Lezersrecensie
Een extra dikke bundel, maar gemiddeld een iets lagere kwaliteit
Deze negende editie van EdgeZero is extra dik geworden. Volgens de site van EdgeZero staan er zo’n 40K meer woorden in de bundel. De eerste uitgaven bevatten tussen de 10 en de 20 verhalen, later werd dat steevast ongeveer 25 verhalen. Dit jaar krijgen we er maar liefst 30 voor de kiezen. Een feest voor de liefhebber. Maar belangrijker dan kwantiteit is nog altijd kwaliteit. Wat dat betreft kon niet elk verhaal de verwachtingen waarmaken.
De eerste edities van EdgeZero bevatten altijd wel verhalen waar ik vroegtijdig de brui aan gaf omdat ik ze niet goed vond. Dat werd de laatste jaren minder. In mijn recensie van de bundel van vorig jaar schreef ik zelfs dat ik amper iets had gelezen waar ik echt niets aan vond. Een verhaal niet uitlezen heb ik de laatste jaren nooit meer hoeven te doen. Dit jaar ben ik een paar keer diagonaal gaan lezen na enige tijd, wat een vorm van niet uitlezen is. Het valt me op dat het elk jaar dezelfde auteurs zijn wier verhalen me niet of matig boeien, of die me altijd weten te grijpen. Als ik bij aanvang het rijtje bekende namen overloop, kan ik al ongeveer bij voorbaat voorspellen welke verhalen goed en welke slecht zullen scoren. De totale waardering van de bundel hangt dan ook af van hoe sterk elke groep vertegenwoordigd is. En dan zijn er natuurlijk de nieuwkomers, die onder andere boeien omdat ze kunnen verrassen met frisse ideeën of stijlen. Hen zou je de swing states onder de auteurs kunnen noemen, naar analogie met de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Soms vallen bepaalde tendenzen op. Klimaatfictie was al een keer sterk vertegenwoordigd, draken deden het al wel eens goed, vorig jaar hadden we de vampieren en de zombies, en een keer schreven twee auteurs afzonderlijk van elkaar een verhaal dat zich op de planeet Gliese 876d afspeelde. Dit jaar zit er wat AI in de bundel (echte AI dan, en niet dat waar iedereen tot mijn grote ergernis de laatste jaren de mond van vol heeft en wat niets met AI te maken heeft). Van een tendens wil ik echter niet spreken. AI is gewoon eigen aan sciencefiction en Isaac Asimov schreef er al over. Daar wringt meteen ook het schoentje. Hoe verdienstelijk de pogingen van de auteurs ook zijn, Asimov deed het hen allemaal al lang geleden voor, en doorgaans beter. Verhalen waarin AI een hoofdrol speelt, boeien me dus zelden. Maar EdgeZero debutant Ruben De Baerdemaeker wist me dit jaar met Het meisje dat een mens wou zijn toch te charmeren (ook al ging Asimov hem dus, zoals gezegd, dit keer samen met Robert Silverberg in het boek Positronisch brein, al op onovertroffen wijze voor). Het is een van de tien verhalen die ik 4 sterren gaf. Op de site van EdgeZero kan je zien welke scores de verhalen kregen van de jury, en dit verhaal kreeg de laagste score van de 30 in deze bundel. Ik ben het de meeste jaren enorm oneens met de ordening van de jury, en ook dit jaar is dat zo. Het meisje dat een mens wou zijn hoort wat mij betreft in de top 10.
De bundel bevat te veel verhalen om ze allemaal te noemen en te bespreken. Ik hou het daarom bij een opsomming van de verhalen die ik het hoogst waardeerde. De andere negen verhalen die ik 4 sterren gaf zijn: De Gourmand van Pan Robinson (sprookjesachtig zonder echt een sprookje te zijn; ik las het vorig jaar al als lid van de voorselectiejury van de Harland Prijs en vond het een van de betere inzendingen), De duivelskelk en het plakkaat van de ware vorsten van Jaap Boekestein & Tais Teng, Nessa van Jasper Polane (onder de viersterrenverhalen is dit wellicht het beste; ik moest heel erg denken aan The Inner Light, een van de beste afleveringen van Star Trek The Next Generation waarin Picard iets vergelijkbaars overkomt), Sahers dans van Sophia Drent, De Venus van je dromen van Tais Teng & Roderick Leeuwenhart, De extractie van Frank Roger (heerlijke Kafkaiaanse humor, een welkome afwisseling tussen vele ietwat sombere toekomstverhalen), De doorbraak van Ard Walburg, Ondergronds van Johan Klein Haneveld (heel origineel gevonden, ik had de wending niet zien aankomen) en Hongerig vuur van Kelly van der Laan (de toevoeging van dat laagje menselijkheid in Van der Laans verhalen scoort elk jaar weer hoog bij mij).
Ik deelde geen enkele keer vijf sterren uit dit keer maar één verhaal kreeg wel 4½ sterren. Dat is dan wat mij betreft ook het beste verhaal van deze hele bundel. Het is Wat ik het gruwelijkste wil van Paula Sheperd & Edward van Egmond. Het verhaal is niet erg lang en toont aan dat de kortere verhalen onder de korte verhalen niet noodzakelijk te kort zijn om heel goed te zijn. Het is een mooie horrortoepassing van de VR-helm met een vleugje sociale media erin. Net als Ruben De Baerdemaeker scoren ook zij vrij laag bij de EdgeZero-jury. Onbegrijpelijk...
Een zestal verhalen scoorde ook nog 3 of 3½ sterren, wat ik nog altijd beschouw als vrij goed. Maar toch komt mijn gemiddelde waardering dit jaar maar op 3 sterren uit (zonder afgeronde cijfers na de komma zelfs!) omdat de overige 13 verhalen allemaal heel zwak scoorden. Ik deelde meermaals maar 1 ster uit, wat ik normaal gezien zelden doe. Enkele auteurs lijken te vinden dat als een verhaal maar vreemd en onbegrijpelijk genoeg is, het speculatief is. Ik hou er een andere mening op na. Ik kan wel wat vreemdheid en hersenuitdagende plots verdragen, maar als ik halfweg het verhaal nog altijd geen idee heb wat ik aan het lezen ben, dan hoeft het niet meer. Soms is een verhaal helemaal niet vreemd, maar stel ik vast dat ik me tijdens het lezen ervan ronduit aan het vervelen ben. Persoonlijke smaak uiteraard, maar dit jaar stonden er meerdere van dit soort verhalen in de bundel. Een iets lagere gemiddelde eindscore dus, maar omdat er ook gewoon veel meer verhalen instonden, en ik zodoende nog altijd 17 verhalen las met een score van minstens 3, heb ik toch weer heel veel moois gelezen. Ik ben benieuwd of de tiende editie volgend jaar opnieuw iets extra’s zal brengen.
De eerste edities van EdgeZero bevatten altijd wel verhalen waar ik vroegtijdig de brui aan gaf omdat ik ze niet goed vond. Dat werd de laatste jaren minder. In mijn recensie van de bundel van vorig jaar schreef ik zelfs dat ik amper iets had gelezen waar ik echt niets aan vond. Een verhaal niet uitlezen heb ik de laatste jaren nooit meer hoeven te doen. Dit jaar ben ik een paar keer diagonaal gaan lezen na enige tijd, wat een vorm van niet uitlezen is. Het valt me op dat het elk jaar dezelfde auteurs zijn wier verhalen me niet of matig boeien, of die me altijd weten te grijpen. Als ik bij aanvang het rijtje bekende namen overloop, kan ik al ongeveer bij voorbaat voorspellen welke verhalen goed en welke slecht zullen scoren. De totale waardering van de bundel hangt dan ook af van hoe sterk elke groep vertegenwoordigd is. En dan zijn er natuurlijk de nieuwkomers, die onder andere boeien omdat ze kunnen verrassen met frisse ideeën of stijlen. Hen zou je de swing states onder de auteurs kunnen noemen, naar analogie met de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Soms vallen bepaalde tendenzen op. Klimaatfictie was al een keer sterk vertegenwoordigd, draken deden het al wel eens goed, vorig jaar hadden we de vampieren en de zombies, en een keer schreven twee auteurs afzonderlijk van elkaar een verhaal dat zich op de planeet Gliese 876d afspeelde. Dit jaar zit er wat AI in de bundel (echte AI dan, en niet dat waar iedereen tot mijn grote ergernis de laatste jaren de mond van vol heeft en wat niets met AI te maken heeft). Van een tendens wil ik echter niet spreken. AI is gewoon eigen aan sciencefiction en Isaac Asimov schreef er al over. Daar wringt meteen ook het schoentje. Hoe verdienstelijk de pogingen van de auteurs ook zijn, Asimov deed het hen allemaal al lang geleden voor, en doorgaans beter. Verhalen waarin AI een hoofdrol speelt, boeien me dus zelden. Maar EdgeZero debutant Ruben De Baerdemaeker wist me dit jaar met Het meisje dat een mens wou zijn toch te charmeren (ook al ging Asimov hem dus, zoals gezegd, dit keer samen met Robert Silverberg in het boek Positronisch brein, al op onovertroffen wijze voor). Het is een van de tien verhalen die ik 4 sterren gaf. Op de site van EdgeZero kan je zien welke scores de verhalen kregen van de jury, en dit verhaal kreeg de laagste score van de 30 in deze bundel. Ik ben het de meeste jaren enorm oneens met de ordening van de jury, en ook dit jaar is dat zo. Het meisje dat een mens wou zijn hoort wat mij betreft in de top 10.
De bundel bevat te veel verhalen om ze allemaal te noemen en te bespreken. Ik hou het daarom bij een opsomming van de verhalen die ik het hoogst waardeerde. De andere negen verhalen die ik 4 sterren gaf zijn: De Gourmand van Pan Robinson (sprookjesachtig zonder echt een sprookje te zijn; ik las het vorig jaar al als lid van de voorselectiejury van de Harland Prijs en vond het een van de betere inzendingen), De duivelskelk en het plakkaat van de ware vorsten van Jaap Boekestein & Tais Teng, Nessa van Jasper Polane (onder de viersterrenverhalen is dit wellicht het beste; ik moest heel erg denken aan The Inner Light, een van de beste afleveringen van Star Trek The Next Generation waarin Picard iets vergelijkbaars overkomt), Sahers dans van Sophia Drent, De Venus van je dromen van Tais Teng & Roderick Leeuwenhart, De extractie van Frank Roger (heerlijke Kafkaiaanse humor, een welkome afwisseling tussen vele ietwat sombere toekomstverhalen), De doorbraak van Ard Walburg, Ondergronds van Johan Klein Haneveld (heel origineel gevonden, ik had de wending niet zien aankomen) en Hongerig vuur van Kelly van der Laan (de toevoeging van dat laagje menselijkheid in Van der Laans verhalen scoort elk jaar weer hoog bij mij).
Ik deelde geen enkele keer vijf sterren uit dit keer maar één verhaal kreeg wel 4½ sterren. Dat is dan wat mij betreft ook het beste verhaal van deze hele bundel. Het is Wat ik het gruwelijkste wil van Paula Sheperd & Edward van Egmond. Het verhaal is niet erg lang en toont aan dat de kortere verhalen onder de korte verhalen niet noodzakelijk te kort zijn om heel goed te zijn. Het is een mooie horrortoepassing van de VR-helm met een vleugje sociale media erin. Net als Ruben De Baerdemaeker scoren ook zij vrij laag bij de EdgeZero-jury. Onbegrijpelijk...
Een zestal verhalen scoorde ook nog 3 of 3½ sterren, wat ik nog altijd beschouw als vrij goed. Maar toch komt mijn gemiddelde waardering dit jaar maar op 3 sterren uit (zonder afgeronde cijfers na de komma zelfs!) omdat de overige 13 verhalen allemaal heel zwak scoorden. Ik deelde meermaals maar 1 ster uit, wat ik normaal gezien zelden doe. Enkele auteurs lijken te vinden dat als een verhaal maar vreemd en onbegrijpelijk genoeg is, het speculatief is. Ik hou er een andere mening op na. Ik kan wel wat vreemdheid en hersenuitdagende plots verdragen, maar als ik halfweg het verhaal nog altijd geen idee heb wat ik aan het lezen ben, dan hoeft het niet meer. Soms is een verhaal helemaal niet vreemd, maar stel ik vast dat ik me tijdens het lezen ervan ronduit aan het vervelen ben. Persoonlijke smaak uiteraard, maar dit jaar stonden er meerdere van dit soort verhalen in de bundel. Een iets lagere gemiddelde eindscore dus, maar omdat er ook gewoon veel meer verhalen instonden, en ik zodoende nog altijd 17 verhalen las met een score van minstens 3, heb ik toch weer heel veel moois gelezen. Ik ben benieuwd of de tiende editie volgend jaar opnieuw iets extra’s zal brengen.
6
Reageer op deze recensie