Mysterieus, poëtisch, indirect
Kulumani is in de ban van leeuwen die om het dorp sluipen en mensen doden. Als Silência Mpepe dood teruggevonden wordt, besluit Florindo Makwala, districtshoofd, dat deze zaak slecht is voor zijn herverkiezing en wordt de jager Arcanjo Baleiro ingehuurd om de leeuwen te doden. Samen met journalist Gustavo Regalo reizen ze naar het dorp, waar Arcanjo zestien jaar eerder de toen zestienjarige en wondermooie Mariamar Mpepe, de jongere zuster van Silência, ontmoette. Arcanjo is haar ondertussen vergeten maar omgekeerd is dat allesbehalve het geval. De gebeurtenissen in het dorp veranderen zowel het leven van Arcanjo als van Mariamar.
Mia Couto (1955) is – voor alle duidelijkheid – een man, geboren en wonende in Mozambique. Het land, dat tot in 1974 een Portugese kolonie was, heeft nogal wat inwoners die afstammelingen zijn van Portugese kolonisten, en dat is ook het geval voor Couto. Zijn echte voornaam is António Emílio Leite. Mia is zijn bijnaam, afkomstig van miauw, omdat hij als kleine jongen zoveel van katten hield dat hij samen met hen at en sliep, en zelfs dacht dat hij een kat was. Hij ziet zichzelf als een blanke Afrikaan.
Het boek is gebaseerd op ware gebeurtenissen. De aanvallen met leeuwen hebben werkelijk plaatsgevonden en toen een oliemaatschappij haar mensen, op zoek naar oliebronnen, aan dit gevaar blootgesteld zag, huurde ze jagers in die met hulp van lokale jagers de leeuwen probeerden te doden. Zij kwamen tot de conclusie dat de sociale conflicten in de dorpen van Mozambique niet te onderschatten waren en een groter probleem vormden dan de leeuwen. En dat is precies ook de boodschap die Couto met De bekentenis van de leeuwin meegeeft. Het boek verscheen reeds in 2012 in het Portugees maar werd nu pas door Harrie Lemmens vertaald.
Couto heeft van Arcanjo Baleiro een jager gemaakt die een dagboek bijhoudt en uit dit dagboek krijgen we fragmenten te lezen, afgewisseld met fragmenten uit het dagboek van Mariamar Mpepe die zowat de enige van het dorp is die kan lezen en schrijven. Verder is Mariamar een wat vreemde vrouw. Ze woont bij haar ouders, krijgt soms toevallen en lijkt eerder een kind dan een volwassene. Arcanjo vertelt de gebeurtenissen vanuit een hedendaags perspectief. Hij is het alter ego van de schrijver die de oude tradities en geloven wel kent maar er daarom nog geen rekening mee houdt. Mariamar vertelt hetzelfde verhaal wel vanuit traditioneel oogpunt, ook al is ze voor een stuk door de missies opgevoed en is haar geleerd niet te veel waarde te hechten aan het oude bijgeloof. De twee inzichten samen geven een unieke kijk op hoe de dorpelingen heen en weer geslingerd worden tussen traditionele en moderne overtuigingen. Zeer treffend komt naar voren dat vrouwen in deze dorpen nog altijd niets zijn. Ze mogen nergens bij aanwezig zijn, mogen mannen niet in de ogen kijken, mogen misbruikt worden en kunnen niet gemist worden omdat “niets” nu eenmaal niet gemist kan worden.
De ware naam van de vrouw is ‘Ja’. Als iemand gelast ‘je gaat niet’, zegt zij: ‘Ik blijf.’ Als iemand haar opdraagt ‘houd je mond’, houdt zij haar mond. Als iemand zegt ‘doe dat niet’, antwoordt zij: ‘Ik zie ervan af.’
Het boek bevat veel losse fragmenten die moeilijk aan elkaar te knopen zijn en waarvan de betekenis binnen het verhaal niet altijd duidelijk is. Couto schrijft vooral impressies neer, verwoordt de dingen poëtisch, maar naar de samenhang tussen die impressies is het soms zoeken. Bepaalde gebeurtenissen krijgen naarmate het boek vordert, betekenis of worden concreet afgesloten, andere blijven dan weer ergens in het ijle hangen. Dat maakt het lezen van dit boek een uitdaging. Geen kant en klare hap, dit boek, maar de boodschap komt wel over en de stijl past helemaal bij een Afrikaanse cultuur waarin niet alles even scherp afgelijnd hoeft te zijn om schoonheid te bezitten.
Reageer op deze recensie