Een literair rariteitenkabinet
Van schrijvers kan men zich voorstellen dat ze de hele dag een klein opschrijfboekje bij zich hebben waarin ze plotse ingevingen noteren. Een titel, daaronder een half afgewerkte nota, niet noodzakelijk iets dat steek houdt of waar logica in zit. Elke nieuwe ingeving komt op een nieuwe bladzijde. Veel bladzijden van dat kleine boekje zijn dan ook voor minder dan de helft gevuld. Hou dat beeld voor ogen want Dembrandt lijkt wel zo’n opschrijfboekje te zijn.
Wat meteen opvalt is dat de kaft een zelfportret toont van Rembrandt van Rijn, maar dat dit verminkt is door twee fopogen die over Rembrandts echte ogen zijn geplakt, met zwarte pupillen die je kan laten bewegen. Rembrandts zelfportret kan alle kanten op kijken en met wat handigheid kan je hem ook een klein beetje laten loensen. Sommigen zullen het respectloos vinden maar eigenlijk is het best grappig. Je hoeft het boek niet eens te openen om er plezier aan te beleven.
Marc van der Holst (1973) maakt al jaren muziek en tekent strips. In de Volkskrant publiceert hij ook ‘Kort proza’. Miniverhaaltjes zijn dat, of gedichtjes, mijmeringen soms ook. Een selectie hiervan werd, samen met wat nieuw werk, in Dembrandt gebundeld. Begin 2017 publiceerde hij dit boekje reeds in eigen beheer, met een ander zelfportret op de cover maar mét de oogjes. De oplage was ongeveer 50 en het aantal teksten 29. Nu is het boek bij Atlas Contact verschenen in grotere oplage en met heel wat meer teksten; 100 namelijk.
Het minste wat we van de teksten mogen vinden, is dat ze origineel zijn. Soms staat er maar één zinnetje op het blad, soms staat er een stukje proza, soms een gedichtje, maar altijd is het speciaal. Wat te denken van een tekst van een tiental lijnen waarvan elke even lijn over iets anders gaat dan elke oneven lijn? Of van een absurde enquête met op de achterkant kant en klaar het adres van de uitgeverij en de welbekende kniplijn met schaartje. Hopelijk laat de uitgeverij ooit weten of sommige lezers de enquête ook invulden en opstuurden, want het kan! Hilarisch is ook de beschrijving van de lucht van Drenthe:
“[…] lucht lucht wolk lucht lucht lucht lucht lucht buizerd lucht lucht lucht […]”
Bijna een hele bladzijde vol lucht en wolken, om op het einde over te gaan in:
“[…] lucht lucht heide jeneverbes heide heide heide heide meidoorn paardenbloem heide heide heide […]”
Zelfs de puzzelaar komt aan zijn trekken. Zo is er het jaren ‘90 ASCII-plaatje waarin je vanop afstand een tekening ziet, of een scene uit het draaiboek van een filmvoorstel waarin de actrice een brief verscheurt en je vervolgens leest wat er nog op elk stukje staat:
“[…] n, in Ik. este. aat ma het b n e Ch [...]
Het is effectief mogelijk de brief weer samen te stellen. Echt grappig wordt het als de actrice dat later zelf ook probeert. Voor de wiskundigen wordt ook nog een vierkantsvergelijking opgesteld vanuit de formule comedy = tragedy + time en vervolgens opgelost.
Maar niet alles is grappig. Soms lijkt het of de schrijver om drie uur ‘s nachts wakker werd, met zichzelf worstelend, en niet meer in kan slapen, waarna hij ging opschrijven wat hem op dat ogenblik uit zijn slaap hield. De tekst is dan wat zwaarder op de hand. Verschillende teksten met als titel Nachtmerrie, met daarachter een volgnummer, illustreren dat onder andere.
Hoe beoordeel je zoiets? Het antwoord is: niet. Iedere lezer zal stukjes terugvinden die aanspreken maar zal tevens ondervinden dat er ook wel wat minder geslaagde probeerseltjes in het boekje terug te vinden zijn. Dembrandt zou daarom heel geschikt zijn als scheurkalender: elke dag slechts één blaadje lezen en laten doordringen zal de teksten veel beter tot hun recht laten komen dan wanneer ze als massaproduct geconsumeerd worden.
Reageer op deze recensie