Absurde parodie op zowat alles
“‘Het mooie van internet,’ zegt de kangoeroe, ‘is dat eindelijk iedereen op de wereld zijn mening kan ventileren. De keerzijde is dat iedereen dat ook doet.’”
Hoe Marc-Uwe Kling (1982) erop gekomen is, daar breken we ons beter het hoofd niet over. In ieder geval zei iets hem dat het knotsgekke idee van een pratende kangoeroe die zijn overbuur wordt, wel eens zou kunnen inslaan. Marc-Uwe (het hoofdpersonage en alter ego van de schrijver) is een liever-lui-dan-moeë cabaretier die ook wel eens een gevat gedicht uit de pen tovert. De kangoeroe is communist, weet als geen ander te voorkomen dat hij de rekening moet betalen, en is bijzonder rap van tong. Binnen de kortste keren woont hij bij Marc-Uwe in en ontspinnen zich dialogen tussen hen beiden die soms steek houden, soms helemaal niet, maar allemaal met elkaar gemeen hebben dat ze bijzonder grappig zijn.
De dialogen zijn verdeeld over bijna tachtig hoofdstukjes die elkaar wel chronologisch opvolgen maar verder meestal niets met elkaar te maken hebben. De meest absurde thema’s komen aan bod: maatschappijkritische beltonen, films, lanterfanten, Robbie Williams, de zin en onzin van schulden, het nut van voorrang van rechts, boeken, internet, de afkomst van het woord kangoeroe, en noem maar op. Hoe gek een onderwerp ook is, altijd vindt de auteur wel iets erin waarover een boompje opgezet kan worden. Vele dingen die we als vanzelfsprekend beschouwen, worden door de schrijver in vraag gesteld. Kling levert in zijn boek bij monde van de kangoeroe stevig wat kritiek op de politiek en de gang van zaken in onze maatschappij. Dat al grappend de grootste waarheden worden verkondigd, is een ware uitdrukking die Kling met dit boek keer op keer bevestigt. Wie daarvoor openstaat, kan wel wat met de kritiek die geleverd wordt. Erover nadenken bijvoorbeeld, en het eigen gedrag in vraag stellen. Maar je kan de kritische noot ook gewoon links laten liggen en louter genieten van de spitsvondigheden waarmee Kling je bombardeert. Want alleen de humor levert al een zeer lezenswaard boek op.
“Na de oorlog
Toen de oorlog wel zo’n beetje was uitgespeeld,
kwam men met een radicaal idee.
Het land werd in vier bezettingen verdeeld:
Telfort, Vodafone, T-Mobile, Tele2.”
De kangoeroekronieken is uiteindelijk het eerste deel van een reeks geworden. Dit eerste boek verscheen in Duitsland in 2009 en werd daar een enorm succes. In 2011 en 2014 volgden nog twee delen en de auteur, die ook politieke stand-up comedy brengt, gebruikt de verhaaltjes ondertussen in zijn shows. Voor wie het Duits machtig is: op YouTube zijn meerdere filmpjes te vinden waarin Kling te zien is terwijl hij uit zijn kangoeroeboeken voorleest. De schrijver heeft ondertussen ook een wekelijks praatje op een radiostation uit Potsdam waarin hij over zijn wedervaren met de kangoeroe vertelt. Het mag duidelijk zijn: Klings idee heeft hem geen windeieren gelegd. Al bij al heeft het, gezien het succes van de boeken, nog lang geduurd voor het eerste deel in het Nederlands uitkwam. Elbert Besaris stond garant voor de vertaling.
De schrijver tapt wel steeds uit hetzelfde humorvaatje en na verloop van tijd krijg je de manier van denken van Kling door. Vanaf dan wordt alles wat voorspelbaarder. Het blijft grappig omdat je uiteindelijk nooit weet welk onderwerp Kling in het volgende hoofdstuk zal aansnijden, maar er treedt toch een zekere moeheid op omdat elk nieuw onderwerp je niet meer helemaal tot op het einde van het hoofdstuk verrast. Het is daarom wellicht beter om het boek niet in één ruk uit te lezen. Enkele tientallen bladzijden per dag volstaan zodat de humor fris en fruitig blijft. In ieder geval is dit boek een sterke aanrader voor wie toe is aan een luchtig verzetje.
Reageer op deze recensie