Rust vinden in herhaling
Hase Seishū (1965) is in Japan geen onbekende naam. Hij houdt zich zowel bezig met het schrijven van spannende boeken als literatuur, en ontwikkelt plots voor de game-industrie. Zijn auteursnaam is een pseudoniem want in werkelijkheid heet hij Toshihito Bandō. Hij begon zijn actieve loopbaan als boekrecensent en debuteerde in 1996 zelf als auteur. Met succes, hoewel hij bij ons een nobele onbekende bleef. Daar komt nu misschien verandering in, nu Atlas Contact besloot zijn recentste prijswinnende boek een Nederlandse vertaling te geven. Dat is De jongen en de hond geworden. Voor de vertaling, verzorgd door Elbrich Fennema, werd zijn schrijversnaam verwesterd tot Seishu Hase.
Japan is een land dat al decennialang met twee snelheden voortbeweegt. Enerzijds kennen we allemaal het lawaai en de drukte van de grote steden daar, waarin mensen tijdens de week in slaaphokjes leven en vele uren per dag op kantoor doorbrengen. Het zelfmoordcijfer is er dramatisch hoog, het geboortecijfer lager dan ooit. Anderzijds zijn daar de rustgevende Japanse tuinen, soms midden in zo’n drukke stad, en hechten heel wat Japanners nog altijd veel waarde aan de traditionele meditatie en theeceremonies. Ze hebben een sterke band met de natuur die vaak ook in literatuur terug te vinden is. Romans waarin honden, katten, bomen en zelfs bergen een rol spelen, zijn geen zeldzaamheid. De titel van Hases boek verraadt al dat dit hier eveneens zo is.
De jongen en de hond speelt zich af in de nasleep van de tsunami bij Fukushima. Tamon is een hond die deze ramp overleefde. Sinds dat ogenblik onderneemt hij een mysterieuze reis door Japan. Het grootste deel van de tijd probeert hij als zwerfhond te overleven. Af en toe vindt hij iemand die zich over hem ontfermt en die er dan vrij snel achter komt dat de hond een missie heeft. Het bijzondere dier krijgt een poosje liefde en verzorging van de persoon in kwestie, en beïnvloedt op zijn beurt het leven van zijn verzorger significant, waarna hij weer verder trekt.
Het boek vertoont zekere gelijkenissen met Reisverslag van een kat van Hiro Arikawa. Daarin kijken we door de ogen van een kat, en dat gaat met de nodige humor gepaard. Dit keer is een hond het hoofdpersonage, maar die wordt gevolgd vanuit het gezichtspunt van zijn opeenvolgende baasjes. Humor ontbreekt, maar in beide verhalen zit eenzelfde liefde. Voor dieren, voor de natuur, voor het leven. Men vindt er een gezonde mix in terug van aspecten van zowel het traditionele als het moderne Japan. Nog gemeenschappelijker is dat de ontmoetingen met het dier in kwestie aanleiding geven om meer over het personage te leren. In Hases roman wordt elke ontmoeting via een afzonderlijk hoofdstuk met als titel 'De ... en de hond' beschreven, waarbij ... steeds wordt vervangen. De eerste keer is dat een man, daarna een dief, enzovoorts, om te eindigen bij de jongen die ook de titel aan het gehele boek gaf.
Er zijn in totaal zes ontmoetingen beschreven. Het gaat snel opvallen dat die alle volgens een vast scenario verlopen. Iedere persoon heeft een uniek levensverhaal, maar los daarvan lezen we altijd opnieuw dezelfde herhaling van zetten. Dat is heel normaal in Japanse kunst en wordt daar niet beschouwd als gebrek aan inspiratie of originaliteit. Door het lage tempo, de slechts minimale aanwezigheid van actie én de herhaling heeft dit boek een rustgevende invloed op wie daarvoor openstaat. Onvermijdelijk zal niet elke westerse lezer er een klik mee krijgen, maar omdat meer mensen dan ooit zoeken naar een goede balans tussen alle aspecten van het leven, was de tijd nooit rijper voor een boek als dit. Al wordt de emotionele diepte van Reisverslag van een kat niet gehaald, toch is dit een aanbevelenswaardig werk waarin de auteur de cirkel aan het eind bovendien op heel originele wijze sluit.
Reageer op deze recensie