Autobiografische humor vol scherpe observaties
“Een van de vele dingen die ik nooit zal begrijpen, is waarom zoeken op mijn computer andere resultaten oplevert dan zoeken op de computer van iemand anders. […] ‘Die computer van mij is zo... netjes,’ zei ik tegen Hugh, nadat ik Rock Hudson had opgezocht. Ik tikte de woorden: ‘Hoe lang is...’ in en voordat ik klaar was had Google al aangevuld ‘… Jezus? Wilt u weten hoe lang Jezus was?’ […] eigenlijk was ik benieuwd naar Rock Hudson. Als Amy haar laptop openklapt en intikt: ‘Hoe lang is...’ vult Google haar vraag meteen aan met ‘...Tom Hardy’s pik?’”
David Sedaris (1956) heeft Griekse voorouders. Zijn grootouders migreerden naar Amerika en slaagden erin daar een leven op te bouwen zonder meer dan honderd woorden Engels te leren, aldus David. Maar van die twee mensen stammen ondertussen meer dan een handvol telgen af, waaronder twee bekende. David is een succesvol schrijver, zijn zus Amy is scenarioschrijfster en actrice. Sedaris profileert zich als een sukkel, een beetje als Bram Botermans uit de succesvolle jongerenreeks Het leven van een loser. Wat hij meemaakt schrijft hij neer in een dagboek dat vervolgens tot een boek verwerkt wordt vol humor en zelfspot, maar waarin ook heel rake observaties en een gevoelige noot niet ontbreken.
Sedaris begon hiermee in 1994. Hij schrijft over zichzelf, over zijn ouders, zijn vier zussen en broer, en over zijn relatie met Hugh. Hij neemt daarbij geen blad voor de mond en of wat hij schrijft ook allemaal waar is, daar heeft de lezer het raden naar. Sommige journalisten zijn dit gaan nagaan en beweren dat Sedaris op zijn minst overdrijft en dingen verdraait ten bate van de humor. Sedaris stribbelt tegen als deze beweringen worden gemaakt, maar niet heel erg hard. Dat hij en zijn familie nog steeds heel hecht zijn, wijst er waarschijnlijk op dat zijn boeken inderdaad met de nodige doses zout moeten worden verteerd en dat er niet op zere tenen wordt getrapt. Nog een ‘bewijsstuk’: een film, gebaseerd op een boek van hem, ging niet door omdat een van Sedaris’ zussen bang was voor hoe de familie zou worden geportretteerd.
Over sommige onderwerpen is Sedaris echter goudeerlijk. De zelfmoord van zijn zus, het alcoholisme van zijn moeder en de stroeve relatie met zijn hoogbejaarde vader worden beschreven met pakken minder humor dan bijvoorbeeld het wegnemen van een goedaardige tumor, zijn ervaringen met de Fitbit, zijn geringe gestalte of de uitstapjes naar Japan met zijn zussen, alleen maar om kleding te kopen.
Sedaris heeft in dit boek heel wat te zeggen over de eigenaardigheden van het taalgebruik van Amerikanen, Denen, Nederlanders, Oostenrijkers, Roemenen en nog wat andere bevolkingsgroepen. Grappig maar raak ook weer, bijvoorbeeld over scheldwoorden. Moeilijk te vertalen zonder de nuances te verliezen. Dat dit toch gelukt is, is de knappe verdienste van Tjadine Stheeman.
Critici vragen zich af of Sedaris nog wel grappig is. Hij profileerde zichzelf van in den beginne als een sukkel, een homo die verslaafd is aan kleding kopen en met maar weinig culturele bagage, maar als je ondertussen tien miljoen boeken hebt verkocht en zalen van tweeduizend man kan vullen met niets meer dan voorlezen uit eigen werk, dan ben je al lang geen sukkel meer en is je als zodanig voordoen niet grappig, zo stellen ze. Het is jammer voor de critici, maar ze hebben ongelijk. Sedaris is nog steeds grappig. Zijn boeken zijn geen aaneenschakeling van gieren en brullen maar zijn een wirwar van grappige anekdoten, messcherpe analyses van alledaagse gebeurtenissen en ontroerende bekentenissen. Sedaris schuwt geen enkel onderwerp, hoe ongemakkelijk of controversieel het soms ook is. Het wordt luchtig gebracht en laat je regelmatig grinniken. De afwisseling met ernstiger hoofdstukken houdt het boek fris. Calypso stond in de VS al snel helemaal bovenaan in de non-fictieverkooplijsten. Op dit ogenblik staat hij daar al twee maanden en dat is niet onterecht.
Reageer op deze recensie