Lezersrecensie
Zeer persoonlijke zoektocht naar het familieverleden
Patrick Bernhart was tot nu toe vooral bekend door andere non-fictie boeken, waaronder drie sportboeken. Deze keer heeft hij gekozen voor een zeer persoonlijk verhaal, dat tevens de aanleiding voor hem was om de uitgeverij Pressburg op te richten.
Het boek valt uiteen in twee verhalen. Het eerste beschrijft zijn zoektocht naar zijn voorouders; het tweede behandelt zijn persoonlijke problemen, vooral zijn frustraties in de omgang met vrouwen en zijn onvermogen om relaties aan te knopen. Ook de relatie met zijn ouders wordt vrij uitvoerig beschreven.
Het verhaal rondom de zoektocht naar zijn Joodse voorouders wordt zeer gedetailleerd en grondig beschreven. Eenieder die zich bezighoudt met stamboom onderzoek zal zich hierin herkennen. Een extra moeilijkheid voor hem was dat namen vaak verkeerd werden geschreven of dat in plaats van de Hongaarse of Tsjechische namen de Joodse namen werden gebruikt. Met behulp van onderzoekers ter plaatse, maar vooral door zijn vasthoudendheid weet hij veel gegevens op te duiken. Ook bezoekt hij de graven van zijn voorouders, die hij zo veel mogelijk wil onderhouden of herstellen. Deze speurtocht is zeer onderhoudend. Uitvoerig beschrijft hij de tegenwerking die zijn voorouders, net als alle Joodse inwoners, kortweg antisemitisme, zijn voorouders ondervonden, waarbij de keizers zich niet onbetuigd lieten met wetten die er bijvoorbeeld op waren gericht om het aantal Joden in het land of in een regio te beperken.
Na de Duitse inval in Hongarije wordt het verhaal vooral gruwelijk: een aantal familieleden heeft het leven gelaten in de concentratiekampen. Het lezen hiervan bezorgt de lezers koude rillingen en plaatsvervangende woede. Ook besteedt hij veel aandacht aan de slachting van Joodse dwangarbeiders in Rechnitz tegen het eind van de oorlog, die door Eva Menasse is gebruikt in haar historische roman “Dunkelblum zwijgt”.
Na de oorlog wordt de familie, waarvan sommigen eerder zeer aanzienlijke functies hadden in het bedrijfsleven, het slachtoffer van het communistische regime, waardoor men behoorlijk daalde op de maatschappelijke ladder.
Het is een beetje vreemd dat uitgebreid wordt beschreven dat de heren Boers en Dwinger uit Amsterdam in 1956 na de Russische inval in Hongarije al vóór hun vlucht naar Nederland zijn ouders wilden helpen, maar vervolgens helemaal uit het verhaal verdwenen toen zijn ouders vlak ná aankomst alhier beiden een aanstelling kregen bij een textielfabriek in Helmond. Ze duiken wel plotseling weer op bij de foto’s. Hoe zat dat?
Het verhaal over zijn frustraties is minder boeiend. Het is dapper dat hij het zo heeft weten op te schrijven, maar wil de gemiddelde lezer dit allemaal weten? Het is meer een verhaal voor een therapeut.
Enige redactie zou goed zijn geweest. Dan zou bijvoorbeeld een -tegenwoordig veelgemaakte- fout als “ik bedacht me dat…” niet zijn blijven staan. Ook staan er enige feitelijke onjuistheden in het boek, waarop ik hier verder niet zal ingaan.
Ondanks de tekortkomingen is dit zeer persoonlijke relaas zeker de moeite van het lezen waard.
Het boek valt uiteen in twee verhalen. Het eerste beschrijft zijn zoektocht naar zijn voorouders; het tweede behandelt zijn persoonlijke problemen, vooral zijn frustraties in de omgang met vrouwen en zijn onvermogen om relaties aan te knopen. Ook de relatie met zijn ouders wordt vrij uitvoerig beschreven.
Het verhaal rondom de zoektocht naar zijn Joodse voorouders wordt zeer gedetailleerd en grondig beschreven. Eenieder die zich bezighoudt met stamboom onderzoek zal zich hierin herkennen. Een extra moeilijkheid voor hem was dat namen vaak verkeerd werden geschreven of dat in plaats van de Hongaarse of Tsjechische namen de Joodse namen werden gebruikt. Met behulp van onderzoekers ter plaatse, maar vooral door zijn vasthoudendheid weet hij veel gegevens op te duiken. Ook bezoekt hij de graven van zijn voorouders, die hij zo veel mogelijk wil onderhouden of herstellen. Deze speurtocht is zeer onderhoudend. Uitvoerig beschrijft hij de tegenwerking die zijn voorouders, net als alle Joodse inwoners, kortweg antisemitisme, zijn voorouders ondervonden, waarbij de keizers zich niet onbetuigd lieten met wetten die er bijvoorbeeld op waren gericht om het aantal Joden in het land of in een regio te beperken.
Na de Duitse inval in Hongarije wordt het verhaal vooral gruwelijk: een aantal familieleden heeft het leven gelaten in de concentratiekampen. Het lezen hiervan bezorgt de lezers koude rillingen en plaatsvervangende woede. Ook besteedt hij veel aandacht aan de slachting van Joodse dwangarbeiders in Rechnitz tegen het eind van de oorlog, die door Eva Menasse is gebruikt in haar historische roman “Dunkelblum zwijgt”.
Na de oorlog wordt de familie, waarvan sommigen eerder zeer aanzienlijke functies hadden in het bedrijfsleven, het slachtoffer van het communistische regime, waardoor men behoorlijk daalde op de maatschappelijke ladder.
Het is een beetje vreemd dat uitgebreid wordt beschreven dat de heren Boers en Dwinger uit Amsterdam in 1956 na de Russische inval in Hongarije al vóór hun vlucht naar Nederland zijn ouders wilden helpen, maar vervolgens helemaal uit het verhaal verdwenen toen zijn ouders vlak ná aankomst alhier beiden een aanstelling kregen bij een textielfabriek in Helmond. Ze duiken wel plotseling weer op bij de foto’s. Hoe zat dat?
Het verhaal over zijn frustraties is minder boeiend. Het is dapper dat hij het zo heeft weten op te schrijven, maar wil de gemiddelde lezer dit allemaal weten? Het is meer een verhaal voor een therapeut.
Enige redactie zou goed zijn geweest. Dan zou bijvoorbeeld een -tegenwoordig veelgemaakte- fout als “ik bedacht me dat…” niet zijn blijven staan. Ook staan er enige feitelijke onjuistheden in het boek, waarop ik hier verder niet zal ingaan.
Ondanks de tekortkomingen is dit zeer persoonlijke relaas zeker de moeite van het lezen waard.
1
Reageer op deze recensie