Literaire journalistiek waarin de fictie goed verborgen zit
Fransman Olivier Guez (1974) combineert, zoals nogal wat schrijvers, zijn passie met een job als journalist. Hij schrijft voor meerdere internationaal bekende kranten en daarbovenop schrijft hij ook nog filmscenario’s. La disparition de Josef Mengele leverde hem in Frankrijk de Prix Renaudot op, een alternatieve prijs die al sinds 1926 bestaat en waarvan de jury uit persmensen bestaat. In Frankrijk alleen werd het boek al 270.000 keer verkocht. De Nederlandse vertaling werd verzorgd door een team van maar liefst drie vertalers: Geertrui Marks, Saskia Taggenbrock en Martine Woudt.
Het boek is grotendeels non-fictie. Olivier Guez deed gedegen onderzoek naar Josef Mengele en reconstrueerde de feiten van diens vlucht naar Zuid-Amerika en zijn jarenlange verblijf daar tot aan zijn dood. Mengele wist uit handen van de speurders te blijven en Guez toont aan dat het geld van de familie Mengele, die een goed draaiende fabriek bezat, daar een grote rol in gespeeld heeft. Mengele was een onaangenaam persoon en de familie heeft meerdere mensen rijk gemaakt door het betalen van steekpenningen, zwijggeld en onderhoudsgeld. Guez doorploegde uiteraard de literatuur die reeds over Mengele bestond maar reisde ook naar plaatsen in Zuid-Amerika waar Mengele heeft verbleven en praatte er met mensen die hem daar nog gekend hebben, waardoor hij nieuwe feiten in dit boek kon verwerken.
Guez heeft het boek als een roman opgezet. Om de feiten aan elkaar te breien op een voor iedereen acceptabele wijze, heeft Guez dan ook een aantal dingen aan zijn fantasie overgelaten, én heeft hij wat randinformatie toegevoegd die niet noodzakelijk met Mengele verband houdt.
De fictie-elementen die Guez toevoegde, romantiseren vooral. Zoals ook al te lezen in een Hebban-interview met Guez, heeft hij de affaire tussen Mengele en Gitta Stammer een aanloop gegeven die verzonnen is. De dromen en gedachten van Mengele gedurende de laatste uren van zijn leven kunnen ook onmogelijk feit zijn. Waar de grens tussen feit en fictie nog overschreden wordt, is iets dat alleen de schrijver ons kan vertellen maar zeker is wel dat het kundig gedaan is. Wie de figuur van Josef Mengele niet grondig bestudeerd heeft, zal nooit kunnen raden hoeveel waarheid precies in dit boek staat.
De randinformatie die Guez toevoegde, draait vooral om personen waarmee Mengele rechtstreeks of onrechtstreeks in contact kwam, zoals bijvoorbeeld Adolf Eichmann, of de tot de verbeelding sprekende generaal Perón en zijn immens populaire vrouw Evita. Ook Rolf Mengele, zoon van Josef, speelt regelmatig een rol in het boek. Op die manier wordt het verhaal voller gemaakt en neigt het meer naar een echte roman.
Maar roman of niet, De verdwijning van Josef Mengele blijft toch zichtbaar het werk van een journalist. De dialogen zijn eerder aan de schaarse kant en de schrijfstijl is informatief vertellend. Guez doet op een min of meer chronologische wijze verslag van de feiten en brengt hiermee iets te weinig romangevoel in het boek. Wel vergeet men hierdoor heel makkelijk dat niet alles wat in dit boek staat, waarheid is. Guez portretteert treffend een man die bekendstaat als de ‘engel des doods’, maar die in werkelijkheid een koleriek en angstig mannetje was dat leed aan paranoia. Na een aantal nipte ontsnappingen was Mengele voortdurend bang om gesnapt te worden en kende hij nooit meer rust. Mengele wordt meer en meer een meelijwekkend persoon, een karikatuur van zichzelf. Guez countert de kans op medelijden en sympathie echter net op tijd met een confronterende ontmoeting tussen Mengele en zijn zoon waardoor de puntjes toch weer stevig op de i worden gezet. Al bij al een mooie aanwinst voor de gigantische hoeveelheid literatuur die reeds aan WO II gewijd is.
Reageer op deze recensie