Ingetogen analyse van een leven lang streven naar evenwicht
Marco Carrera werd geboren met een groeistoornis. Die verdween tijdens zijn puberteit op miraculeuze wijze, zodat hij als volwassene toch een meer dan gemiddelde lengte heeft. Zijn bijnaam, de kolibrie, raakte hij desondanks nooit meer kwijt bij diegenen die hem het beste kennen. Die naam past hem wel. Net als een kolibrie kan ook Marco heel druk bezig zijn met het ter plaatse blijven fladderen. Hij streeft voortdurend naar dat evenwicht waarin alles altijd hetzelfde blijft, maar wat het leven voor hem in petto heeft, verloopt allesbehalve gelijkmatig. Geluk en ongeluk, leven en doodgaan, of andere tegenstellingen des levens blijven in het zijne altijd heel nauw met elkaar verbonden.
Sandro Veronesi (1959) is sinds zijn debuut in 1984 in Italië niet meer weg te denken en ontving alle belangrijke literaire prijzen in zijn thuisland. Het duurde tot na de millenniumwissel vooraleer hij bij ons vertaald werd, maar dat is niet zo verwonderlijk, aangezien hij voordien maar een viertal boeken publiceerde en ook in Italië nog door moest breken. De kolibrie is het twaalfde vertaalde boek van hem, een taak die Welmoet Hillen vakkundig op zich nam.
Het boek vertelt de levensloop van het hoofdpersonage van aan zijn geboorte tot aan zijn dood. De auteur maakt het de lezer echter niet te makkelijk en weert chronologie grotendeels uit de opbouw van zijn verhaal. Het gehele leven van Marco komt tot ons in willekeurige flarden. Met Luisa, de liefde van zijn leven waar hij nooit mee huwde, voert hij een ouderwetse, enigszins hoofse briefwisseling. Naar zijn broer Giacomo, die naar de Verenigde Staten migreerde, stuurt hij e-mails over de afwikkeling van de nalatenschap van hun ouders die nooit beantwoord worden. Met Daniele Carradori, de psychoanalyticus van zijn ex-vrouw, wisselt hij heel sporadisch sms'en uit en voert hij enkele telefoongesprekken die toch voldoende zijn om een vriendschap te ontwikkelen. Via deze wegen van communicatie krijgt de lezer inzicht in Marco, maar ook in wat hem tijdens zijn leven is overkomen. Daarrond zit nog heel wat ‘normale’ proza, waarin de schrijver de leemten opvult en details en randinformatie aanlevert.
In Marco’s leven zitten weinig uitzonderlijke gebeurtenissen vervat, maar zoals de auteur het levensverhaal brengt – via de genoemde diverse communicatievormen, de chronologie kriskras door elkaar en zonder alles meteen prijs te geven – levert dat wel degelijk een bijzonder boeiende roman op. Marco leert op meerdere momenten en manieren geluk kennen, maar maakt ook een aantal bijzonder tragische dingen mee. Niets van dat alles kraakt Marco’s streven naar stilstand. Geluk houdt hij veiligheidshalve op enige afstand zonder het werkelijk af te stoten. Tragiek absorbeert en analyseert hij in de hoop dat het begrijpen ervan hem weert tegen een mentale ondergang. Marco is een denker die net iets langer dan gemiddeld bij de dingen stil blijft staan en daarom aparte verbanden legt.
Hoewel Veronesi bij tijd en wijle krachtig proza neerzet, durft hij ook wel eens langdradig worden. De e-mails die Marco naar zijn broer stuurt en waarin de inboedel van het ouderlijk huis wordt beschreven, zijn ronduit saai en grotendeels overbodig. Een uiteenzetting over Osamu Tezuka, die als vader van de manga wordt beschouwd, is niet veel meer dan een paginalange overname uit Wikipedia en voegt niets aan het boek toe. Veronesi is op zijn best als hij de beschrijvende toon laat varen en zich verdiept in de menselijke natuur. Gelukkig neemt dat het leeuwendeel van het boek in beslag en daarom is De kolibrie hoe dan ook zeer de moeite van het lezen waard.
Reageer op deze recensie