De non-fictie boeit meer dan de fictie
Nicaragua, 25 november 1933. Enigszins onverwachts sterft de oude heer López. Hij laat een dochter Esperanza na en nog twee zoons die hij al jarenlang niet meer zag sinds ze na een ruzie het huis verlieten en besloten generaal S. te vervoegen in zijn strijd tegen de Amerikaanse bezetter. Als López sterft, hebben de broers die strijd al verlaten, maar naar huis zijn ze nooit teruggekeerd. Afgezien van zijn kinderen, laat de overledene ook nog een berg paperassen na die onderzocht moeten worden. Fuentes, vriend van de familie, weet een geschikte boekhouder voor dit werk: Fanual Alvarez. Deze plichtsgetrouwe maar onbeduidende grijze muis die geen vlieg kwaad doet, stemt tegen zijn zin in omdat hij dit aan Fuentes verplicht meent te zijn. Het is de start van veel problemen voor de man, want niet veel later staat hij kniehoog in vuil water in een donkere cel, opgepakt door de Nationale Garde. Waarom? Hij heeft geen flauw idee.
Bruggeling Berten Pil (1965) debuteert met De boekhouder van La Calzada. Hij schreef al meerdere artikelen voor diverse tijdschriften, handelend over economie, politiek en wetenschap. In het dagelijks leven werkt hij voor de Vluchtelingenkamer van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in Brussel. Heel serieuze bezigheden die niet meteen humor uitstralen, maar toch is Pils debuut niet gespeend van humor.
Het boek brengt de lezer wat bij over de geschiedenis van Nicaragua in de periode 1933-1934. Deze is niet fictief, en we volgen dan ook enkele reële personages, zoals hoofd van de Nationale Garde Somoza, generaal Sandino (in het boek altijd S. genoemd) en president Sacasa. De repressie door de Nationale Garde en de historie rond de bouw van het Panamakanaal die in het boek verwerkt zijn, zijn evenmin uit de lucht gegrepen. De meeste andere personages en hun belevenissen zijn wel fictief.
Pil hanteert een mooie en vlotte taal die perfect past bij het tijdsbeeld dat gecreëerd wordt. De zinnen met hun vele bijzinnen en minder gebruikelijke woorden of uitdrukkingen dragen een ouderwetsheid uit die het ernstige karakter van de boekhouder versterkt. Vele van de andere personages leiden een minder grijs leven, met vrijen en drinken als belangrijke steunpilaren, en dan wordt het geschrevene dankzij diezelfde schrijfstijl licht ironisch. Dat de personages minder hoogstaand zijn dan ze van zichzelf denken, komt hierdoor goed uit de verf.
Het verhaal is een vlucht, en wel die van de boekhouder. Steeds opnieuw moet hij op de loop voor corrupte gezagsdragers, of verstopt hij zich, hierbij geholpen door Fuentes en de kinderen López. Dat loopt niet bepaald van een leien dakje, wat het boek grappig maakt. De auteur onderneemt geen enkele poging om er een slapstick van te maken, maar omdat de boel steeds weer in het honderd loopt, wordt wel een vergelijkbaar effect gecreëerd. Het geheel is ludiek en aangenaam om te lezen.
Het interessante is dat de lezer door dit wat kolderieke verhaal veel opsteekt over het Nicaragua van deze periode. Hoe de politieke verhoudingen lagen wordt al spelenderwijs duidelijk gemaakt, en er zitten ook weetjes in het boek verstopt die weinig bekend zijn, zoals dat België ooit een kolonie stichtte in deze streek. Pil verstopt zijn kennis over het land in fictief amusement en brengt de lezer op die manier dingen bij over een natie waarover velen misschien niet zoveel weten. Dat is een mooie verdienste. De auteur voegde op het einde overigens nog een kaart van Nicaragua en een beknopte geschiedenis van het land toe. De informatie die men over Nicaragua te lezen krijgt, is het boeiende aan dit boek. Dat is ook wat achteraf blijft hangen. Het fictieve deel van het verhaal stelt niet zoveel voor. Het is ontspannend amusement dat nooit gaat tegenstaan maar waarvan de details na het lezen al snel beginnen te vervagen.
Reageer op deze recensie