De auteur heeft zichzelf merkbaar niet uitgedaagd
1994. In een huis in Chelsea worden drie lichamen gevonden in wat lijkt op een zelfmoordpact. Ze zijn allemaal gekleed in eenzelfde, zelfgemaakt gewaad. In een andere kamer van het huis ligt een opgewekte baby in een wieg, samen met een konijnenpoot. De baby is goed verzorgd en er ligt een briefje in het huis waarop staat dat ze Serenity Lamb heet.
2019. Libby Jones is net vijfentwintig geworden als een notaris contact met haar opneemt en meedeelt dat ze een huis heeft geërfd. Het zat in een trustfonds en is miljoenen ponden waard. Het behoorde eigendom te worden van de eerste Lamb-erfgenaam die het op zijn of haar vijfentwintigste claimde. Andere erfgenamen daagden nooit op en Libby is daarom nu de eerste in de rij. Want zij, zo komt ze te weten, is Serenity Lamb. Tezelfdertijd verschijnt op de telefoon van de dakloze Lucy, die in Frankrijk verblijft, een herinnering: 'De baby is 25.' Meteen doet ze er alles aan om naar Londen af te reizen. En zij is niet de enige.
Het is een spannende en intrigerende premisse waarmee de Britse Lisa Jewell (1968) het boek aanvangt. Jewell schreef haar eerste boek in 1998 naar aanleiding van een weddenschap, en is sindsdien de bestverkopende auteur onder de hoede van uitgeverij Penguin. De mensen boven ons is haar achttiende boek en heet een psychologische thriller te zijn. Het boek werd door Ineke de Groot vertaald.
Het verhaal als geheel is te bestempelen als 'leuk' of 'oké'. Geen hoogvlieger dus waarvoor we superlatieven uit de kast halen, maar ook geen tegenvaller. Het is verdeeld in 69 hoofdstukken die samen drie delen beslaan, maar die splitsing in delen was onnodig; het verhaal loopt gewoon verder zonder wendingen die een nieuw deel verantwoorden. Het eerste deel omvat de helft van het boek en intrigeert het meest. Daarin is nog veel onduidelijk en mysterieus. De informatie die de schrijfster aanbrengt, komt ook in een goede dosering: niet te veel in een keer, en met wisselende perspectieven, zodat je geregeld op een cruciaal ogenblik op je honger blijft zitten en geboeid verder blijft lezen. Dat eerste deel mag daarom nog spannend en psychologisch genoemd worden. Het mysterie rond de baby en de dreiging die om Libby Jones en het huis in Chelsea heen hangt, zijn erg voelbaar. Maar een thriller kunnen we dit bezwaarlijk noemen. Aan het eind van deel een is alles ook wel ongeveer duidelijk, en is het alleen nog een kwestie van details en gaten opvullen. Hoe verder het boek vordert, hoe meer de stijl kantelt richting feelgood.
Jewell brengt zonder meer een interessant verhaal, maar heeft moeite om het geloofwaardig te houden. De gebeurtenissen tussen 1988 en 1994 bevatten wel wat elementen die je niet serieus kan nemen. De gedragingen van de bewoners van het huis in Chelsea kloppen niet met hun karakters, en het totale gebrek aan controle door overheden past niet bij deze tijdsperiode. Dit had twintig jaar voordien wellicht nog realistisch kunnen zijn, maar rond 1990 niet meer. Wat zich in het heden afspeelt, is evenmin goed doordacht. Libby laat zomaar toe dat personen die ze net ontmoet, haar leven binnendringen, wat niet past bij het karakter dat de schrijfster haar elders in het boek geeft. Alles wat de personages doen of laten, is te makkelijk. Voornamelijk voor de auteur zelf, want Jewell heeft zichzelf merkbaar niet uitgedaagd. Personages handelen inconsequent en de auteur herkneedt ze indien nodig, zodat de plot letterlijk van begin naar einde vloeit zonder obstakels. Ze kan haar lezers hiermee niet bedotten; het valt te erg op.
Als ontspannende roman – met dat tikkeltje psychologische spanning dat vooral de eerste helft beheerst – heeft Jewell nog wel een vrij verdienstelijk verhaal geschreven, dat prima geschikt is als pretentieloze ontspanning. Wie het echter koopt voor het thrillereffect, mag zich bedrogen voelen.
Reageer op deze recensie