Dit verhaal mist een doel
In Napels groeien jongeren op in een sfeer van misdaad. Sommigen kijken op naar de maffiabonzen die de straten onveilig maken, rijk worden door drugshandel, overvallen plegen en mensen vermoorden. Een van die jongeren is Nicolas, door zijn vrienden ‘Maradja’ genoemd, een veertienjarige. Hij en zijn makkers leven in de straten van Napels, scheuren er met hun brommers rond en vinden zich heel wat. Nicolas beseft dat ze eigenlijk helemaal niets zijn en werkt aan een plan om dat te veranderen. Ze beginnen klein, met drugshandel in opdracht van lokale maffiabazen. Maar Nicolas is slim en slaagt er langzaam maar zeker in de bende op te werken. Niet geplaagd door de ervaring en voorzichtigheid die een volwassen mens tempert, wordt roekeloosheid de bron van hun succes. Maar het toenemende geweld waarmee ze hun omgeving teisteren, moet zich wel een keer tegen hen keren.
Roberto Saviano (1979) is Napolitaan en een zogenaamde maffiaschrijver. Zijn boeken gaan steeds over Napels en de maffia. Met zijn doorbraakboek, Gomorra, trapte hij op zere tenen en sindsdien leeft hij ondergedoken. Dat kon niet verhinderen dat zowel het boek als de erop gebaseerde televisieserie kassuccessen werden. De serie is dat nog steeds en recent kwam het derde seizoen ervan op tv. Saviano werkte niet mee aan de eerste twee seizoenen maar schreef wel meerdere afleveringen van seizoen drie, ook al verklaarde hij in interviews nochtans dat Gomorra zijn leven verwoest heeft. In 2013 publiceerde Saviano Zero Zero Zero, opnieuw een boek over de Napolitaanse maffia, semi-fictief, deels gebaseerd op interviews. Er is wat deining rond het boek want Saviano wordt door een aantal personen beschuldigd van plagiaat. De kinderen in de sleepnetten is dan weer helemaal fictief. Het boek verscheen in 2016 onder de Italiaanse titel La paranza dei bambini, wat zich laat vertalen als De kinderparanza.
Een paranza is een vissersboot die met sleepnetten vist en daarop baseert Nicolas de naam van zijn bende. Hij en zijn vrienden willen meegesleept worden door de volwassen Camorra, maar willen zelf ook gaan vissen in de vijver die Napels is. Saviano gooit de lezer meteen de actie in met een scene waarin een jongen door Nicolas en zijn vrienden gemolesteerd wordt, terwijl ze de actie filmen en online gooien. Het gaat er vrij ruw aan toe maar daarmee weet de lezer meteen ook waar hij aan toe is. Gezelliger wordt het boek immers bepaald niet. Het flitst van gewelddaad naar gewelddaad en zo worden de jongens doorheen het boek haast ongemerkt een paar jaar ouder. Tussen de acties door zijn de jongeren gewoon zoals alle jongeren. Ze chillen, gamen, luisteren muziek en hebben toekomstdromen.
Saviano heeft het origineel doorspekt met Napolitaans dialect. Dat stelde vertaler Jan van der Haar natuurlijk voor een probleem want om de authenticiteit te bewaren, moest hij iets soortgelijks doen. Er zat niets anders op dan er – van der Haars woorden – sappig Nederlands van te maken. Wie het boek leest zal merken dat “sappig” in dit geval vooral synoniem staat voor “jongerentaal”, maar de vertaler heeft daarin goede keuzes gemaakt die de wijze waarop de jongeren praten tot zijn recht laten komen.
Wat Saviano de lezer met het boek wil vertellen, is zeer de vraag. Coming of age is het niet, ook al ziet men de jongeren wel ouder worden op een cruciaal ogenblik in hun leven. Een boodschap brengt het boek ook niet. De jongeren dwepen wel met de misdaad maar Saviano laat in het midden wat hen dat oplevert. Het verhaal leidt niet tot een conclusie. We volgen slechts elf jongens die met veel branie de oude rotten in het vak te slim af zijn. Weinig realistisch overigens dat dat lukt. Saviano heeft een vlotte pen en houdt de lezer een aantal uurtjes zoet, maar heeft men wat gemist als men dit niet heeft gelezen? Eerlijk gezegd niet.
Reageer op deze recensie