Nog heel genietbare sciencefiction uit de sixties
In 1968 publiceerde Philip K. Dick (1928-1982) Do androids dream of electric sheep?, een sciencefictionboek dat zich afspeelt in 1992 na Wereldoorlog Terminus. Het werd al een paar maal vertaald, onder andere als De elektrische nachtmerrie, maar het meest bekend is het verhaal van de film Blade Runner uit 1982, het jaar waarin Dick stierf. Met het verstrijken van de jaren werden nieuwe uitgaven van het boek gesitueerd in 2021. Naar aanleiding van het recente vervolg op de film, Blade Runner 2049 getiteld, werd opnieuw een vertaling op de markt gebracht met Blade Runner als hoofdtitel en Dromen androïden over elektrische schapen? als ondertitel.
Rick Deckard is premiejager, maar wel een bijzondere. Hij jaagt namelijk op androïden die illegaal op aarde verblijven en moeten teruggetrokken worden, een term die slechts verbloemt dat ze aan flarden geschoten worden. Het nieuwe type robot, de Nexus-6, is zo geavanceerd dat het heel moeilijk is ze nog van mensen te onderscheiden. Ricks collega Dave Bryant was het alvast niet gelukt ze allemaal te vangen en ligt als gevolg daarvan nu zwaargewond in het ziekenhuis. Rick neemt de jacht op de resterende zes androïden over.
Op het dak van Ricks flat graast zijn schaap. Het is een elektrisch dier, want echte dieren zijn er haast niet meer sinds de wereldoorlog het leven grotendeels vernietigde, en de weinige die er zijn, zijn onbetaalbaar. Maar het elektrische dier voldoet niet aan Ricks verwachtingen en hij verlangt naar een echt dier, zoals hij er ooit een had. Dat hoopt hij te kunnen betalen met de premies die hij voor elke androïde opstrijkt. Maar het voortdurend premiejagen eist zijn tol. Hij ontdekt dat hij gevoelens begint te ontwikkelen voor een vrouwelijke androïde en begint zich als gevolg daarvan vragen te stellen over het empathisch vermogen van de robots, maar ook over dat van zichzelf.
De vraag die men zich kan stellen is of sciencefiction uit 1968 die zich afspeelt in de periode waarin de lezer het verhaal leest, nog wel interessant is. Veel sciencefiction uit die tijd is ondertussen immers werkelijkheid geworden of is achterhaald. Denk bijvoorbeeld aan The war of the worlds van H.G. Wells of de eerste reeks van Star Trek. We weten ondertussen dat de Martianen ons niet zullen aanvallen en onze smartphones zijn nu al krachtiger dan de toestellen die Kirk en Spock in een verre toekomst gebruiken. Of een boek de tand des tijds overleeft, hangt er maar van af wat de auteur verder nog met het verhaal heeft gedaan. Er zijn natuurlijk redenen waarom iemand als Isaac Asimov nog steeds populair is. En dat geldt gelukkig ook voor Philip K. Dick.
Ja, er is wat ouderwetse technologie te bespeuren in het boek. De vidfoon bijvoorbeeld is een ouderwetse telefoon met hoorn, draad en een videoscherm en is ondertussen niet meer geloofwaardig, maar los daarvan is het verhaal nog meer dan behoorlijk. Alhoewel de kern van het verhaal de jacht op een aantal gesofisticeerde androïden is, draait het om meer dan dat. Premiejager Rick Deckard stelt zich tijdens het jagen namelijk een aantal existentiële vragen, zoals over de menselijkheid van androïden, over zijn recht om ze te vernietigen, of waarom het eigenlijk onwettig is om verliefd te worden op een androïde. De jacht op de androïden kan men beschouwen als nostalgie voor de lezer die houdt van ouderwetse scifi-detectives. Wie iets meer diepgang verwacht, zal merken dat Blade Runner op dat vlak heel goed scoort en best nog wel een poos mee kan. Dat Dromen androïden over elektrische schapen? in de nieuwe vertaling de ondertitel is en niet de hoofdtitel, is zo ongeveer het enige wat tegenvalt aan dit boek.
Reageer op deze recensie