Storm in een glas water
‘Moet ik je echt álles vertellen? Ik weet het niet. Wat wist ik van mijn eigen ouders? Je grootvader hebben ze gebroken. Kapotgemaakt. Er was niets meer van hem over toen ik wilde weten wie hij was. Bij je grootmoeder lag dat anders, ingewikkelder. Altijd dat bezorgde, altijd bang dat ik iets tekort zou komen. Voortdurend het besef dat ze me in de steek had gelaten toen het erop aankwam.’
Zo begint Tropenvader van Diederik Samwel, een lijvige, op autobiografische elementen gestoelde roman waarin een zoon de zoektocht naar het verleden van zijn vader beschrijft. Die vader blijkt een persoon te zijn aan wie je met gerust hart een boek kunt ophangen. Nors, vaak afwezig, veeleisend, biseksueel, geslaagd als advocaat, behept met een wispelturige inborst, ongedurig, grootgebruiker van alcohol, en steeds heviger geplaagd door een ontzaglijk jeugdtrauma waarvan de oorsprong in Java tijdens de Tweede Wereldoorlog ligt. Kortom, een heerlijk personage om een fraaie burcht van woorden rond op te trekken.
Net daarom is het zo spijtig dat het grootste deel van deze roman over het leven van de verteller gaat, die hier Erik heet. Dat leven is bepaald niet ‘groots en meeslepend’. Goed, zijn ouders gaan uiteen als hij een tiener is, wat een kind doorgaans een aanzet biedt tot frustratie en opstandigheid. Maar die ouderlijke breuk verloopt zo rimpelloos, dat het slechts bij een schram op de ziel van Erik blijft, en geen litteken dat ook na dertig jaar nog schuurt en jeukt.
Erik en zijn broers blijven – opvallend genoeg voor de jaren zeventig van de vorige eeuw – bij hun vader wonen. Hun moeder, een vrouw die nooit echt scherp in beeld komt, verdwijnt naargelang de roman vordert geruisloos uit zicht en speelt de laatste honderdvijftig bladzijden zelfs helemaal niet meer mee. Geen idee waarom; er wordt gewoon niet meer over haar gesproken of geschreven. De echtscheiding van zijn ouders is de grootste opwinding in Eriks jonge leven, maar er gebeurt bitter weinig met dat gegeven.
Daarnaast vult de hoofdpersoon zijn dagen met de onbeduidende bezigheden van een opgroeiende tiener. Niets opmerkelijks, niets extravagants, niets dat zich met weerhaken in je aderen vastzet: dertien-in-een-dozijn aangelegenheden die zo uitvoerig beschreven worden dat ze de intrinsieke spanning in dit verhaal compleet ondergraven.
Want spanning zit er zeker in deze historie. Een steeds afstandelijkere echtgenoot die zijn vrouw op straat zet en ervoor kiest zijn verdere leven met een man te delen. Een gekwelde ziel die ervoor kiest om oog in oog te gaan staan met de oorzaak van zijn kwelling. Die met zijn drie zonen naar de plaats reist waar het onheil begon, met de bedoeling zijn duivel een flinke trap onder de kont te geven. Die soms dagenlang niet van zich laat horen om daarna onontwijkbaar te zijn, en het leven van anderen probeert te bepalen. Die manipuleert en met emoties speelt alsof het jojo’s zijn – zo’n man zorgt voor spanning.
Daar doet de schrijver helaas weinig mee. Hij rijdt zich pagina’s lang vast in kleurloze bijzaken waardoor het boek al over de helft is als de lezer het gevoel krijgt dat er effectief iets zal gebeuren. Maar ook wanneer Eriks vader zijn demonen recht in het gezicht aankijkt, blijft het verhaal voortkabbelen. Nooit krijgt de lezer een krop in de keel of een gevoel van plaatsvervangende woede, laat staan een ferme vuistslag in het gezicht.
Daarvoor moeten we bij andere schrijvers aankloppen, schrijvers die zowel de trauma’s van hun ouders als van zichzelf zo aangrijpend neerschrijven dat je tijdens het lezen geregeld naar adem moet happen, confuus door taal en verhaal, waarna je ontdaan en ietwat ontregeld (maar intens voldaan) het boek dichtslaat. Die sensatie brengt Samwel met Tropenvader niet teweeg. Jammer, want dit boek had een wervelende orkaan kunnen zijn. Nu is het slechts een storm in een glas water.
Reageer op deze recensie