Een schrijnende en maatschappelijk relevante novelle
Marie en haar man zijn beiden al aardig op leeftijd. Ooit waren ze een gepassioneerd koppel maar de passie is al jaren geleden verdwenen en veel wordt er onderling niet meer gezegd. Elke ochtend staat de man op en voert hij een aantal rituelen uit, zoals een paar oefeningen om de spieren soepel te krijgen, sporen van zijn beginnende incontinentie verwijderen, koffiezetten en hout klieven voor de winter. Hij weet exact wanneer tijdens deze rituelen Marie opstaat. Maar op een dag verschijnt ze niet op het verwachte moment. De man van Marie gaat opnieuw de trap op naar de slaapkamer en ontdekt dat Marie nooit meer wakker zal worden.
De man van Marie is vooreerst een boek dat heel gedetailleerd inzoomt op de rituelen van een oudere man. Het ochtendritueel alleen al neemt meer dan een kwart van het boek in beslag. Een paar andere rituelen en door Maries dood ongeplande handelingen maken de rest ervan uit. Tijdens het uitvoeren van deze rituelen mijmert de man een eind weg en vraagt hij zich af hoe het gekomen is dat een ooit passievolle relatie verzuurde. Hij weet wel waarom dat zo is en alhoewel hij daaraan terugdenkt, komt de lezer het fijne ervan nooit echt te weten. Men kan er wel naar raden op basis van een aantal hints, maar het blijft gissen. Dit geheel van handelen en mijmeren vormt de eerste laag van het boek. Daaronder zit een veel subtielere laag verborgen die toont hoe de sleur van ‘s mans comfortzone iets geruststellends heeft voor hem. Zelfs onverwachte gebeurtenissen maken het hem onmogelijk om daaruit los te breken.
Rudi Hermans (1953) schreef een bijzonder traag boek. De oude man is niet meer heel goed ter been en de dingen die hij doet nemen veel tijd in beslag en gaan met heel wat onhandigheid en ongelukjes gepaard. Zielige dingen vaak, zoals de ceintuur van zijn ochtendjas die per ongeluk in de wc-pot is gaan hangen. De auteur heeft die traagheid zeer goed overgebracht en het voortdurend afdwalen van de gedachten van de man van Marie accentueert die traagheid nog des te meer. In geen tijd is de dag voorbij terwijl de man in kwestie niet eens veel gedaan heeft. De tijd glijdt aan de man voorbij zonder dat hij er vat op krijgt. De manier waarop Rudi Hermans dat heeft overgebracht naar het papier, is veruit het beste wat dit boek te bieden heeft.
Het boek begint heel sterk maar de traagheid en de sleur hebben na enige tijd een invloed, zodat het begint te vervelen. Het boek is net iets meer dan 100 bladzijden dik en tot halverwege ongeveer blijft het boeiend. Daarna worden de diverse ongelukjes en de besluiteloosheid van de man wat pijnlijk en begint voor de lezer een tweestrijd tussen medelijden en plaatsvervangende schaamte. Men gaat zich afvragen hoe eenzaam iemand is die geen vrienden of familie meer heeft en zich plots geconfronteerd ziet met een probleem, zoals in dit geval een overlijden, dat hij niet alleen kan afhandelen. Het boekje is in dat opzicht heel maatschappelijk relevant en stemt tot nadenken. Het verhaal zelf evolueert echter niet meer. Wat de schrijver in de tweede helft van het boek vooral doet is het gevoel bij de lezer versterken door steeds met die hamer op dezelfde spijker te slaan. Maar eenmaal de boodschap aangekomen, wordt verderlezen toch vooral een opdracht.
Reageer op deze recensie