert mooie anekdotes op over de corrupte en door de ZANU-PF geregeerde staat. Het maakt de lezer daarnaast deelgenoot van het onderzoek naar de gebeurtenissen uit het verleden. Maar de auteur wijdt soms wel erg uit en de ik-vorm maakt het verhaal soms wat langdradig. Waar je soms zou willen dat je het verhaal van de volgende geïnterviewde leest, beschrijft de auteur bijvoorbeeld eerst zijn onderzoek, reis en de plek van bestemming. 

We moeten gaan beschrijft de zoektocht naar de geschiedenis van honderden Nederlanders die in de jaren vijftig naar Zuid-Rhodesië emigreerden. Tevens is het een boeiend portret van het huidige Zimbabwe, dat nog altijd kampt met talloze problemen. Het is knap dat Marnix de Bruyne die twee onderwerpen met elkaar weet te combineren.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van

Gesponsord

Een indringend verhaal op het scherp van de snede, vanuit de belevingswereld van de strafrechtadvocate die als slachtoffer moet strijden voor een eerlijke behandeling onder het recht waar ze altijd in heeft geloofd.

Hetzelfde boek lezen brengt mensen samen: je hebt direct iets om over te praten! Daarom lezen we in november met heel Nederland 'Joe Speedboot' van Tommy Wieringa. Je haalt het boek gratis op bij je bibliotheek.