Snedig, grappig, maar er zat meer in
Kapitein Verdussen had op een blauwe maandag een lumineus idee: hij besloot een boot op te knappen en cruises te organiseren op de Noordzee. Geen luxecruises, maar bezinningscruises voor mensen die tijd nodig hadden om hun leven te overdenken. Gedurende zes dagen vertoeven ze op de boot zonder internet en zijn telefoons verboden. Tijd is van geen tel (behalve etenstijd). De gasten zijn alleen met zichzelf, met hun medepassagiers, en met de kabbelende zee. Het idee slaat maar matig aan en het aantal gasten dat intekende op de eerste vaart is bedroevend. Allen hebben ze ook wel een steekje los, de kapitein incluis, en dat leidt al snel tot confrontaties.
Met Cruise viert Christophe Vekeman (1972) de twintigste verjaardag van zijn schrijverschap. Hij is van meerdere markten thuis en voelt zich niet alleen schrijvend kiplekker, ook optredend zwemt hij vrolijk als een vis in het water rond op literaire podia. Radiominnend Vlaanderen kent hem misschien ook van ‘Pompidou’, een radioprogramma waarin hij in de rubriek ‘Het boekenbal van Vekeman’ wekelijks een boek bespreekt. Op 11 september 2001 verscheen zijn eerste krantencolumn. Dat de wereld die dag even stilstond, heeft een andere oorzaak, maar misschien was het toch wel een voorteken. Vekemans protagonisten maken wel vaker een persoonlijk nine eleven mee.
Alle personages in Cruise worstelen met iets dat vervolgens zwaar overtrokken wordt weergegeven. Pastoor Tom heeft een tic die hij klapperlippen noemt en die alleen onder controle te houden is door een onaangestoken sigaar in zijn mond te stoppen. Inge zit vast in een huwelijk dat op seksueel vlak pijnlijk en onbevredigend is en oefent daarom al een half leven lang op haar mysterieuze, in zichzelf gekeerde blik. Haar man is progressief maar heeft sinds kort te kampen met extreem racistische dromen. DMC Dick is rapper en vindt op deze cruise de inspiratie waarmee hij potten zal gaan breken, zo meent hij, maar de vraag is of de wereld wel klaar is voor zijn dichterlijke expressie. Een gepensioneerde politieman gaat dan weer door het lint als deze cruise zijn aan pillen verslaafde vrouw toch niet tot bezinning brengt. Alle ingrediënten voor een nakende klucht zijn aanwezig. Vekeman heeft geen opwarming nodig, vrijwel meteen na aankomst van de passagiers bieden zich de eerste problemen al aan.
Vekeman houdt de conversaties beperkt. De meeste personages hebben elkaar opvallend weinig te vertellen, maar observeren de anderen wel kritisch, vormen zich meningen die, gekleurd door de eigen persoonlijkheid en beslommeringen, al snel vooroordelen worden waarnaar ze vervolgens handelen. De cruisegangers zijn erg vaak en lang bezig met het overdenken van een situatie en proberen deze te plaatsen in het kader dat hun eigen leefwereld begrenst. Dat zorgt voor grappige misverstanden, maar de lange passages in het eigen denken remmen de voortgang iets te vaak af en dan slabakt het geheel.
De auteur schrijft snedig en weet de twijfels, gedachtegangen en dito sprongen van de personages helder over te brengen. Hij maakt geregeld gebruik van korte tussenzinnetjes, amper het etiket ‘zin’ waard, om dat te bewerkstelligen. De schrijfstijl wordt aan het personage aangepast, wat de herkenbaarheid ten goede komt. Dat maakt sommige types aimabel, andere knap irritant, en zo hoort het ook. Zijn directe taal tovert meermaals een glimlach op de lippen, maar het donkere wereldbeeld dat de meeste passagiers met zich meedragen en waarin ze te lang vertoeven, dempt de humor en de scherpte ook weer. Voor wie nood heeft aan een vergelijking: in Cruise vindt men sporen terug van een ingetogen Marnix Peeters, maar ook van een Herman Brusselmans die aan verbale zelfcensuur doet. Dat ingehoudene is zonde. Het boek had best wat meer over the top mogen gaan.
Reageer op deze recensie