Een indringend en empathisch pareltje
Yale is een jonge dertiger wanneer medio jaren ‘80 hiv razendsnel slachtoffers begint te maken. Rondom hem raken steeds meer vrienden besmet en sterven. Yale heeft al vijf jaar een vaste en monogame relatie met Charlie en hoeft zich geen zorgen te maken. Maar kort na het overlijden van hun vriend Nico begaat Charlie een misstap, raakt besmet en heeft vervolgens onbeschermde seks met Yale. Zijn zorgen deelt Yale voornamelijk met Fiona, Nico’s jongere zus.
In 2015 bevindt Fiona zich in Parijs. Ze is ondertussen moeder van een volwassen dochter, waarmee de relatie moeilijk verloopt en die ze al jaren niet meer gesproken heeft. Ze spoort haar op in de hoop de band weer te kunnen herstellen. Het weerzien met enkele oude vrienden daar dwingt haar meer dan ooit terug te denken aan wie ze aan aids verloren is.
Rebecca Makkai (1978), gewezen leerkracht op een Montessorischool, debuteerde in 2012 met De lener, waarin verschillende bekende kinderverhalen ingenieus werden verwerkt. Daarna verscheen het voorlopig onvertaalde The Hundred-Year House, waarin ze het verhaal van een huis op originele wijze omgekeerd chronologisch vertelt. Met haar nieuwste, Een stralende toekomst, vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema, haalde ze afgelopen zomer de finale van de Pulitzerprijs. Tussendoor leverde ze ook nog een veelgeprezen verhalenbundel af.
Makkai houdt de beide verhaallijnen, die om en om worden verteld, bijna het hele boek lang volledig gescheiden. Fiona is de link tussen beide, maar ze is alleen hoofdpersonage in het hedendaagse verhaal. In de jaren ‘80 is Yale de spil. Het spel van oorzaak en gevolg maakt echter dat de Fiona uit 2015 sterk gevormd werd door wat ze rond 1985 meemaakte. Het verdriet om de dood van haar broer en velen van haar vrienden blijft onverwerkt en heeft haar carrière en relaties beïnvloed. De auteur heeft dit gegeven uitstekend weten te gebruiken om een tastbare wisselwerking te creëren tussen beide plots.
Makkai is net iets te jong om het hoogtepunt van de aidsepidemie en de impact daarvan op het dan nog vrij recent geliberaliseerde seksuele denken in de westerse wereld, bewust te hebben meegemaakt. Toch bewijst ze met dit boek dat ze heel goed op de hoogte is van wat aids heeft teweeggebracht. De intensiteit van haar beschrijvingen gaat dieper dan wat een icoon als John Irving bijvoorbeeld presteerde met In een mens.
Maar aids is niet het enige thema van dit boek. Yale krijgt ermee te maken, maar is professioneel verbonden aan een museum en heeft de opdracht een unieke kunstcollectie te verwerven. Nora, een negentigjarige oudtante van Fiona wil ze schenken, maar Nora’s zoon ziet een erfenis door de neus geboord en gaat in de tegenaanval. Het verhaal van Nora is deels dat van een jongedame in florissant Parijs, vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Het contrast met Fiona’s Parijs, dat kreunt onder terroristische aanslagen, is enorm, maar ook dat verbindt de beide verhaallijnen en in beide gevallen beschrijft Makkai alweer raak hoe de personages zich daaronder voelen, zonder dat de aanleidende gebeurtenissen erg gedetailleerd worden beschreven. Dat Makkai die details niet nodig heeft, maakt wat ze schrijft nu net heel indringend.
Er is weinig hoop voor de vriendenkring uit 1985. De meesten weten dan al dat hun toekomst er nog slechts één van enkele jaren is. In 2015 is er dan weer veel hoop op een betere toekomst. Dat staat haaks op de werkelijkheid. Eind jaren ‘80 – denk onder andere aan de val van de Berlijnse Muur – was het optimisme groot, nu is de mensheid eerder somber gestemd over de toekomst. Dit zeer integer neergeschreven verhaal overtuigt de lezer ervan dat er altijd wel iets is om hoop uit te putten. Het boek is een ode aan het vermogen van mensen om empathisch te zijn en vooruit te kijken. Het is een van die zeldzame parels waarvan er jaarlijks veel te weinig verschijnen.
Reageer op deze recensie