Vervreemding en bevreemding
'Ik kan intens genieten als ik iets heb geschreven dat voor mezelf niet is te herleiden tot iets wat ik eerder gelezen of gezien heb. Ik vind het fijn dat ik weet dat de lezer een beetje aan het wankelen wordt gebracht,' zegt Bertram Koeleman in een interview met Het Parool, kort na de verschijning van zijn gloednieuwe verhalenbundel Het dreigbed:
'Ik geloof echt in het gebruik van de overtreffende trap.'
In dat laatste schuilt een groot gevaar, het risico van zo’n overtreffende trap is immers dat niet de lezer maar het verhaal uit zijn evenwicht wordt gebracht en kantelt. Daar staat tegenover dat wanneer de schrijver die techniek in de hand houdt, de verrassing totaal is. Koeleman is zo’n schrijver. Hij beheerst zijn onderwerp, ook al stelt hij in hetzelfde interview in Het Parool dat zijn verhalen zélf bepalen welke richting ze uitgaan. Maar ook die stelling lijkt de overtreffende trap te bewandelen.
Het dreigbed wordt bevolkt door personages die vroeg of laat merken dat de weg die ze zijn ingeslagen anders evolueert dan oorspronkelijk de bedoeling was, en dat niets helpt om dit een halt toe te roepen. Soms draait dat goed uit, soms niet, al is de betekenis van ‘goed’ in de wereld die Koeleman oproept niet zo rustgevend als buiten zijn verhalen het geval is. Goed wil in dit unheimische universum zeggen dat iemand een gecompliceerde armbreuk oploopt en die arm niet verliest. In het titelverhaal bijvoorbeeld proberen vrouw en man hun opstandige zoontje in het gareel te krijgen door hem bij wijze van straf roerloos op een bed op zolder te laten zitten. Zover komt het evenwel niet, want als ze samen het bed van onder het stof vandaan halen, gaat het verhaal er onverbiddelijk met hen beiden vandoor.
'Hij komt voor haar staan en legt zijn onderarmen op haar schouders, polsen bungelend. En dan kijkt hij haar aan met een grijns die zegt dat haar plannetjes allemaal zo ontzettend schattig zijn en voor het mechaniek in haar hoofd het kan tegenhouden, heeft ze hem een tik in zijn gezicht gegeven.'
Die tik en wat volgt zet hun leven op een geheel nieuw spoor.
In 'De lezing' staan bevreemding en vervreemding centraal. De verteller, een dakloze van onbepaalde leeftijd, vindt op curieuze plaatsen uitnodigingen voor lezingen en komt zo in een omgeving terecht waarin weinig is wat het lijkt, een sciencefiction-achtige realiteit met dystopische allures. Halverwege het verhaal, als werkelijkheid en illusie al enige tijd vrolijk over elkaar heen buitelen, denkt hij nog dat hij bepaalt wat er gebeurt ('Je hebt het bestaan zelf in de hand. Als je denkt van niet ben je een domme, naïeve klootzak op de terugweg naar de oertijd'), maar gaandeweg komen zijn zekerheden steeds meer op losse schroeven te staan en lijkt de verteller in een scenario van David Lynch te zijn beland.
Controle hebben en houden, houvast vinden – niet enkel Koelemans personages worstelen er voortdurend mee. Ook de lezer stelt tijdens het lezen van deze verhalen meer dan eens vast dat hij meer schijn in zijn handen heeft dan wezen. 'Alleen het onwerkelijke kan het werkelijke aantonen, alleen het irrationele het rationele,' klinkt het in 'Aantekeningen' over schrijven – een verhaal, waarin de verteller de lezer een blik in zijn denkwereld toont.
'We hebben zelfs de luxe van een eerste zin. "Sinds mijn vrouw me heeft bedrogen, vertrouwt ze mij niet meer." Op een dag in mijn hoofd ontstaan en sindsdien bekeken, gewogen, bewonderd om de prettige omkering. We zijn geneigd om te denken dat juist het vertrouwen van de bedrogene beschadigd raakt. Dat het nu omgekeerd is, intrigeert, vervreemdt.'
Dit fragment leest als een beginselverklaring en een waarschuwing ineen. Beste lezer, maak je klaar voor een excellente verhalenbundel waarin zekerheden onderuit worden gehaald, houvast vaak een valkuil blijkt te zijn en je alles om je heen opeens ziet alsof je 'door een ingeslagen ruit' kijkt.
Reageer op deze recensie