Lezersrecensie
De eerste grootschalige internationale samenwerking in de wetenschap
Wij kennen Andrea Wulf van “De uitvinder van de natuur” en “Rebelse genieën”. Nu is er een herdruk verschenen van “Venus achterna”, waarvan de eerste druk verscheen in 2012, vlak voor de eerste overgang van Venus in deze eeuw. Wie deze en die van 2004 heeft gemist, zal moeten wachten tot 2117.
Juist door de zeldzaamheid van een dergelijke overgang, eens in de 102 à 110 jaar in telkens paren van twee, gescheiden door acht jaar, was de wereld van de sterrenkunde in de hoogste staat van paraatheid voor de overgangen van 1761 en 1769. Men ging ervan uit dat door correcte metingen op ver uiteen liggende plaatsen op Aarde, de afstand van de aarde tot de zon nauwkeuriger kon worden berekend dan tot dan bekend was. Als “bijvangst” zou wellicht ook de grootte van het dan bekende zonnestelsel worden berekend. Verder ging hun ambitie niet, al suggereert de ondertitel op de omslag dit wel.
De eerste oproep om dit project uit te voeren, werd in 1716 gedaan door Halley, die wist dat hij de eerstvolgende overgang niet meer zou meemaken. Uranus en Neptunus werden later ontdekt, alhoewel Galilei Neptunus wel al had waargenomen, maar hij had deze niet als planeet herkend.
Het was de Franse astronoom Joseph-Nicolas Delisle die in 1760 het idee opperde om deze overgang van het volgende jaar wereldwijd waar te nemen. Hij publiceerde een mappemonde”, waarop de beste plaatsen werden aangegeven om de overgang waar te nemen. Deze kaart had hij verspreid onder ruim tweehonderd astronomen over de hele wereld. De wereld schoot wakker en overal werden projecten opgezet om de waarnemingen te kunnen doen. Gezien de korte voorbereidingstijd kon en zou er ook veel misgaan, maar toch leverde de wel, als dan niet gedeeltelijk, geslaagde waarnemingen van de in- en uittrede van Venus genoeg informatie op om de gewenste afstanden nauwkeuriger dan tot dan toe te bepalen. Dit was het eerste voorbeeld van mondiale samenwerking tussen wetenschappers. Maar er was ook veel onderlinge strijd en kinnesinne.
De waarnemingen van 1769 werden veel beter voorbereid, waarbij sommige astronomen al jaren voor de datum van de waarneming ter plaatse waren en allerlei waarnemingen deden. Bovendien gebruikten diverse vorsten, zoals met name Catharina de Grote, deze expedities om ook andere geleerden zoals biologen en antropologen, mee te sturen. Aan de hand van deze waarnemingen kon uiteindelijk de afstand zo nauwkeurig worden berekend, dat deze niet veel meer afwijkt van de nu bekende. Daarnaast werden tijdens deze expedities duizenden voor de wetenschap nieuwe platen- en diersoorten ontdekt. Bovendien hadden de wetenschappers nu minder hinder van oorlogen. Wel liet een aantal van hen door ziekte, overval of ongeval het leven.
Andrea Wulf beschrijft in dit, door Barbara de Lange uitstekend vertaalde, boek de vele moeilijkheden die de wetenschappers moesten overwinnen, zowel ten aanzien van financiering en de politiek als de omstandigheden, zeg maar gerust ontberingen, tijdens hun reis en ter plaatse en de onderlinge competitie.
Naast de beschrijving van de verschillende expedities heeft zij ook getracht alle onderzoekers in een annex weer te geven, een sisyfusarbeid, waarin zij prima is geslaagd.
Juist door de zeldzaamheid van een dergelijke overgang, eens in de 102 à 110 jaar in telkens paren van twee, gescheiden door acht jaar, was de wereld van de sterrenkunde in de hoogste staat van paraatheid voor de overgangen van 1761 en 1769. Men ging ervan uit dat door correcte metingen op ver uiteen liggende plaatsen op Aarde, de afstand van de aarde tot de zon nauwkeuriger kon worden berekend dan tot dan bekend was. Als “bijvangst” zou wellicht ook de grootte van het dan bekende zonnestelsel worden berekend. Verder ging hun ambitie niet, al suggereert de ondertitel op de omslag dit wel.
De eerste oproep om dit project uit te voeren, werd in 1716 gedaan door Halley, die wist dat hij de eerstvolgende overgang niet meer zou meemaken. Uranus en Neptunus werden later ontdekt, alhoewel Galilei Neptunus wel al had waargenomen, maar hij had deze niet als planeet herkend.
Het was de Franse astronoom Joseph-Nicolas Delisle die in 1760 het idee opperde om deze overgang van het volgende jaar wereldwijd waar te nemen. Hij publiceerde een mappemonde”, waarop de beste plaatsen werden aangegeven om de overgang waar te nemen. Deze kaart had hij verspreid onder ruim tweehonderd astronomen over de hele wereld. De wereld schoot wakker en overal werden projecten opgezet om de waarnemingen te kunnen doen. Gezien de korte voorbereidingstijd kon en zou er ook veel misgaan, maar toch leverde de wel, als dan niet gedeeltelijk, geslaagde waarnemingen van de in- en uittrede van Venus genoeg informatie op om de gewenste afstanden nauwkeuriger dan tot dan toe te bepalen. Dit was het eerste voorbeeld van mondiale samenwerking tussen wetenschappers. Maar er was ook veel onderlinge strijd en kinnesinne.
De waarnemingen van 1769 werden veel beter voorbereid, waarbij sommige astronomen al jaren voor de datum van de waarneming ter plaatse waren en allerlei waarnemingen deden. Bovendien gebruikten diverse vorsten, zoals met name Catharina de Grote, deze expedities om ook andere geleerden zoals biologen en antropologen, mee te sturen. Aan de hand van deze waarnemingen kon uiteindelijk de afstand zo nauwkeurig worden berekend, dat deze niet veel meer afwijkt van de nu bekende. Daarnaast werden tijdens deze expedities duizenden voor de wetenschap nieuwe platen- en diersoorten ontdekt. Bovendien hadden de wetenschappers nu minder hinder van oorlogen. Wel liet een aantal van hen door ziekte, overval of ongeval het leven.
Andrea Wulf beschrijft in dit, door Barbara de Lange uitstekend vertaalde, boek de vele moeilijkheden die de wetenschappers moesten overwinnen, zowel ten aanzien van financiering en de politiek als de omstandigheden, zeg maar gerust ontberingen, tijdens hun reis en ter plaatse en de onderlinge competitie.
Naast de beschrijving van de verschillende expedities heeft zij ook getracht alle onderzoekers in een annex weer te geven, een sisyfusarbeid, waarin zij prima is geslaagd.
1
Reageer op deze recensie