Het vuur blijft branden
De Witte Draak is ontwaakt! Zijn bestaan werd als een mythe beschouwd tot de ongeregistreerde Bloedgezegende Cleemond "Clee" Torkreek een zoektocht ondernam en het beest terugvond. Maar dat is allesbehalve goed nieuws want de Witte Draak is vast van plan de mensheid op de knieën te dwingen. Hij verenigt de draken van de andere vier kleuren en samen vatten ze gecoördineerde aanvallen aan. Van de mensen die het overleven maakt hij Verdorvenen, een hybride ras zonder eigen wil en met één collectief geheugen. De Witte Draak stuurt hen en zet hen in om andere mensen te overvallen. De hoofdrolspelers uit het eerste boek gaan koortsachtig op zoek naar een manier om draken en Verdorvenen te verslaan. Maar de mensheid is verdeeld. Er zijn spanningen tussen de staat Arradsia en het Corvantijnse Keizerrijk. Om de Witte Draak te verslaan zullen ze moeten samenwerken maar het keizerrijk is dat niet van plan.
Clee Torkreek en Lizanne Letriet waren de twee belangrijkste hoofdrolspelers uit het eerste deel van deze trilogie, Het vuur van de draak. Ook in Het legioen van vlammen krijgen zij de belangrijkste hoofdrollen toebedeeld. Lizanne, nog steeds spionne en moordenares voor de IJzerschip Handelsmaatschappij, besluit in het Corvantijnse Keizerrijk te infiltreren. Clee reist op zijn beurt richting zuidpool. Hij wordt op sleeptouw genomen door Corrin Heilmoer. Heilmoer speelde een derde, zij het minder uitgesproken, hoofdrol in het eerste boek als scheepskapitein. In dit tweede boek neemt hij die rol verder op zich. Samen met Clee en een allegaartje aan zeelui en landrotten gaat hij op zoek naar een middel om de Witte Draak te verslaan. Alhoewel Heilmoers rol iets beduidender is dit keer, blijft hij toch vooral een aangever zodat de werkelijke hoofdrolspeler van deze verhaallijn kan schitteren. Met de persoon van Sirus lanceert de schrijver een nieuwe verhaallijn. Sirus is conservator maar valt ten prooi aan de Witte Draak en wordt een Verdorvene. Hij moet een leger van tienduizenden Verdorvenen leiden in een nietsontziende aanval tegen de rest van de mensheid.
Deel twee van een reeks is misschien wel het moeilijkste van allemaal. De nieuwigheid van het eerste deel is weg en de schrijver moet zijn talent gaan bevestigen door voldoende nieuwe dingen te bedenken die de lezer kunnen boeien, zonder evenwel de aansluiting met het eerste deel te verliezen. We hoeven er echter niet te lang omheen te draaien: Anthony Ryan (1970) doet het allebei met verve. De voormalige selfpubber gaat met sprekend gemak verder waar hij het vorige deel geëindigd was. Er is geen inleiding voor wie het eerste deel niet las of het zich niet goed herinnert. Dit boek is geschreven op maat van die lezers die net uit deel een stappen en de schrijver duikt meteen het verhaal in. Wat in het vorige boek gebeurde, wordt verondersteld bekend te zijn. Het aantal kaarten in het boek is toegenomen en de dramatis personae is wat langer geworden, en verder staat de lezer er alleen voor.
Maar geen nood, Ryan is een zeer goed verteller en heeft Het vuur van de draak ongemerkt dieper in je geheugen genesteld dan je zou denken. Zelfs wie dat eerste deel een jaar eerder las, zal zich erover verbazen hoe snel de dingen weer boven komen drijven. Het legioen van vlammen is opnieuw heerlijk escapisme van de bovenste plank. De drie plots die naast elkaar bestaan zijn alle rijk aan detail en bevatten opnieuw veel originele elementen. Clee en Lizanne zijn als personages ook duidelijk gegroeid. Clee en Heilmoet staan garant voor het avonturengedeelte van dit boek: ze doen denken aan piraten in een zee vol draken. Lizanne gedraagt zich wat als een vrouwelijke James Bond en brengt spionage in het boek. Sirus ten slotte getuigt uit eerste hand van het leven als Verdorvene tussen de draken en voegt een laag fantasy toe. Een meer dan geslaagd tweede deel. Anthony Ryans vuur brandt nog steeds.
Reageer op deze recensie